Regio

Hoe het grote succes van de Elstar begon

beeld deondernemer
Leestijd 3 minuten
Lees verder onder de advertentie

De hoofdrolspelers in dit verhaal zijn al overleden, maar Hans Schriere uit Witte Paarden (Steenwijkerland) heeft als deskundige van de Rijksuniversiteit van Wageningen, de historie van de appel opgetekend. De Elstar, een kruising tussen de rassen Ingrid Marie en Golden Delicious, was volgens de telers aanvankelijk een 'rotboom met veel hout en te weinig appels'.

Lees ook: The Colour Kitchen en Instock zetten afgedankte groenten AH op het menu

Appelbomen

Schriere volgde de weg vanaf het begin in 1948 naar de jaren zeventig. Toen 'ontdekte' teler Hans Smits een boompje van dit ras op de proeftuin van de Directie van de Wieringemeer afdeling Noordoostpolderwerken (voorloper Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders) in Kraggenburg. Hij plantte direct daarna zeshonderd bomen aan van het ras en zorgde zo voor een vliegende start.

Lees verder onder de advertentie

Elstar

De echte doorbraak kwam echter na de winter van 1984/1985, toen veel fruitbomen in Nederland kapotvroren. ,,Telers moesten opnieuw aanplanten en kozen massaal voor de Elstar, omdat gebleken was dat ze daar een goede prijs voor kregen", aldus Schriere. Op dezelfde plek waar Smits verliefd werd op het appelras staan nu nog steeds tientallen Elstar-bomen. De Proeftuin Kraggenburg ging in 1988 over in particuliere handen en vormt nu met 21 hectare het bedrijf van René Kapelle. ,,De Elstar is een hoofdpijler onder mijn bedrijf. Het beslaat een derde van de totale oppervlakte."

Moeilijk te telen

Kapelle bevestigt dat het een moeilijk te telen ras is. ,,Er komt vakmanschap bij kijken. Het is een uitdaging. Wij hebben hier zelf de ideale boomvorm ontwikkeld. De reden dat wij hem kweken, is dat hij het meeste geld opbrengt. Je moet voortdurend spelen met de ontwikkelingen die de natuur je biedt. Het is een vruchtbare boom, maar je moet er ook weer voor zorgen dat hij niet té vruchtbaar is en je dus uiteindelijk heel veel kleine appeltjes levert."

Lees ook: Het succes van biologische groenten uit het Zeeuwse 'voedselbos'

Lees verder onder de advertentie

Naamsbekendheid

Hij verklaart het succes door de smaak: ,,Het fris-zure past goed bij wat de West-Europeaan consumeert. Verder spreekt de geelrode kleur de klanten aan en is de naamsbekendheid enorm. Wie je het ook vraagt: ze kennen allemaal de Elstar. Voordeel is dat deze appel niet nagemaakt kan worden in een land als Frankrijk; daar zou hij veel te zoet gaan smaken."

Alternatieven

Ondanks het rendement van de Elstar zoekt de Kraggenburgse kweker steeds naar alternatieven. En daar komt de hulp van Fresh Forward Breeding om de hoek kijken. Een bedrijf dat namens en samen met de Universiteit van Wageningen zoekt naar nieuwe appelrassen. In de wachtkamer zitten de Wellant, die het nu al goed doet in Duitsland, de Natira (een biologisch ras dat zich goed laat bewaren) en de Magic Star (aangeplant in België en binnenkort op de Nederlandse markt).

Appelras

Over het waarom van het zoeken naar telkens weer nieuwe appelrassen zegt Stephan Geerlings van het bedrijf: ,,De smaak van de klant is aan verandering onderhevig. En we willen een tegenwicht bieden aan appels die van overzees naar hier gebracht worden. Een eigen ras dat dat kan vervangen, voorkomt een hoop heen-en-weer gesleep van voedsel."

Lees verder onder de advertentie