Het is vrijdagmiddag 5 juli 2024, ‘de dag van de klap’, begint De Gelderlander een uitgebreide reconstructie. Een mokerslag die Khalid Oubaha bijna knock-out doet gaan. Het is kwart voor drie, en zijn twee advocaten bellen. Gelijktijdig. Met slecht nieuws.
Een schuldenakkoord waaraan precies een jaar koortsachtig is gewerkt, een deal die in kannen en kruiken leek, is geklapt. Alsnog. De rechter, die het laatste oordeel moest vellen, heeft het reddingsplan verworpen.
Lees ook: Ondergang horeca-imperium Khalid Oubaha ondanks enorme schulden afgewend
Khalid Oubaha (52), iemand die nooit zelfvertrouwen tekort lijkt te komen, tolt op zijn benen. Letterlijk. Hij is vaak een man van branie, ballen en een grote bek, maar deze vrijdagmiddag trekt hij wit weg. Verslagen zit hij in het Nijmeegse hoofdkantoor van K.O. Company, het moederbedrijf van zijn 24 clubs en feestkroegen in Nijmegen, Arnhem en Enschede.
Hij ziet zijn levenswerk, opgebouwd met bloed, zweet en tranen, uit zijn handen glippen. De Drie Gezusters, Van Buren en Sjors&Sjimmie in Nijmegen; Café Arnhem, Aspen Valley in Arnhem en Enschede. Voor het eerst in bijna dertig jaar tijd staat K.O. Company niet voor Khalid Oubaha Company, maar voor Knock Out Company.
Einde oefening. Of toch niet?
Een cruciaal weekend
Er is een laatste strohalm: surseance aanvragen. Uitstel van betaling. Per direct.
Nu de ene procedure is geklapt (een zogeheten Whoa-traject), moet bij de rechter ogenblikkelijk toestemming worden gevraagd voor zo’n surseance. Zodat zijn ruim tweehonderd schuldeisers nog een tijd ‘on hold’ worden gezet. Om een direct faillissement af te wenden.
Komt u maandag maar terug
Rechtbank Overijssel
Het gaat om serieus geld. De schulden van de horecatycoon zijn in coronatijd, toen alles plat lag maar de kosten grotendeels doorliepen, opgelopen tot bijna 15 miljoen euro. Veel leveranciers hebben geld van hem tegoed: 6 miljoen ongeveer. Grootste én lastigste schuldeiser: de Belastingdienst. De fiscus eist 6,2 miljoen euro (achterstallige loonheffing en omzetbelasting). Uitkeringsinstantie UWV claimt 2 miljoen en het Rijk 3 ton (coronasteun).
Grootste schuldeisers
Oubaha panikeert na de onheilstijding van zijn advocaten. Maar hij herpakt zich. Hij roept zijn meest getrouwe medewerkers bijeen. Haast is geboden. Het loopt al tegen vieren. Bij de rechtbank Gelderland blijft de telefoon overgaan. Niemand neemt meer op. Bij de rechtbank Overijssel gelukkig wel. Maar de boodschap uit Zwolle is nuchter: de tijd is te kort om nu de surseance te regelen. ‘Komt u maandag maar terug.’
Lees ook: Scheve gezichten na redding van horeca-imperium Oubaha: ‘Zijn wij nou zo stom?’
Gespannen gaat Oubaha het weekeinde in. Wat als ook maar iemand hier lucht van krijgt? De Belastingdienst of bijvoorbeeld bierbrouwer AB Inbev? Zij hadden als zijn twee grootste schuldeisers het vertrouwen in hem al verloren. Er hoeft maar één schuldeiser een faillissementsverzoek in te dienen vóórdat de surseance erdoor is. Dan is het echt klaar.
Hoeveel zuurstof nog?
Thuis voert Oubaha dat weekeinde voortdurend overleg. Met adviseurs en advocaten. Het worstcasescenario, een faillissement, komt ook op tafel. Wat dán? Zijn er überhaupt doorstartmogelijkheden? Vrienden en familieleden bellen en praten hem moed in. Zo verstrijkt de zaterdag. Een strandwandeling bij zijn vriendin in Noordwijk biedt beperkt afleiding. Zo verloopt de zondag.
Maandagochtend 8 juli is Oubaha er als de kippen bij. Nu gaat het verrassend soepel. De rechter in Zutphen (van de rechtbank Gelderland) verklaart de firma Khalid Oubaha Company BV en de onderliggende bv’s in staat van surseance. Opeens is er weer even lucht, even ademruimte. Al is volstrekt onduidelijk hoeveel zuurstof er nog in de tank zit.
