Een nieuwe lijst met drieduizend naaiateliers in de wereld laat precies zien waar Nederlandse ketens zoals Zeeman, C&A, WE en de Bijenkorf hun kleding vandaan halen. Als er klachten zijn over de omstandigheden in zo'n kledingfabriek - van kinderarbeid tot slavernij - is voortaan meteen te achterhalen welke bedrijven er zakendoen.
80 merken
Het gaat om de productielocaties van 64 bedrijven, goed voor 80 consumentenmerken en bijna 4 miljard euro omzet. Het vandaag gepresenteerde overzicht is een belangrijke eerste stap in de uitvoering van het textielconvenant, dat een jaar geleden is gesloten onder aanvoering van minister Ploumen. Doel was misstanden in de sector tegengaan.
Risico's
De lijst is gemaakt door de Sociaal-Economische Raad (SER). "Als je weet waar precies wordt geproduceerd, zien we waar de risico's zitten. Dat helpt bedrijven bij het aanpakken van kinderarbeid, milieuschade en mensenrechtenschendingen," zegt Jef Wintermans van de SER.
Versnipperde keten
Vandaag gaat ook een onafhankelijke klachtencommissie voor de textielindustrie aan de slag. De klacht kan worden ingediend door iemand die in een fabriek werkt of door een vakbeweging. "Afgesproken is dat bedrijven doen wat binnen hun vermogen ligt om voor substantiële verandering te zorgen. De commissie spreekt hen erop aan en doet een bindende uitspraak."
Lees ook: Asito: Iedereen hoort erbij en verdient een eerlijke kans
Tevreden
De Landelijke India Werkgroep, betrokken bij het textielconvenant, is tevreden over de resultaten tot nu toe. "Initiatieven in het verleden om misstanden aan te pakken waren kleiner en vrijblijvender," zegt directeur Gerard Oonk. Deze lijst is een goede stap, zegt hij, "Maar er zijn niet zoveel ateliers waar het katoen naar binnen komt en de textiel naar buiten gaat. Meestal is de keten versnipperd en vooral in de spinnerijen, weverijen en bij katoenleveranciers tref je soms vreselijke dingen aan."
Zeeman
Zeeman is lid van het Ethical Trading Initiative en is daarom al bezig die diepere productieketen te analyseren, zegt Arnoud van Vliet van de winkelketen. "We weten waar en hoe onze producten gemaakt worden, maar er ligt nog een uitdaging om de toeleveranciers in kaart te brengen. Zodat we ook weten waar alle materialen, drukknoopjes en ritsen vandaan komen."
Kwetsbare arbeiders
Verwacht niet al te veel van de overheid in een land als India, zegt Oonk. "Die wil vooral de industrie overeind houden." In de voorbije halve eeuw werd steeds een ander land de lieveling van de textielindustrie: Taiwan, China, Bangladesh. Bedrijven zoeken goedkope krachten en omgekeerd biedt textiel laaggeschoolden de kans op te klimmen naar de middenklasse. Maar de arbeiders zijn dus ook kwetsbaar voor uitbuiting, slavernij, kinderarbeid.
Eerlijk zakendoen
Zeeman probeert daar al iets tegen te doen. Eerlijk zakendoen betekent dat je leveranciers betaalt op het moment van verscheping en niet 90 dagen later, zegt Van Vliet. "Veel bedrijven bankieren over de rug van de naaiateliers. Ze hebben producten onbetaald in hun winkel liggen." Zeeman doet dat niet en betaalt daarom weer wat minder voor zijn producten. Of dat je geen korting afdwingt als een levering twee weken te laat komt. "Dat is het voordeel van onze basisproducten. Die kunnen best 15 juli in plaats van 1 juli in de winkel liggen. Wij zijn geen fast fashion-keten." En dat leefbare loon? Dat is een loon waar een gezin van kan leven, volgens Zeeman, en al zijn leveranciers tekenen daarvoor. "Maar hoeveel dat is, verschilt in China soms per provincie. Het is een complex onderwerp."
De lijst
China is koploper, met een derde van de 3000 locaties, ook al wordt personeel er langzaam wat duurder. Turkije, In dia en Bangladesh zijn samen nog niet even groot als China. In de top-tien kunnen de Europese landen Portugal, Polen en Italië de Aziatische concurrenten Cambodja, Pakistan en Vietnam goed bijbenen. En verrassend misschien: de zeventiende plaats van Nederland in de ranglijst, met 22 naaiateliers. De 64 winkelketens die hun ateliers bij de Sociaal-Economische Raad aanmeldden zijn goed voor bijna 40 procent van de Nederlandse markt. De lijst staat op de website van de SER.