De Verloren Generatie (1955-1970) komt na de Babyboomers (1945-1955). Socioloog Henk Becker noemt deze groep ook wel late babyboomers. Andere naam: Generatie Nix.
Het grootste wapenfeit van deze generatie was de demonstratie van het Komitee Kruisraketten Nee. In 1983 gaan circa 550.000 demonstranten de straat op tegen de plaatsing van 48 Tomahawk-kruisvluchtwapens (kruisraketten) met kernkoppen in Woensdrecht. Twee jaar eerder ginger er al eens 400.000 demonstranten de straat op.
Lees ook: Pragmatisch of gemakzuchtig? Dit zijn de kenmerken van Generatie X
Gemiddelde levensverwachting (destijds) van de Verloren Generatie
Vrouwen: 73,4 jaar
Mannen: 70,7 jaar
Een vijfde
Ruim een vijfde van de Nederlanders behoort tot de Verloren Generatie. Waarom werden ze eigenlijk ‘verloren’ geacht? De vooruitzichten heetten uiterst somber te zijn door twee opeenvolgende oliecrises. Jeugdwerkloosheid en heroïneverslaving zag je op straat. Typische vaderlandse popsongs uit die tijd: Koos werkeloos en Totdat de bom valt.
Populaire namen
Het supertrio populaire meisjesnamen handhaaft zich probleemloos bij Nix: 1. Maria, 2. Johanna en
3. Anna. Bij de jongens: 1. Johannes, 2. Jan en 3. Cornelis. Namen verdwijnen over het algemeen pas na tien tot twintig jaar, maar niet dit oer-Nederlandse zestal.
Voornaamste doodsoorzaken
Deze generatie sterft vooral aan kanker. Daarna aan hart- en vaatziekten en ver daarachter komen ziekten van het ademhalingsstelsel.
Kinderen
Bijna 20 procent van de vrouwen van deze generatie blijft kinderloos.
Elke generatie heeft zijn helden. Dit zijn er drie van de Verloren Generatie
Clint Eastwood
Superster. Bekend als televisiecowboy Rowdy Yates, de stoere veedrijver in serie Rawhide. Promoveerde naar de ongeschoren spaghettiwesterns van Sergio Leone. Daarna Dirty Harry, cynische politie-inspecteur in San Francisco met iconische .44 Magnum Smith & Wessonrevolver. Grimmig voorkomen en altijd peinzende ogen. Geprezen als regisseur. Won Oscars voor klassiekers Unforgiven en Million Dollar Baby. Ook nog even burgemeester van Carmel (Californië).
Monique van der Ven
Brabantse polderbeauty. Vaderlands erfgoed door die ene rol van Olga in de verfilming van het boek Turks Fruit. Gevraagd op haar 20ste, terwijl ze nog op de toneelschool in Maastricht zat. Iedereen die het zag, kreeg kippenvel: Olga en Eric (Rutger Hauer) pasgetrouwd op de fiets door Amsterdam; Olga op een rode bedsprei onder een opgehangen spiegel; beiden in de stromende regen op de stoep.
Elvis Presley
Aanbeden adonis in zijn jonge jaren, later zwaarlijvig, maar voor eeuwig 'The King'. Veroverde harten met hartverscheurende pop-, blues- en gospelvertolkingen. Vrouwelijke fans wilden na een optreden de zaal niet verlaten. Een omroeper sprak de beroemde woorden: ,,Dames en heren, Elvis heeft het gebouw verlaten." Dat werd een gezegde om aan te geven dat iets toch echt is afgelopen.
Ruud Gullit: boegbeeld, magneet, optimist, fenomeen
Ruud Gullit groeide als voetballer uit tot een levend symbool van de jaren 80. Als aanvoerder van het gouden Oranje van 1988 uiteraard, maar ook als activist, zanger, stijlicoon en man van de wereld. Een portret aan de hand van drie ontmoetingen.
Ruud Gullit staat op het podium van een café in Breda. Het is stil, het publiek hangt ademloos aan zijn lippen. Verderop klinkt slechts het gerinkel van wat bierglazen. ,,Vroeger was ik de Zwarte Tulp'', zegt Gullit, droogjes de zaal in kijkend. ,,Tegenwoordig ben ik meer de Zwarte Pinautomaat.''
Bulderend gelach stijgt op. Gullit, na drie scheidingen een specialist in alimentaties, vertelt opgewekt verder, slingerend langs anekdotes en verhalen. Soms ernstig en serieus, dan weer met een brede grijns, altijd losjes vanuit de pols.
Klassieker
Het is de pinautomaatgrap die blijft hangen, een oneliner die vanuit de beslotenheid van een Brabants voetbalavondje zal uitgroeien tot een kleine klassieker. Een typische Gullit-grap ook, de man die na zijn privésores tijdelijk op een bescheiden flatje in Amsterdam-Buitenveldert is beland, maar die daar zelf best de humor van durft in te zien.