De rechtbank stelt een bewindvoerder aan om te onderzoeken hoe het verder moet met Oubaha en zijn immense schuldenlast. Het is een bewindvoerder met een veelzeggende naam: Tian Herstel, verbonden aan JPR Advocaten in Doetinchem.
Met de billen bloot
Nog diezelfde maandagmiddag stapt deze mr. Herstel met vijf collega’s Oubaha’s hoofdkantoor binnen, een diep, smal pand bij het Kronenburgerpark in Nijmegen. Voor de horecabaas, gewend om de touwtjes stevig in handen te hebben, voelt het als een overval. Alle boeken moeten open. Alle cijfers op tafel. De billen moeten bloot.
Oubaha beseft: negen van de tien surseances eindigen binnen een paar dagen alsnog in een faillissement. Het gevaar is niet geweken. Maar zijn bedrijf is in de kern financieel gezond, bezweert hij Herstel en diens juristenteam. K.O. Company schreef tot aan de coronapandemie altijd zwarte cijfers. Hij moet Herstel bewijzen dat hij stabiel is. Betrouwbaar.
Waarom moeten ze hem hebben?
Achter de schermen toont Oubaha zich al langere tijd verbolgen over de rol die de fiscus speelt. De Belastingdienst is fel gekant tegen een schuldenakkoord, blijkt uit documenten van de rechtbank. Intensieve pogingen om tot elkaar te komen zijn in de voorbije maanden telkens gestrand.
Ze moeten hem niet, lijkt het. Misschien speelt mee dat hij in coronatijd een grote mond opzette. Aan talkshowtafels hekelde hij het gebrek aan steun van de overheid. De geboden steun wás geen steun.
Lees ook: Wie is Khalid Oubaha, horecatycoon in nood? ‘Je mag me of je mag me niet’
Pas een jaar na de corona-uitbraak kwam hij erachter dat de overheid zijn 24 zaken als één bedrijf beschouwt. Dus kreeg hij maar één keer een (beperkte) tegemoetkoming in de vaste lasten, die tijdens de lockdown 1,1 miljoen euro bedroegen (salarissen, huur, energie). Per maand. Twee jaar lang. ‘Misleiding!’
Oubaha is op gevoelige tenen gaan staan
De Nijmeegse burgemeester Hubert Bruls, met wie Oubaha soms aan dezelfde talkshowtafel zat, groeide uit tot een strenge hoeder van de coronamaatregelen. Tot aan de landelijke avondklok toe. Oubaha groeide uit tot het recalcitrante gezicht van de boos protesterende horeca. Tijdens de lockdown dreigde hij zijn eigen zaken open te gooien. Immers, winkels waren weer open, er werd gevlogen. Wat was het verschil? Hilversum belde hem graag.
Met zijn gepeperde uitspraken op tv is Oubaha op gevoelige tenen gaan staan. Waarom sluit de fiscus al een jaar lang wél volop schuldendeals met andere bekende horecabedrijven die door corona een belastingschuld opliepen? Anderzijds: er zijn ook zat horecabedrijven zónder deal. Hardwerkende, vaak kleinere cafébazen en restauranthouders die gewoon alles terug moeten betalen. En dat ook keurig doen.
Op de rand van de vulkaan
Khalid Oubaha danst niet, maar wankelt op de vulkaan. Hij kijkt naar beneden en denkt geregeld te zullen vallen. Maar dat gebeurt niet, in die spannende julidagen. Opmerkelijk is: de Belastingdienst valt formeel buiten de surseance. Men had zó bij Oubaha’s kroegen naar binnen kunnen stappen om de kassa’s mee te nemen en beslag te leggen op zijn biertaps, flessen drank, biefstukken én panden. Het blijft stil.
Onrust is er desondanks. De Nijmeegse Vierdaagse nadert, een stad bomvol wandelaars en vooral honderdduizenden feestvierders. Overal verrijzen podia en buitentaps. Zoals ieder jaar laat ook Oubaha in het Nijmeegse horecahart voor zijn studentencafés in de Molenstraat en op het Koningsplein podia en bars opbouwen.
Jongens, houd vertrouwen! Het komt echt goed. Jullie krijgen je geld
Terwijl ze bezig zijn, lezen de podiumbouwers op de website van De Gelderlander dat voor hun opdrachtgever een faillissement dreigt. Wat te doen? Stoppen of doorgaan? Tientallen leveranciers staan voor hetzelfde dilemma. Oubaha wordt platgebeld.
