Financiën

Wie is Khalid Oubaha, horecatycoon in nood? ‘Je mag me of je mag me niet’

Khalid Oubaha in 2020. Khalid Oubaha in 2020. Foto: Rolf Hensel
Khalid Oubaha in 2020. Foto: Rolf Hensel
Leestijd 9 minuten
Lees verder onder de advertentie

Kleine anekdote. Rond de kerstdagen van 2021, middenin coronatijd, krijgt Khalid Oubaha een kerstkaartje toegestuurd. De boodschap die erop staat: ‘Je bent een lul’, aldus het AD.

Oubaha kan erom lachen. ,,Ik vind het heel aardig dat diegene de moeite heeft genomen om er een postzegel van een euro op te plakken”, zegt hij destijds tegen een verslaggever. Verder haalt hij zijn schouders op. ,,Ik ben wit of zwart, er zit geen grijs in mij. Je mag me of je mag me niet.”

Oubaha als strijdende ondernemer

Veel mensen mogen hem niet. Publiek geheim: nogal wat collega-ondernemers in Nijmegen en Arnhem kunnen zijn bloed wel drinken. De Nijmeegse burgemeester Hubert Bruls noemde hem ooit ‘de grootste schreeuwlelijk van Nederland’. Oubaha maakt ruzie met banken, met leveranciers, met brouwerijen en niet in de laatste plaats met zijn grote leermeester, de in 2010 overleden horecatycoon Sjoerd Kooistra. Tonnen geeft hij uit aan advocaten in vaak lange en bittere juridische veldslagen.

Lees verder onder de advertentie

En dit is waarom, klinkt het onder intimi: Khalid Oubaha is een vechtersbaas. Waar Khalid is, daar is strijd. Het is zijn manier. Zijn modus operandi. In een interview met De Gelderlander, in 2015, zegt hij het zelf zo: „Ik kan gewoon heel erg slecht tegen onrecht. Als ik het gevoel heb dat ik benadeeld word, als iemand slechte bedoelingen heeft, dan kan ik er wel een principezaak van maken. En een rechtszaak, ja. Dat schuw ik niet. Dat kán ook niet, met zo veel bedrijven. Je moet gewoon voor je belang opkomen. Er werken vijfhonderd mensen bij mij.”

Lees meer: Horeca-imperium Khalid Oubaha staat op omvallen: hoe nu verder?

Voor Khalid Oubaha schuilt in iedereen een vijand

Khalid Oubaha ziet véél onrecht. Overal. In iedereen schuilt een potentiële vijand. Zelfs in sommige vrienden. Ze moeten zich hoeden voor zijn toorn en temperament. Verbaal kan Oubaha ontploffen. Hoewel hij opgroeide in Vianen, Nieuwegein en Maastricht, krijg je dan in plat Amsterdams de wind van voren. Het is de taal van de straatvechter.

Lees verder onder de advertentie

Hij straalde uit: de wereld ligt aan mijn voeten

Bart Kouwenberg

Maar zo was het niet altijd. Ja, de bluf, de branie en de ballen, die waren al in ruime mate aanwezig toen hij begin jaren 90 zijn eerste baantje kreeg op het terras van café De Stoof in Nijmegen. Maar er was meer: magie. Chemie. Plezier. ,,Khalid was - en is misschien nog steeds - een wereldgozer”, zegt Bart Kouwenberg, die destijds samen met Oubaha De Stoof bestierde. ,,Zijn charisma was ongekend. Mannen wilden zijn vriend zijn, vrouwen lagen in katzwijm. Hij straalde uit: de wereld ligt aan mijn voeten.”

Khalids verschijning draagt daar aan bij. Het is een mooie jongen. Gespierd, afgetraind. Geweldige lach. Pretogen. Barman Oubaha, zoon van Marokkaanse gastarbeiders, is een magneet. Een gangmaker. Hij vóelt het. Besluit zijn studie bedrijfskunde aan de Radboud Universiteit niet af te maken: niet nodig! Het ondernemersbloed kruipt al door zijn aderen, als een niet te stoppen virus.

Sjors & Sjimmie met Bart Kouwenberg

,,Daar, achter de bar van De Stoof, besloten we: we gaan voor onszelf beginnen”, zegt Kouwenberg. ,,Ik had de naam al bedacht: Sjors & Sjimmie. In die tijd had ik nog blond haar, ik ben Sjors, en Khalid is de donkere jongen, Sjimmie. We zijn naar onze baas Sjoerd Kooistra gestapt: geef ons een kroeg om uit te baten. Hij zag onze drive. Gaf ons de Drie Gezusters in de Molenstraat in Nijmegen. Later ook Heidi’s Skihut, de Groote Griet. En De Stoof, dat Sjors & Sjimmie werd.”