Inspirerend
,,Vroeger liep ik misschien op de top van de berg, nu loop ik ergens beneden'', zegt hij een paar weken later, ernstiger, wanneer hij van een hernia-operatie ligt te herstellen op zijn bank in Amsterdam. ,,Maar dit leven bevalt me eigenlijk veel beter. Als voetballer kwam ik overal, maar ik zag niks. Je hebt altijd mensen om je heen, maar je ontmoet niemand. Nu ontmoet ik elke dag de meest aardige, interessante, boeiende mensen. Bekend of onbekend: dat maakt me he-le-maal niets uit. Ik vind leuke mensen altijd inspirerend.''
Glorietijd
Dat had hij als voetballer al. Als Gullit over straat liep in Milaan, in zijn glorietijd, deed hij dat immer met het hoofd omhoog en de rug recht. Marco van Basten en Frank Rijkaard doken liever achter hem weg, Gullit keek iedereen in de ogen.
Icoon
Op wijlen Johan Cruijff na, werd geen Nederlandse voetballer zo'n internationaal icoon als hij. Een levend symbool van de jaren 80, activist tegen het apartheidsregime in Zuid-Afrika, een boegbeeld met status tot in alle uithoeken van de wereld. En als aanvoerder van het gouden Oranje van 1988 het idool van een complete generatie Nederlanders.
Verafgoding
Zelf lijkt hij er amper bij stil te staan. Van Basten walgt soms van de verafgoding die hem ten deel valt, Gullit fladdert er ontspannen voorbij, als iets dat gewoon bij zijn leven hoort. Op het bijzettafeltje naast de bank staan lukraak wat souvenirs uit zijn spelerscarrière, verspreid tussen de familiefoto's: een replicaatje van de Europa Cup 1, een foto met Nelson Mandela.
Jeugd
Als we een keer een middagje met Gullit naar voetbal gaan kijken op Varkenoord, bij zijn zoon Max die bij AFC speelt, hecht hij het meest aan het gewone, het alledaagse. ,,Jeugdvoetbal op zaterdagochtend, dat is toch eigenlijk veel mooier dan dat hele profwereldje?'' vindt Gullit. ,,Zie je dat spitsje daar lopen? Kijk dat linkerbeen. Heerlijk.''
Hartelijk
Van een afstand gezien mag hij dan een fenomeen zijn, van dichtbij is Gullit een vrolijke, onbezorgde, hartelijke Amsterdamse jongen uit de Mercatorbuurt. Geboren als Rudi Dil, als zoon van een Surinaamse vader en een Nederlandse moeder.
Waar ter wereld hij ook komt - als analist, spreker of beroepsberoemdheid - zodra Gullit binnenkomt, gaat het licht aan. Op een FIFA-congres, in het café, bij een prestigieus golftoernooi, op het Correspondents Diner, bij de broodjeszaak op de hoek.
Anekdotes
Of gewoon op de redactie van de NOS, voorafgaand aan Studio Voetbal. Dan strooit de oud-voetballer het liefst meteen bij binnenkomst al met anekdotes. ,,Ken je dat verhaal van Barry Hughes en Louis van Gaal?'' zegt Gullit dan, over zijn oude trainer bij Haarlem. ,,Louis was speler van Sparta, Barry was de trainer. Ze speelden tegen NAC, een heel slechte wedstrijd. Zegt Louis in de rust, boos, op die typische toon van hem: Trainer, het is nú tijd om in te grijpen.'' De clou moet nog komen, maar Gullit begint alvast te schateren. ,,Dus Hughes knikt een keer van ja en zegt tegen Louis: Je hebt helemaal gelijk, jongen. Goed gezien van je. Jij gaat eruit!''
De onbezorgdheid van Gullit is altijd een talent op zichzelf geweest. Als jonge voetballer kende hij al geen enkele vorm van nervositeit, zelfs niet voor de grootst denkbare wedstrijden. Waar zijn kamergenoot Carlo Ancelotti ooit urenlang wakker lag voor de halve finale van de Europa Cup 1 tegen Real Madrid, lag Gullit al meteen na het diner te snurken, zonder ook maar een spoortje van stress.
Legendarisch
,,Carlo begreep daar niets van'', aldus Gullit. ,,Dus ik zei tegen Carlo: doe toch gewoon rustig, joh. Lekker voetballen straks. Is toch heerlijk? Is toch niets mooiers, man.''
Legendarisch is ook zijn optreden in het Skandinavia-hotel in Oslo, in september 1988. Oranje was net Europees kampioen geworden, Gullit was op de top van zijn roem, en de Amsterdammer had zich laten strikken voor een grote VN-conferentie. Als ambassadeur tegen het Apartheidsregime in Zuid-Afrika zou hij zijn verhaal komen doen.
Bobo
Gullit ging zitten in de afgeladen lobby in Oslo, keek eens naar alle hoogwaardigheidsbekleders in hun kostuums, naar de diplomaten en de politici, en glimlachte een keer. ,,Ah'', zei Gullit in de microfoon. ,,It's bobo-time again.''
