Nieuws Actueel
Nachtbakker reageert met rap op klachten
Zijn eerste rap over een Woodworks-cap was nog een grapje. De laatste die Vlissings nachtbakker Bart Tullenaar via Facebook verspreidde, is harde realiteit. Hij vreest voor zijn nachtverkoop, schrijft PZC.

"We zitten nu op een kritiek punt'', zegt de bakker somber. ,,De gemeente heeft mijn nachtverkoop een tijd gedoogd, maar ik heb nu officieel een vergunning moeten aanvragen. Vanwege klachten over overlast, veroorzaakt door die nachtelijke klanten. Mijn directe buren zijn ook een handtekeningenactie gestart.''
FacebookTullenaar antwoordt op die actie met een rap waarin hij steun vraagt: 'Ja man je zult je oren niet geloven/ ze willen de nachtbakker uitdoven', begint hij zijn tekst. De rap staat sinds zondag op Facebook. Een geliefd medium voor de bakker trouwens. Hij maande via die weg zijn jonge nachtelijke klanten al eens tot rust.
'De buren zijn handtekeningen aan het verzamelen, dit is niet reëel/ ik ben de nachtbakker, geen duistere zaak of crimineel' verwoordt hij zijn teleurstelling. Zijn buren gaven eind vorig jaar al aan hun buik meer dan vol te hebben van overlast veroorzaakt door de nachtelijke klanten. Lawaai, op de ramen uitgesmeerde puddingbroodjes, rotzooi op straat en een grote bek van jongeren die op hun gedrag werden aangesproken.
ZomermaandenTullenaar: ,,Ik snap best dat dat vervelend is voor de directe buren. Zeker in de zomermaanden. Ik probeer dat te voorkomen, maar ik heb ze natuurlijk niet helemaal in de hand. Nu is het rustig. De klanten blijven niet op straat rondhangen door de kou.''
De nachtbakker ging in gesprek met bewoners en gemeente. Dat leverde weinig concreets op. Nu wacht hij op de beslissing van de gemeente over zijn nachtvergunning ,,Maar daar zijn vast bezwaren tegen ingediend. Weet je, die nachtverkoop geeft ons net een beetje extra lucht. Dat was echt nodig na de crisis.''
Vlissingen nam de vergunningaanvraag begin december 2016 in behandeling. Een woordvoerster van de gemeente vertelt dat 'een aantal omwonenden gezamenlijk op de aanvraag heeft gereageerd in een brief. Deze week hoort de nachtbakker meer en ontvangt hij bericht of hij de vergunning al of niet krijgt'.
Enigzins bitter concludeert Tullenaar: ,,Eigenlijk helpen de jonge gasten die de overlast veroorzaken óók mijn zaak om zeep. Als zij zich gedragen, heeft niemand reden tot klagen denk ik dan.''