Lees verder onder de advertentie

,,Het was nog geen enkele Kooistra-pachter gelukt om winst te maken, maar wij waren scherp. Scherp als een mes. We letten op álle details. En hoewel Kooistra de man was die ons die kans gaf, beschouwden wij hem als de vijand. We wilden hem verslaan.”

De periode 1998-2003 zal voor het gouden duo Oubaha-Kouwenberg de boeken in gaan als een jongensdroom. Twintigers zijn ze nog, maar het geld klotst tegen de plinten, er staan lange rijen voor de deur. Alles is mogelijk. Dát gevoel. Ze slaan hun vleugels uit naar Arnhem, zonder Kooistra. Op de Korenmarkt kopen ze Vergane Glorie, het wordt: Aspen Valley. Oubaha ziet ook kansen in Enschede. Oubaha ziet kansen in heel Nederland. Zijn honger is niet te stillen.

Vriend, zakenpartner en counterpart Kouwenberg - ‘we hadden ieder onze eigen sterke punten, we waren als broers’ - gaat er niet in mee. Het leidt tot een breuk. Die misschien wel littekens nalaat die tot op de dag van vandaag zichtbaar zijn.

Lees verder onder de advertentie

Lees ook: Ondernemer (71) keerde terug uit pensioen om bedrijf te redden: ‘Gebruiken hem nu als boegbeeld’

De grootste horecabaas van Nederland

,,Ik wilde de grootste worden van Arnhem, want Kooistra had Nijmegen al. Dat was voor mij genoeg”, zegt Kouwenberg. ,,Khalid wilde de grootste worden van Nederland: doorgroeien naar tachtig, negentig zaken. Ik had geen zin om elke zaterdagavond 120 kilometer naar Enschede te rijden om te controleren of alles er op rolletjes liep. Khalid deed dat wel.”

De breuk van de ‘broers’ is een pijnlijke. Kouwenberg laat zich uitkopen, ook dat gaat niet zonder strijd. Neus aan neus staan ze. Hij gaat andere dingen doen, binnen en buiten de horeca en heeft zich ontwikkeld tot een verdienstelijk fotograaf. Oubaha gaat alleen verder. Als een koning die zijn imperium gestaag uitbreidt. Hij werkt knetterhard. Begeeft zich in zijn spaarzame vrije tijd graag in de jetsetwereld, viert vakanties in verre oorden met champagne en in het gezelschap van profvoetballers en andere BN’ers.

Lees verder onder de advertentie

Dit is het leven. Snel. Hard. Intens. Knokken. Niemand heeft het hem cadeau gedaan. Hij doet het zélf. De Amerikaanse droom in de polder.

Ik wil vooral dat mijn bedrijven kloppen. Ik wil móóie horeca

Khalid Oubaha in 2015

Vechten heeft een prijs

Het heeft een prijs, zeggen de mensen die hem goed kennen. Khalid verandert. Het vechten doet wat met je. Het uitdelen, het incasseren. De lach van weleer maakt steeds vaker plaats voor een norse blik. Achter de schermen: een wanhopige blik, soms. In 2007 sluiten de Drie Gezusters, de Groote Griet en Heidi’s Skihut vanwege een conflict met Kooistra. Als die in 2010 een einde maakt aan zijn leven, kan Oubaha ze een tijdje later weer tot leven wekken. Maar de economische crisis hakt erin.

Oubaha ondervindt tegenwerking. Grote jongens als bierbrouwer AB Inbev en de verwante vastgoedreus Pubstone maken hem duidelijk dat zíj de lakens uitdelen. Groeien naar tachtig, negentig cafés? Een illusie. Khalid Oubaha krijgt een realitycheck. Het doet wat met zijn gemoed.

Lees verder onder de advertentie

In 2015 zegt hij in een interview met De Gelderlander: „Ik heb altijd een topsportmentaliteit gehad (hij speelde bij voetbalclub MVV totdat hij een enkelblessure opliep, red.) Altijd doorgaan: nee heb je, ja kun je krijgen. Ik merk nu aan mezelf dat ik verder aan het kijken ben. What’s next, weet je wel. Je evalueert. Je komt in een fase van: is dit het nou? De laatste jaren heb ik vaak het gevoel gehad dat ik een soort brandweerman was. Overal moest ik brandjes blussen, problemen oplossen. Daar ben ik eigenlijk wel klaar mee. Het gaat mij niet meer zo om kwantiteit. Ik wil nu vooral dat mijn bedrijven kloppen. Ik wil móóie horeca.”