Het vermaarde woord 'bobo' had hij hoogstpersoonlijk verzonnen, als subtiele belediging voor alle ijdele bestuurders die altijd om voetbal en voetballers heen hangen. Nu zat er een hele zaal vol bobo's voor zijn neus. ,,Ach ja, bobo's zijn overal'', zei Gullit die dag. ,,Maar soms moet je zaken met ze doen. Het gaat mij om de hoofdzaak: de strijd tegen apartheid.''
Antipoliticus
Gullit kan dat: confrontaties opzoeken, de strijd aangaan, maar tegelijk vrolijk doorgaan met waar hij gebleven was. Hij is een antipoliticus, maar weet tegelijk feilloos de weg in de politiek, of het nu op een FIFA-congres is of op een VN-conferentie. Gullit overstijgt alle mores, alle codes, lijkt het wel.
Hij werd een vriend van Nelson Mandela, zong in de reggaeband Revelation Time, droeg jarenlang rasta's, had de bijnaam 'Zwarte Tulp'. Maar toch heeft Gullit zichzelf nooit echt als 'zwart' geprofileerd. ,,Ik voel me niet Surinaams, ik ben een Amsterdammer'', zegt hij altijd. Zijn moeder is zo blank als je maar bedenken kunt.
Slachtofferol
Een slachtofferrol over racisme gaat hij altijd nadrukkelijk uit de weg. ,,Omdat ik daar zelf niet of nauwelijks last van heb gehad. Ik kon goed voetballen, dat zal zeker geholpen hebben. Maar dat wil niet zeggen dat discriminatie niet bestaat natuurlijk, ik weet dat veel mensen er wél mee te maken krijgen. Ook daarom heb ik me destijds zo ingezet tegen apartheid. Een ideologie die rechtstreeks indruist tegen elke vorm van vrijheid.''
Toen hij als trainer voor een avontuur koos bij Terek Grozny, in 2011, kwam hem dat op zware kritiek te staan. Waar was Gullit de idealist gebleven? Hoe kon zo'n grootheid zich laten gebruiken door het foute regime in Tsjetsjenië? ,,Het zal me een zorg zijn'', zei Gullit daarover. ,,Ik kan het toch niet iedereen naar de zin maken. Ik hou van avontuur. De ervaring van een compleet andere wereld had ik voor geen goud willen missen.''
Dieptepunt
De populariteit van Gullit was niettemin op een dieptepunt in die jaren. Zijn moeizame trainerscarrière speelde daarin ook een rol, zeker in Nederland brokkelde zijn status af. Pas jaren daarna, toen Gullit vrede kreeg met zijn vrije leven als analist en boegbeeld, kantelde dat weer, ook voor zijn eigen gevoel. ,,Ik voel enorm veel positivisme om me heen'', aldus Gullit vorig jaar. ,,Mensen zijn zo aardig voor me, niet normaal. Dat doet me goed, daar ben ik eerlijk in.''
In hetzelfde gesprek vroegen we hem of hij niet veel beter een muur om zichzelf heen had kunnen bouwen, zoals veel beroemdheden doen. Zijn hartelijkheid is soms ook een valkuil, lijkt het. Een reeks van mensen probeerde een slaatje uit Gullits beroemdheid te slaan. Had hij niet sceptischer, meer afhoudend moeten zijn?
Voorselectie
,,Zo ben ik gewoon niet. Ja, dat heeft ertoe geleid dat ik ook veel mensen heb ontmoet met slechte intenties. Mensen die proberen je te naaien waar je bij staat, of die gewoon wachten op een moment om je te pakken. Wat dat betreft heb ik wel geleerd, maak ik wat eerder een soort voorselectie. Maar dan nog: al die mensen die wél leuk zijn, zijn me veel meer waard. Als ik een muur om mezelf heen had gebouwd, had ik die allemaal nooit ontmoet.''
Onlangs nog liet zijn Italiaanse ex-vrouw Cristina Pensa beslag leggen op zijn KNVB-salaris, dat hij ontvangt nu hij assistent-bondscoach is geworden, als rechterhand van Dick Advocaat. Het is het zoveelste hoofdstuk in zijn boek vol privégezanik, vol met rechtszaken en geruzie over alimentaties. Natuurlijk baalt Gullit daar geregeld van, maar nooit te lang. Hij houdt niet van 'negatieve emoties'.
Spiritueel
,,In moeilijke tijden heb je het beste geleefd'', zegt Gullit. ,,Het gaat erom wat je ermee doet, hoe je eruit komt, wat je ervan leert. Ik ben best wel spiritueel. Ik geloof in het lot, niet in toeval. Klagen helpt je niet. Ik heb een mooi leven, ik ben geridderd in Nederland en onderscheiden in Zuid-Afrika. Daar ben ik trots op.''