Nieuws Marketing

MeeleefGezin helpt ouders met psychische problemen

De oprichtster woont in Doorn, de bakermat ligt in Veenendaal, maar Stichting MeeleefGezin timmert in het hele land aan de weg. Al in acht Nederlandse gemeenten zijn meeleefgezinnen, gezinnen die jonge kinderen van ouders met psychische problemen opvangen. De stichting wil nu ook aan de slag in Utrecht.

Wim Langejan l Foto: Raphael Drent 6 april 2016

Meeleefgezin

Glenn van 2,5 pakt een duplopoppetje en stopt dat in een speelgoedpicknickmandje. "Hier,'' geeft Hans van Haaften, die naast het jongetje op de grond zit, hem nog een blokje. "Dit kan er ook in.'' Er breekt een lachje door op het gezichtje van Glenn.

Veenendaler Hans (48) vormt samen met zijn vrouw Ingrid van Orsouw (43) een meeleefgezin. Elke woensdagmiddag is Glenn bij hen. Daarmee wordt zijn moeder, Joyce Kremer (38), ontlast. Joyce heeft psychische problemen. Glenn werd door Jeugdzorg al eens uit huis geplaatst. Een herhaling daarvan wil ze koste wat kost voorkomen. "Ik zag een folder over het meeleefgezin en dacht: dát is het voor mij.''

De situatie van Joyce past precies in de ambitie van Stichting MeeleefGezin: voorkomen dat kinderen van ouders met psychische problemen te snel en langdurig uit huis worden geplaatst. "Ik zag dat vaak gebeuren,'' zegt Femke van Trier (67) uit Doorn, oprichtster en directeur van de stichting, die in 2014 van het Oranje Fonds een Appeltje van Oranje kreeg (een waardering voor sociale initiatieven).

Van Trier werkte jarenlang in de geestelijke gezondheidszorg, bij Altrecht, en daar ligt ook haar drijfveer voor deze specifieke doelgroep van 0 tot 5-jarigen. Weghalen van kinderen richt veel schade aan, vindt ze, en als je ouders kunt ontlasten redden ze het vaak prima. "Het zijn goede ouders, maar met een kwetsbaarheid.''

Drie jaar geleden begon ze met Stichting MeeleefGezin, waarin ouders op vrijwillige basis kinderen een dagdeel per week en een weekend per maand opvangen. Er zijn nu 27 gezinnen die een kind opvangen, in Veenendaal (waar al tien gezinnen actief zijn), Amsterdam, Den Haag, Arnhem, Rivierenland, Doesburg, Den Bosch en Utrechtse Heuvelrug.

Joyce is enorm blij met Hans en Ingrid. "Het is fijn dat Glenn zo goed met ze kan opschieten en dat hij bij hen een veilige plek heeft,'' zegt ze. "En dat ik zelf dan een beetje tot rust kan komen.''

De tijd dat Glenn bij het meeleefgezin is, gebruikt ze onder meer om te solliciteren. Ze zoekt werk in de administratieve sector.

Joyce is alleenstaand. "Voor Glenn is er nu geen vader in beeld,'' zegt ze. ,,Hans kan die vaderrol voor een deel invullen, en dat is fijn voor Glenn.''

Blij met Glenn

Hans (therapeut en verpleegkundige) en Ingrid (ict-consulent) zijn op hun beurt ook blij met Glenn. "Wij hebben zelf geen kinderen, maar willen dat wel graag. Dit is een heel mooie manier om onze liefde voor kinderen te uiten,'' zegt Hans. "Zo kunnen we echt iets betekenen voor een kind,'' vult Ingrid aan.

Ouders uit meeleefgezinnen krijgen een training. Die wordt gefinancierd door gemeenten. Van Trier heeft daarover ook al met de gemeente Utrecht afspraken gemaakt, maar om aan een training te kunnen beginnen, zijn minimaal vijf meeleefgezinnen nodig. "We hebben er nu twee in Utrecht, dus we zoeken er nog minstens drie.''

In Veenendaal is het tijd voor muziek. Glenn kan zelf al op het knopje van de cd-speler drukken. De huiskamer vult zich met vrolijke Afrikaanse klanken en Glenn kijkt tevreden. "Zo'n contact met een kind is onbetaalbaar,'' zegt Hans. "We zijn heel blij dat we dit mogen doen.''