Decathlon gaat de Nederlandse binnenstad in

Met de opening van winkels in binnensteden moet de uitbreiding van Decathlon in Nederland in een stroomversnelling komen. Over 5 jaar wil de sportgigant hier minstens twintig filialen hebben. Een uitdaging, want de afgelopen 16 jaar wist Decathlon in Nederland slechts zes vestigingen te openen. Nederlandse gemeenten, die met groeiende leegstand in hun binnensteden kampen, zijn niet zo happig op de grote blokkendozen die Decathlon in Frankrijk, België en veel andere landen moeiteloos uit de grond stampt.Onder meer in Schiedam en Den Haag (nabij het ADO-stadion) stuitten bouwplannen op verzet. Toch blijft Decathlon zoeken naar locaties langs uitvalswegen, met honderden gratis parkeerplaatsen voor de deur, zegt CEO Eric Bodhuin - zelf een Fransman. "Voetbalschoenen kun je overal verkopen. Maar om genoeg klanten te trekken voor onze kayaks en paardenzadels, moeten onze winkels voor minstens 300.000 mensen binnen 20 minuten bereikbaar zijn. De drempel om het centrum in te gaan en te parkeren is voor veel klanten te hoog. Voor ons zijn de kosten er bovendien veel hoger. Dat werkt niet, met onze lage marges." KelderAlleen in de vier grote steden ligt dat anders. Daar lopen volgens Bodhuin wel genoeg potentiële klanten rond om een dure megastore te laten renderen. Vandaar de vestiging aan de Coolsingel. En in Den Haag, waar Decathlon eind dit jaar de kelder van het voormalige V&D-pand betrekt. Die deal was al rond voor het warenhuis failliet ging, zegt directeur Vastgoed Rudi Wakelkamp. "Na het faillissement van V&D zijn we door zo’n beetje alle pandeigenaren gebeld, maar de voormalige V&D’s zijn voor ons niet geschikt." BelevingIn uitbreiding via een overname van Perry Sport of Aktiesport is Decathlon nooit geïnteresseerd geweest. Die failliete ketens zijn inmiddels overgenomen door het Britse sportconcern JD. Voor Decathlon zijn die winkels te klein, verklaart Bodhuin. Hij wijt het faillissement vooral aan het gebrek aan ‘beleving’ bij de concurrenten. Op loopbanden, voetbalen basketbalveldjes kunnen Decathlonklanten hun koopwaar meteen uitproberen. Met clinics en demonstraties lokken de winkels regelmatig schoolklassen en sportverenigingen – en dus meteen een hoop potentiële nieuwe klanten. In een gemiddelde Perry Sport is daar geen plek voor.Dat neemt niet weg dat Decathlon wel degelijk gaat experimenteren met kleinere winkels in binnensteden. "Daar zijn de mensen, dus daar moeten wij ook zijn", verklaart de directeur. In het centrum van Eindhoven wil het bedrijf eind dit jaar een ‘kleine’ testwinkel openen van zo’n 1000 vierkante meter. Hoe die eruit komt te zien, daar zijn ze op het hoofdkantoor in Amsterdam nog niet over uit. Maar dat ze in veel opzichten het tegenbeeld vormen van het concept dat Decathlon groot heeft gemaakt, dat is zeker. Aan het assortiment zullen bijvoorbeeld enorme concessies moeten worden gedaan. ConcurrentieoorlogWeliswaar zal ter plekke alles online te bestellen zijn, maar daar zal Decathlon de concurrentieoorlog in de binnensteden niet mee winnen, beseft Bodhuin. "De stadswinkels zelf zullen geen of amper winst maken. Ze moeten vooral meer mensen naar onze grote winkels brengen. Die moeten daarom altijd in de buurt zijn: de stadswinkel in Eindhoven moet meer omzet genereren voor onze big box in Best."