Alle geldstromen vastgelegd
Hij is een goede prater, altijd al. Maar nu ‘lult’ de horecatycoon zich letterlijk de blaren op de tong om twijfel weg te nemen. ‘Jongens, houd vertrouwen! Het komt echt goed. Jullie krijgen je geld.’
Belangrijker nog is dat bewindvoerder Tian Herstel vertrouwen in Oubaha heeft, en houdt. In de weken dat hij kantoor houdt bij de Nijmeegse horecatycoon, ziet hij van dichtbij hoeveel er dagelijks in en uit gaat. Oubaha werkt geheel cashloos. Alles digitaal. Alle geldstromen zijn vastgelegd. De bewindvoerder concludeert al na een paar dagen: dit is een bedrijf met hoge schulden, maar tegelijkertijd draait de toko als een tierelier. Op de keper beschouwd is Oubaha’s bedrijf financieel voldoende solide. Gevraagde cijfers liggen in no time uitgedraaid op zijn bureau.
Op de keper beschouwd is Oubaha’s bedrijf financieel voldoende solide
De degelijke, aimabele en doortastende jurist Herstel en de flamboyante, emotionele straatvechter Oubaha blijken een goed gelegenheidsduo te vormen. Soms knalt het, staan ze met de koppen tegen elkaar. Maar vaak kijken ze dezelfde kant op. Overtuigd geraakt van de levensvatbaarheid van Oubaha’s imperium, zet Herstel vol in op het herstellen van de gebrouilleerde relatie met de Belastingdienst. Dáár ligt de crux. Dáár ontbreekt het kennelijk aan vertrouwen.
Wat deed Oubaha fout?
Maar waarom eigenlijk? Welk probleem heeft de Belastingdienst écht met de Nijmeegse ondernemer? Dat Oubaha tijdens corona 6 miljoen euro stak in het opknappen van zijn kroegen? Als je dat bedrag deelt door 24, en uitsmeert over de coronaperiode die meerdere jaren duurde, is dat bedrag dan echt zo vreemd?
Was het omdat hij zijn nieuwe financiers tijdens de Whoa-procedure geheim hield, of in ieder geval niet actief overdroeg aan de rechtbank? Of omdat zijn moederbedrijf buiten schot bleef? Bij een faillissement zou dat gewoon doordraaien. Oubaha zou miljoenen aan schulden worden kwijtgescholden. Waar leveranciers naar hun zuurverdiende centen kunnen fluiten, zou Oubaha er in theorie zelf op vooruit kunnen gaan.
Het zijn allemaal facetten die hebben meegespeeld, klinkt het.
Bemoedigende signalen
Bewindvoerder Herstel probeert de ui volledig af te pellen. Op alle vragen antwoord te geven. Hij overlegt met grote regelmaat met vertegenwoordigers van de Belastingdienst. Heeft het zin, wil hij telkens horen van de Belastingdienst, om dóór te zoeken naar een oplossing? Kan er worden gewerkt aan een nieuw schuldenakkoord met de talloze crediteuren? Is de fiscus ook zélf bereid om alsnog een deal te sluiten? Anders kan de stekker er immers net zo goed meteen uit.
Herstel krijgt bemoedigende signalen. Dus blijven de cafés open. In de mensenmassa van de Vierdaagsefeesten voelt Oubaha zich bekeken. Hij wil zich niet verstoppen en wandelt door de menigte, van kroeg naar kroeg. Hij ontvangt scepsis, gekke blikken, krijgt talloze vragen. Anderen kloppen de horecabaas bemoedigend op de schouder.
Ook na de feestweek zijn de kroegen gewoon geopend. Het wordt augustus. Het wordt september. Oktober. November. Hoop doet leven. De cijfers blijven goed. Maar Oubaha blijft ook in onzekerheid.
Als een bokser
Feitelijk duurt die onzekerheid al sinds de vórige Vierdaagsefeesten, juli 2023, zestien maanden geleden. Toen de Belastingdienst beslag wilde leggen op zijn cafés en clubs. Waarna Oubaha’s advocaten als respons vliegensvlug de Whoa-procedure startten die op 5 juli 2024 strandde.
Oubaha voelt zich volgens intimi als een bokser die twaalf rondes lang een gevecht op leven en dood levert. Klap op klap krijgt. Maar zich telkens opricht als hij neergaat. Er pompt zóveel adrenaline door zijn aderen, dat hij de pijn niet voelt. Hij moet overleven. Dat is het enige dat telt. Dag voor dag. Verder kijken kan hij niet.
