Nieuws Horeca

Dagboek van horecaondernemer Laura: 'Waar ben ik mee bezig? Tijd voor een zomerstop'

Je huis te koop zetten om je horecazaak te redden. Het klinkt extreem, maar Laura Vreugdenhil deed het. Ze begon vlak voor de coronacrisis met The Clubsandwich Company. Overheidssteun ontving Laura niet, wel de rake klappen van drie lockdowns.

Laura Vreugdenhil 8 juli 2022

Laura vreugdenhil horeca sandwch dagboek

Laura Vreugdenhil, oprichter van The Club Sandwich Company. Foto's: Eva Plevier.

'Dagboek van horecaondernemer Laura'

Laura Vreugdenhil is horecaondernemer in Amsterdam. Haar droom, The Clubsandwich Company, dreigt uiteen te spatten door de coronacrisis en de effecten ervan, die nog altijd merkbaar zijn. Het is begin april wanneer we voor het eerst kennismaken met Laura en haar schrijnende verhaal.

In samenspraak met De Ondernemer-redacteur Robbert Daalder neemt Laura ons mee in haar overlevingsstrijd in Dagboek van horecaondernemer Laura. Door haar verhalen te delen en een ongekende vechtlust te tonen, hoopt ze collega-ondernemers die in hetzelfde schuitje zitten op z'n minst te inspireren.

Zondag 19 juni Ziek, zwak en misselijk. Verschillende personeelsleden hebben buikgriep, zijn snotterig, maar hebben getest en geen corona. Gelukkig, al betekent dit wel dat ik op mijn eigen verjaardag de zaak moet openen terwijl ik eigenlijk vrij zou zijn. Het is een relatief rustige dag dus om 12.00 uur houd ik het voor gezien en vertrek ik richting bios om met het gezin naar Top Gun te kijken. Wordt het toch nog een leuke dag.

Dinsdag 21 juni Nu al mijn langste dag van het jaar met het meest bizarre gesprek dat ik ooit heb gevoerd. Ik word gebeld door iemand van een maatwerkbedrijf dat is ingehuurd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De beste man vertelt dat hij specifiek op zoek is naar de schrijnende gevallen uit de coronacrisis als het gaat om het mislopen van overheidssteun. Ik ben zo’n geval. Yes! Eindelijk is mijn mail (zie aantekening van dinsdag 24 mei, red.) met daarin mijn bezwaar tegen afkeuring van TVL niet alleen aangekomen, maar ook doorgedrongen.

Dit moet ik buiten mijn dagboek om even uitleggen. Hoewel ik in mijn aantekeningen van de maand mei de note to self maakte geen energie meer aan TVL te verspillen, kon ik het destijds toch niet laten ze daar bij de overheid te laten weten dat de beoordelaar niet goed genoeg naar mijn situatie had gekeken. Of beter gezegd: naar mijn slapende B.V. uit 2007, die ik nieuw leven had ingeblazen met nieuwe bedrijfsactiviteiten en een nieuwe SBI-code, ofwel: een nieuwe startup genaamd The Clubsandwich Company.

De reden van de overheid om mijn verzoek voor TVL af te keuren, zit ‘m dus blijkbaar niet alleen in de referentieomzet die mist, maar ook omdat ik een slapende B.V. heb gebruikt. Daar had ik van af moeten blijven. Hierbij wil ik gelijk alle aankomende ondernemers zonder glazen bol adviseren om voor de oprichting van een startup een nieuwe B.V. op te richten. Zoals je bij mij kunt zien, wordt het anders allemaal veel te ingewikkeld als er formulieren bij de overheid ingevuld moeten worden.

Terug naar mijn slapende B.V. De beoordelaar behandelde mijn bedrijf als een onderneming uit 2007 en dat ik vlak voor de crisis geen omzet draaide omdat we ook eerst nog moesten verbouwen voordat we überhaupt open konden, deed er niet toe. Alleen een overlijden of ziekte van mijzelf was relevant voor toekenning van TVL aan een bestaand bedrijf uit 2007. Maar The Clubsandwich Company komt niet uit dat jaar! Waarom kan er niet gekeken worden naar het moment dat omzetbelasting werd ingediend? Het lijkt me duidelijk dat je dan bij The Clubsandwich Company kunt zien dat we in december 2019 gestart waren.

In mijn mail verzocht ik de beoordelaar béter in het Handelsregister te kijken. Om mijn urgentie extra kracht bij te zetten, voegde ik een artikel toe waarin het CBB een onderneming opnieuw ging beoordelen nadat deze in de loop der jaren van bedrijfsactiviteit was veranderd. Net als The Clubsandwich Company was ook dit bedrijf horeca gaan doen.

Vervolg dinsdag 21 juni Waar ik in eerste instantie blij ben dat ik eindelijk iemand over mijn kwestie aan de lijn heb, blijkt al snel dat deze man mij eerst graag op mijn vingers wil tikken. Hij zegt het ‘jammer’ te vinden dat ik zijn collega heb ‘aangevallen’ door te zeggen dat hij zijn werk niet goed gedaan zou hebben.