Lees ook: Sterrenrestaurant Vigor in Vught onverwacht dicht ‘wegens omstandigheden’, wat is er aan de hand?

Weg van het verschraalde bier

Dat lukt, deels. Op de Arnhemse Korenmarkt creëert hij Café Arnhem. Een klasse-tent. Heel anders dan zijn feestkroegen. Hij droomt ook hardop van mooie restaurants in de Molenstraat in Nijmegen. Van horeca voor een oudere doelgroep, 35-plus. Waar je het verschraalde bier van de studentenkroegen niet ruikt. Maar dat komt niet van de grond. Alleen de Friterie & Zo (‘de lekkerste verse frieten van Nijmegen’) en BAR 2 komen er nog bij in de Molenstraat, van het leegstaande Italiaanse restaurant Pinoccio maakt hij handig een stadsgarderobe met kluisjes voor het uitgaanspubliek.

Lees verder onder de advertentie

Verder is het: consolideren. Knokken voor lijfsbehoud. Vaak op flink volume. Ton Lenting, de Nijmeegse horecaman die hem ooit een baantje bij café De Stoof aanbood, kijkt er met een mix van bewondering en medelijden naar. ,,Sjoerd Kooistra was ooit Oubaha’s nachtmerrie. Zo hard, zo wilde hij nooit worden. Maar je moet vaststellen dat hij steeds meer op zijn oude baas is gaan lijken.”

Bart Kouwenberg, Oubaha’s partner van het eerste uur, koestert ondanks de breuk de warme herinneringen. Ook hij heeft zijn voormalige compagnon zien veranderen. Dat Oubaha’s imperium nu op omvallen staat, dat er uitstel van betaling is aangevraagd, dat de Belastingdienst het op Oubaha heeft gemunt, bezorgt hem geen leedvermaak. Nul.

Wel constateert hij droogjes: ,,Het vechten heeft Khalid ver gebracht. Maar ooit kom je iemand tegen die harder kan slaan. Vooral van de overheid - de burgemeester, de Belastingdienst - is het lastig winnen.”

Lees verder onder de advertentie

Als je dan de gunfactor niet (meer) hebt, als mensen je graag naar de grond zien gaan, ben je kwetsbaar.

Hij leeft nog

Maar Oubaha’s strijd is niet gestreden. Hij is nog niet failliet, hij leeft nog. Niet iederéén is tegen hem. Veel van de bijna tweehonderd schuldeisers willen met hem door. Zijn overlevingsstrijd heeft hem misschien wel wat nederiger gemaakt. Menselijker.

In 2018, voordat corona de wereld overspoelt en Oubaha’s koninkrijk ernstige schade toe zal brengen, viert K.O. Company (Oubaha’s moederbedrijf) zijn twintigjarig bestaan. Met een groot feest, een grote reünie. Het ondenkbare gebeurt: ook Bart ‘Sjors’ Kouwenberg verschijnt. De ‘broers’ sluiten elkaar na jaren weer in de armen, voor even. Tranen vloeien. Achter die grote bek van Khalid Oubaha, blijkt toch nog een klein hartje schuil te gaan.

Lees verder onder de advertentie

Beide mannen constateren: zo mooi als toen, wordt het nooit meer.

Oubaha in de wachtkamer: bedrijf in surseance

Khalid Oubaha (52), de grootste horecaondernemer van Oost-Nederland, heeft op 8 juli uitstel van betaling (surseance) aangevraagd bij de rechter. Zijn schulden zijn vooral in coronatijd hoog opgelopen. Een jaar lang is gewerkt aan een plan om met alle bijna tweehonderd schuldeisers tot een deal te komen, maar dat is mislukt. Een bewindvoerder die door rechter is aangewezen, doet nu een nieuwe poging voor een reddingsplan.

Oubaha zit dus in de wachtkamer. Zijn 24 kroegen en feestcafés in Nijmegen, Arnhem en Enschede (onder meer Van Buren en de Drie Gezusters in Nijmegen en Aspen Valley in Arnhem) zijn vooralsnog gewoon open. Grote vraag: wat doet de Belastingdienst? Die lag bij het eerdere reddingsplan dwars wegens een gebrek aan vertrouwen in Oubaha. Net als bierbrouwer AB Inbev. Oubaha zelf blijft strijdbaar. De bewindvoerder liet eerder deze week weten ‘lichtpuntjes’ te zien.