Nieuws Actueel
In de Verspillingsfabriek krijgen afdankertjes een nieuw leven
In een onverkoopbaar pand maken ‘verspilde talenten’ eten van wat we weggooien. Welkom in de Verspillingsfabriek.

400.000 kilo overgebleven snippers rundvlees, 10.000 kilo iets te kleine uien. "Daar kunnen we wel wat mee”, zegt Corien Poederbach van de Verspillingsfabriek in Veghel in het Brabants Dagblad. In de koelruimte laat ze de eerste kant-en-klaargerechten zien: goulashsoep, Aziatisch stoofvlees, champignon- en paprikasoep, boeuf bourguignon. Allemaal gemaakt van producten die bij telers, versnijders en verwerkers niet in de smaak vielen. Te klein. Misvormd. Een bedrijf dat tomaat snijdt voor fastfoodketens haalt uit iedere tomaat zes keurige plakjes. De kapjes en kontjes gaan in de kliko. Te rijpe tomaten zijn onbruikbaar, maar wel extra smaakvol. Van deze ‘afdankertjes’ wordt in Veghel passata gemaakt als basissaus voor pizza’s en pasta’s en goed gevulde tomatensoep. "Soep met 75 procent tomaat, waar tref je dat nog”, zegt Bob Hutten. ‘Barstensvol’, gaat het merk dan ook heten dat op de producten van de Verspillingsfabriek komt. In maart wordt zijn ideaal écht realiteit: de Verspillingsfabriek. In een ‘verspild’ pand (het voormalige distributiecentrum van postverzorger DHL dat al tien jaar onverkoopbaar is), zet hij ‘verspild’ talent (mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt) aan het werk met ‘verspilde’ etenswaren. Alleen al in Nederland gooien producenten, verwerkers, horeca en supermarkten jaarlijks voor 2,5 miljard euro aan voedsel weg. De consument doet net zo hard mee, zo’n vijftig kilo per jaar per persoon. "De gunfactor is hoog. Maar wie doet er mee”, vraag Hutten zich af. Zijn ‘fabriek’ is er klaar voor. Telers en verwerkers willen meedoen. Ook zij zien de afdankertjes liever naar de fabriek gaan, dan naar de afvalverwerker. Aan die laatste moeten ze betalen; aan de Verspillingsfabriek houden ze soms nog een minimaal bedrag over. Nu nog de supermarkten en consument over de streep. Directeur Corien Poederbach ziet de worsteling bij retailers die ze rondleidt door het bedrijf. ‘Barstensvol’ hoort thuis in het toch al barstensvolle koelschap. En de prijs ligt niet onder dat van reguliere producten, ook al gaat het om ‘afval’. "We hebben hoge kosten aan arbeid. Misvormde aardappels worden niet voor niets weggegooid. Wij moeten ze met de hand verwerken.”
Foto: Het interieur van Food360, het pand van de Verspillingsfabriek, bestaat uit 'afval' en tweedehands materiaal.
Supermarktketen Plus doet mee, deze supermarkt verkocht bij wijze van proef al in twaalf winkels de soep onder het merk OverLekker. En Koen Slippens van Sligro laat weten dat de producten uit de Verspillingsfabriek ook in Emté-winkels komen en waarschijnlijk ook in de horecagroothandels van Sligro. Ook Makro doet mee. "We hebben twee of drie grote retailketens nodig”, zegt Poederbach. Want: hoe grootschaliger, hoe goedkoper. Bob Hutten, eigenaar van het Veghelse cateringbedrijf Hutten, investeerde twee miljoen. Hij kreeg geen subsidies. Hij wil dat zijn geesteskind zo snel mogelijk op eigen benen komt te staan. "De naam Hutten en Verspillingsfabriek moeten los van elkaar blijven staan.”