Nadat ik mijn welbekende riedel over het mislopen van TVL had afgestoken, kreeg ik opnieuw dat akelige woord ‘jammer’ naar mijn hoofd gesmeten. ‘Weet je wat ik nou zo jammer vind? Dat dit soort zaken altijd aan het licht komen zodra iets bijna sluit. In dit geval de TVL.' Ik vertel hem dat ik hier al meer dan een jaar mee bezig ben en dat hij mijn dagboeken en de twee eerdere publicaties op deondernemer.nl erop kan naslaan. Hij antwoordde dat hij niet op social media zat en daar dus niets van wist. Great!

"Wat had hij nou eigenlijk van mij verwacht? Dat ik de overheid met valse cijfers zou oplichten om in ieder geval maar een afwijzing te krijgen?"

Helaas presteerde meneer het vervolgens om het nóg bonter te maken en wéér het woord jammer te gebruiken. Ik citeer: ‘Weet je wat ik nou echt heel jammer vind aan jou als ondernemer, Laura? Je communiceerde naar RVO dat je vastliep in het aanvraagsysteem van de overheid omdat je geen referentieomzet kon invullen en daardoor geen afwijzing kreeg. Maar vertel mij dan eens hoe het kan dat er heel veel andere ondernemers zijn die ook geen referentieomzet hadden maar wél een afwijzing hebben gekregen?’ Wat zegt hij nou? Ik dacht even dat ik omviel!

Niet de bedoeling dat ondernemers de overheid tillen

Even voor de duidelijkheid: deze afwijzing heb ik nodig om een herzieningsverzoek aangaande mijn TVL-aanvraag in te kunnen dienen. Ik vroeg deze vent wat hij nou eigenlijk van mij had verwacht? Dat ik de overheid met valse cijfers zou oplichten om in ieder geval maar een afwijzing te krijgen? Hij corrigeerde zich door te zeggen dat hij het zo niet bedoeld had en dat het inderdaad niet de bedoeling is dat ondernemers de overheid tillen voor een afwijzing.

Echt fijn dat de overheid dit soort externe bedrijven inhuurt die met volstrekt gestoorde uitlatingen komen. Eerst wordt mijn beoordeling door een soort stagiair gedaan en vervolgens belt zijn manager om mij met zijn lievelingswoord ‘jammer’ de grond in te boren. Het enige wat ik aan het telefoongesprek overhoud, is de toezegging dat ze nogmaals naar mijn case zullen kijken. Donderdag of vrijdag hoor ik meer.

Lees ook: Dagboek van horecaondernemer Laura: 'Misschien toch maar stoppen'

Personeelsvraagstuk steekt de kop weer op

Donderdag 23 juni Ongelooflijk. Zit ik toch weer de hele dag op een telefoontje te wachten dat maar niet komt…

Vrijdag 24 juni Wat dacht ik nou eigenlijk? Dat ze mij echt nog gaan bellen met nieuwe informatie over mijn case? Helemaal niets van dat.

Zaterdag 25 juni De personeelskwestie steekt de kop weer op. Vanuit de keuken geven ze aan dat de druk te hoog is en om die reden na hun vakantie willen stoppen. Top! Gelukkig zat ik toch al zo ruim in mijn mensen. Ik heb zo de pest in over die jongelui van tegenwoordig. Ze willen wel werken maar toch eigenlijk ook weer niet. Laat staan een tandje bijzetten op hectische momenten.

Dit zet mij toch wel weer aan het denken. Waar haal ik nog personeel vandaan? En dan vooral mensen met peper in hun reet. Het vooruitzicht blijft slecht met al die personeelstekorten in zo’n beetje alle branches. Op vakantie gaan lijkt er daardoor ook al niet meer in te zitten, personeel gaat tenslotte voor.

Maandag 27 juni Heel het weekend lopen dubben over hoe het nou verder moet met de club. Ik kan nieuw personeel werven en klaarstomen voor de maand september, maar wat nou als er daadwerkelijk weer een coronagolf komt? Dikke kans dat we in de maanden met daarin de letter ‘r’ weer op ons gat liggen en ik iedereen dus weer naar huis kan sturen. Waar ben ik nou eigenlijk mee bezig? Deze kwelling… Ik hak de knoop door en besluit om al per 1 juli een zomerstop in te lassen. Hierin ga ik mij beraden of doorgaan nog zin heeft.

Lees ook: Dagboek van horecaondernemer Laura: 'Met huilen schiet ik niets op'

Donderdag 30 juni Voorlopig het laatste dagje in de club gedraaid. We zijn met het personeel bij elkaar gekomen om de zomerstop in te luiden. Gelukkig hebben ze begrip voor mijn situatie.

Vrijdag 1 juli Gisteravond lekker met z’n allen doorgezakt en dus word ik mega brak wakker. Ik besef al snel dat ik de enige ben die vandaag in de club zal zijn en dus alles alleen moet opruimen. Ik maak haast en terwijl ik van de trap loop, glijd ik uit. Ik val en breek daarbij twee tenen. Daar kwam ik overigens pas achter nadat ik de club had opgeruimd. Ik zag dat mijn voet inmiddels zwart met paars was en daarom ben ik toch maar even naar het ziekenhuis gegaan voor een foto. Hoe ironisch: club dicht, tenen gebroken en dus ziek. Hé! Moest ik niet ziek zijn om in aanmerking te komen voor TVL? Beste beoordelaar: zou ik deze vorm van overheidssteun nu dan wel met terugwerkende kracht kunnen krijgen?

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws voor ondernemers.

Ontvang dagelijks onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste ondernemersnieuws