Eén nachtje Algemene Politieke Beschouwingen en hup, ineens zijn er extra toezeggingen aan de Kamer die 2 miljard euro kosten en waarvan de rekening grotendeels bij ondernemers terechtkomt. Alsof het niets is. Je kunt niet eindeloos aan de boom van het bedrijfsleven blijven schudden.
Lees ook: Jacco Vonhof (MKB-Nederland): ‘Franse markt steeds belangrijker voor Nederlands mkb’
Zo gaat het vaker in Den Haag: het lijkt alsof voor de financiering van politieke wensenlijstjes altijd éérst (en vaak uitsluitend) naar bedrijven wordt gekeken. Wat zullen we doen? Winstbelasting omhoog? Renteaftrek beperken? Dat is wel zo makkelijk. Als ik tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen hoor dat een meerderheid van de Kamer ‘geld wil vrijmaken’ om bepaalde groepen burgers en bedrijven te compenseren voor de extreem gestegen energieprijzen – op zich echt een goed doel - dan houd ik mijn hart alweer vast.
Lees ook: Prinsjesdag 2021: wat doen 'we' aan de belastingschulden van ondernemers?
Ondernemers verloren in coronatijd 6 miljard aan eigen vermogen
In de afgelopen pakweg twintig jaar zijn de lasten in Nederland met 25 miljard euro verzwaard; tweederde kwam voor rekening van bedrijven. Onder Rutte III stegen de lasten voor ondernemers met 6 miljard, terwijl die voor burgers met 4 miljard omlaag gingen. (Voor de goede orde: lastenverlichting voor burgers juich ik toe.) En terwijl het spaaroverschot bij consumenten gedurende corona met meer dan 40 miljard euro steeg, verloren ondernemers 6 miljard aan eigen vermogen.
Ik hoor in al die debatten nooit een Kamerlid zeggen: 'Ho eens even. Wéér de lasten voor bedrijven omhoog? Is dat nu wel verstandig?'
Lastenverzwaringen voor bedrijven beperken de ruimte van diezelfde bedrijven om te investeren
Ik vind dat in één woord zorgelijk. Misschien denkt ‘de politiek’ dat een verhoging van de vennootschapsbelasting alleen bij grote kapitaalkrachtige multinationals terechtkomt, maar het zijn juist familie- en mkb-bedrijven die daardoor worden geraakt.
Lastenverzwaringen voor bedrijven beperken de ruimte van diezelfde bedrijven om te investeren in de zaken die voor hun eigen toekomst én die van Nederland zo belangrijk zijn, zoals verduurzaming, verdergaande digitalisering, hun medewerkers. En het zet een rem op de groei die juist nodig is om bijvoorbeeld zorg, onderwijs en andere belangrijke publieke voorzieningen ook in de toekomst te kunnen blijven betalen. Geloof me, zonder ondernemers en gezonde bedrijven lukt dat niet.