Nieuws Actueel

Twee Amsterdamse familiebanken, Insinger en Gilissen, fuseren

Twee oer-Amsterdamse familiebanken, Insinger de Beaufort en Theodoor Gilissen, gaan fuseren. Zelfstandig zijn ze al lang niet meer, maar hun werkwijze is nog bijna dezelfde als eeuwen geleden, schrijft Het Parool.

Ton Damen 19 april 2016

Gilissenfamiliebankenfusie

Een bank, waar heb je die ook alweer voor nodig? Jongeren komen helemaal niet meer bij een bankkantoor. Betalen doen ze met hun pinpas. Op de computer zijn sparen en beleggen niet meer dan een muisklik verwijderd. En toch gaan welgestelden nog altijd naar een chique private bank, zoals in sommige kringen het pak van de kleermaker moet komen.

De oude zaken- en familiebanken, voor zover ze nog bestaan, werken nog steeds zo. Amsterdam was vanaf de gouden eeuw de bakermat van de geldhuizen, die alle financiële besognes voor de rijke kooplieden op zich namen.

In Amsterdam begon het met Hope, opgericht door Henry Hope in 1762, later net als het Rotterdamse Mees opgegaan in ABN Amro, zelf voortgekomen uit de Amsterdamsche Bank uit 1871. De banken zijn net zo Amsterdams als de grachtenhuizen.

Amsterdamse bankiershuizen

De twee Amsterdamse bankiershuizen waren al langer in handen van buitenlandse eigenaren, maar presenteerden zich nog als zelfstandige organisaties en onder eigen naam aan klanten. Nu komen ze in één hand, wat aanleiding is om te fuseren.

Theodoor Gilissen en Insinger de Beaufort behoren tot de laatste Amsterdamse bankiershuizen die nog onder eigen 'label' zichtbaar waren. De wortels van de oudste van de twee, Insinger de Beaufort, gaan terug tot 1779, toen Herman Albrecht Insinger samen met Paulus Prins de onderneming Insinger en Prins oprichtte.

Boven: Herman Albrecht Insinger / Onder: Theodoor Gilissen

Ruim een eeuw later begon Theodoor Gilissen, toen 23 jaar, zijn gelijknamige bank. Zijn bedrijf groeide aanvankelijk met vallen en opstaan, waarbij de familie van Theodoor geregeld het vermogen moest aanzuiveren. Theodoor kwam in 1918 om bij een spoorwegramp, zijn opvolgers vestigden zich in 1922 in de Nieuwe Doelenstraat, waar tegenwoordig Hotel L'Europe is gevestigd. Voordat de koopmannen naar de grachten verhuisden was dit de goudkust. Adriaan Cromhout woonde er in de zeventiende eeuw, en Rembrandt van Rijn. De straat bleef eeuwenlang een aantrekkelijke plek voor banken, die dicht bij hun klanten wilden zijn.

De grondbeginselen van het bankieren zijn volgens de medewerkers van beide Amsterdamse banken niet veel anders dan in de tijd van Herman Insinger en Theodoor Gilissen zelf. Ook zij keken naar de behoefte van hun welgestelde klanten. Wat kan de bank betekenen voor hun bedrijf? Hoe gaat het met het privévermogen? Moet geld overgeheveld worden van privé naar de firma of andersom, of naar volgende generaties? Het zijn vraagstukken waar de privébank van toen zich nauwelijks onderscheidt van het wealth management van nu.

Advisering loont

Er bestaan ruwweg drie soorten banken: grootbanken als ABN Amro en ING, die consumenten en bedrijven bedienen en onder meer het betalingsverkeer overeind houden, privébanken als Insinger de Beaufort en Van Lanschot en de zakenbanken, die bedrijven naar de beurs brengen en overnames begeleiden.

In het hele bankenspectrum is de belangstelling van particulieren voor beleggen getaand. Niemand verwacht meer rijk te worden op de beurs, maar voor banken als Insinger de Beaufort en Gilissen vormt het pure beleggen onderdeel van hun dienstverlening.

Een woordvoerder van Insinger de Beaufort: "Wij kijken naar wat mensen bezighoudt: ik heb een pensioen, is dat voldoende? Wanneer kan ik stoppen met werken? Wat doen we met het grote huis dat we bezitten?" De private banken zijn zo het moderne jasje van de vroegere effectenbanken.

Het Financieele Dagblad verklaarde de fusie vorige week uit dalende marges. Toch zeggen analisten, onder wie Ron Boer van Het Effectenhuis, dat privébanken nog wel bestaansrecht hebben. Boer: "Advisering loont. Tegenwoordig zeggen tariefknallers dat kostendalingen hun grootste verdiensten vormen. Dat zegt vooral iets over hún verdiensten."

En, zegt Boer, de kern waar het bij de banken altijd om draait is vertrouwen. Net als de vroegere koopman wendt de huidige klant zich tot de private bank om alles met één partner af te handelen. De bank kent de klant en koppelt die aan andere specialisten, zoals gerenommeerde notarissen.

VAN HAND TOT HAND

- Theodoor Gilissen Bankiers (TGB) werd opgericht in 1881. In 1967 werd de bank overgenomen door Mees & Hope, later Mees Pierson, dat in 1997 zelf in handen kwam van Fortis. In 2003 werd TGB verkocht aan KBL European Private Bankers, dat door zijn eigenaar in 2011 werd verkocht aan het Luxemburgse Precision Capital.

- Insinger de Beaufort dateert van 1779. De bank specialiseert zich al snel in nalatenschappen. 1976 volgt een fusie met Willems & Cie en in 1997 een met Integro. In 2009 neemt het van oorsprong Franse BNP Paribas een flink meerderheidsbelang in Insinger de Beaufort. Sinds 2014 bezit het 51 procent van de bank.

- 12 april 2016. KBL verwerft alle aandelen Insinger de Beaufort via de beurs en BNP. Theodoor Gilissen en Insinger de Beaufort kondigen hun fusie aan. De nieuwe bank heeft twintig miljard aan belegd vermogen en vierhonderd medewerkers. Hoe de fusiebank gaat heten, is nog niet bekend.