Op het eerste gezicht lijkt de kritiek op de graaiers aan de top terecht. De top verdiende in 2015 gemiddeld 6,1 keer zo veel als de gemiddelde werknemer. In 2010 was dat nog 5,5 keer zo veel, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van een onderzoek onder de 1000 grootste bedrijven. ,,In die bedrijven werken 3 miljoen mensen, een derde van het totaal aantal werknemers'', zegt Peter Hein van Mullegen, hoofdeconoom bij het CBS.
De top zag het inkomen tussen 2010 en 2015 gemiddeld met 22 procent stijgen. 'Loonslaven' moesten het in die tijd met 6 procent loonstijging doen.
Crisis
De crisis lijkt dus vooral een voorwendsel om de lonen van de werknemer te matigen. Dat blijkt duidelijk uit de cijfers, toch? Nee dus. Neem de sector handel. Daar stijgt het verschil tussen de top en het gemiddelde salaris flink. Maar dat komt niet doordat de top zich verrijkt. In de handel gaat het goed en er komen veel banen bij. Jonge mensen vinden er werk. En jonge mensen zitten bijna per definitie aan de onderkant qua lonen. Het gemiddelde salaris wordt daardoor gedrukt en het verschil met de top automatisch groter. Ook als de managers niet meer verdienen wordt het verschil tussen de top en de werkvloer groter.
Dat verhaal gaat ook op voor de horeca volgens Van Mullegen. ,,Ook daar komen veel banen aan de onderkant bij. Vaak kleine banen waarbij het salaris niet erg hoog is.'' Die toevloed van werknemers vergroot de loonkloof.
Financiële sector
Er is echter één sector die er negatief uitspringt. In de financiële sector, onder andere banken en verzekeraars, lijkt het grote graaien alweer schering en inslag. De top verdient daar inmiddels 13 keer zoveel als de gemiddelde werknemer. En in die sector gebeurt het omgekeerde als bij de sectoren handel en horeca. Er verdwijnen op grote schaal laagbetaalde functies, denk maar aan de ontslaggolven bij de banken. Minder laagbetaald werk betekent dat de gemiddelde salarissen stijgen. Er blijven immers alleen mensen over die meer verdienen. Als het verschil tussen de top en de werkvloer toch toeneemt, betekent het dat de top zichzelf ruimer beloont.
En dat hadden ze nou net niet moeten doen, die topdogs in de financiële wereld. ,,Dat verschil is te groot'', zegt Zacharias Sautner, hoogleraar finance aan de Frankfurt School of Finance and Management. Sautner was jarenlang verbonden aan de Universiteit Amsterdam en de Duisenberg School of Finance. In die tijd deed hij veel onderzoek naar beloningen in de financiële sector.
,,In veel sectoren worden grote beloningsverschillen geaccepteerd. De top levert extra toegevoegde waarde, zoals een hoge aandelenkoers. Daar mag best een ruime beloning tegenover staan'', zegt Sautner. ,,Maar juist van bestuurders in de financiële sector wordt niet gevonden dat ze veel waarde toevoegen. Daar is een hoog salaris dus meer omstreden.''
Moraal
En dat is nog maar de mening van de mensen die zakelijke belangen in de sector hebben, vooral aandeelhouders. Aan de gewone man is dit al helemaal niet meer uit te leggen vreest Sautner. ,,Dit is slecht voor het vertrouwen in banken. De moraal deugt nog steeds niet, zullen veel mensen denken.''
Dat de financiële sector toch hogere salarissen uitbetaalt aan de top is overigens wel te verklaren meent Sautner. ,,Er is altijd strijd om talent. Talenten moet je goed belonen anders lopen ze naar concurrenten als fintechbedrijven of Google of Apple. Er is minder loyaliteit aan bedrijven dan vroeger. Verder zijn de bonussen fors verminderd. Dat wordt gecompenseerd met hogere vaste salarissen.''
Gerelateerde artikelen: