De inflatie voor de eurozone in april kwam uit op 7,0 procent op jaarbasis, meldt Europees statistiekbureau Eurostat op basis van voorlopige cijfers. In maart werd het dagelijks leven voor consumenten in doorsnee nog 6,9 procent duurder dan een jaar eerder.
Energie werd gemiddeld 2,5 procent duurder, na een daling van 0,9 procent in maart. Voedingsmiddelen, alcohol en tabak stegen 13,6 procent in prijs, na een toename van 15,5 procent een maand eerder.
Kerninflatie
De kerninflatie, waar sterk schommelende prijzen voor energie, voedsel, tabak en alcohol niet in meewegen, kwam volgens de eerste raming van Eurostat uit op 5,6 procent. Dat is iets minder dan de 5,7 procent in maart.
Eerder op de dag werd al bekend dat de inflatie in Nederland wat is opgelopen in april. Het dagelijks leven was in die maand 5,2 duurder dan een jaar eerder, terwijl dat in maart nog 4,4 procent was. Volgens de Europese rekenmethode kwam de Nederlandse inflatie uit op 5,9 procent, tegen 4,5 procent in maart.