Lees ook: Khalid Oubaha over ophef na redding van zijn horecazaken: ‘Ik had zelf ook liever willen aflossen’
De ondernemer schrikt niet meteen van wat tegenwind. Zijn leven lang vecht hij al ellenlange juridische gevechten uit. Met brouwerijen, leveranciers, zakenpartners, concurrenten en zijn leermeester Sjoerd Kooistra (overleden in 2010). Vechten is wat hij doet. Het maakte hem groot. Maar ook: kwetsbaar. Gehaat. Er zijn veel vijanden die de man met de grote mond maar wat graag naar de grond zien gaan. Klaar, om in de harde horecawereld ook een graantje — lees cafés — mee te pikken.
Imperium opknippen
Eigenlijk is Oubaha het vechten zat, zeggen insiders. Dit is niet waar het leven om draait. Waar heeft hij het al die jaren voor gedaan? Privé betaalde hij de prijs. Hij zag zijn twee jongens jarenlang veel minder dan hij wilde. Ze zijn volwassen nu, slim, en hebben de wereld voor zich. Hij wenst hen een ander leven toe dan het harde, onvoorspelbare horecaleven.
Bij een faillissement sluiten zijn 24 cafés en clubs de deuren, en staat vijfhonderd man aan personeel op straat. Het zal gaten slaan in de uitgaansgebieden van Arnhem, Enschede en Nijmegen. De feestkroegen zullen mogelijk maanden dicht zitten. Het imperium zal hoogstwaarschijnlijk worden opgeknipt, en verkocht. Alles in één klap overnemen? Wie zou dat moeten doen? Wie kán dat?
Als ik deze bokswedstrijd overleef, ga ik het anders doen
Khalid Oubaha
Zo speelt het zwartst mogelijke scenario voortdurend door Oubaha’s hoofd. Dertig jaar was hij een puur horecadier, nadat zijn jongensdroom op een profcarrière als voetballer bij MVV door blessureleed vervloog. Uitwaaiend op het Noordzeestrand in Noordwijk komt hij in de afgelopen maanden piekerend en mijmerend tot voor hemzelf verrassende inzichten: ‘Als ik deze bokswedstrijd overleef, ga ik het anders doen’.
Privé en zakelijk, neemt hij zich voor.
Steunt rechter reddingsplan nu wel?
Je zult hem niet meer zo snel aan talkshowtafels zien. Hij zal een toontje lager zingen. Zich meer richten op kwaliteit en minder op kwantiteit. Met meer zakelijke zekerheid, minder financiële risico’s. Zich meer met andere dingen bezighouden ook. Wat is nou écht belangrijk?
Familie. Zijn zoons. Zijn zussen. Zijn ouders. Zij droomden van een mooi bestaan in Nederland, maar moesten als gastarbeiders het vooral met fabrieks- en schoonmaakwerk doen. Nu zijn de mensen die hem alle kansen gaven in het leven, oud en broos. Ze rekenen op hem. Er is niet veel tijd meer, realiseert hij zich. Tijd is nu zoveel belangrijker dan geld.
De fiscus kiest eieren voor zijn geld: men krijgt dik 2 miljoen euro terug
Het wordt dinsdag 19 november 2024. Het is de dag van alles of niets. Nadat een grote meerderheid van de schuldeisers op 7 november al akkoord is gegaan met de nieuwe schuldendeal, inclusief bierbrouwer AB Inbev, staan veel seinen nu op groen. Ook de Belastingdienst is definitief aan boord, zo blijkt. De fiscus kiest eieren voor zijn geld: men krijgt dik 2 miljoen euro terug. Bij een faillissement nagenoeg niks. De extra transparantie die bewindvoerder Herstel heeft kunnen bieden in Oubaha’s bedrijfsvoering en geldstromen, speelt óók mee bij de veranderde opstelling van de Belastingdienst.
Het finale oordeel is nu aan de rechter. Steunt die het reddingsplan dit keer wél? Of volgt de genadeklap alsnog?
Voor de poorten van de hel
Het gaat niet meer mis. Witte rook kringelt. Alsnog gered. Voor de poorten van de hel. De champagne knalt, de euforie is groot. Weg is opeens die loden last van vijftien miljoen. Het voelt onwerkelijk.
Khalid Oubaha ging bijna knock-out, krabbelde op, vocht. En vindt uiteindelijk het geluk aan zijn zijde. Sommige horeca-collega’s schudden hun hoofd. Zo van: waarom moeten wij alle coronaschulden tot de laatste cent terugbetalen, en Oubaha niet? Het sentiment is begrijpelijk, al is vergelijken lastig.
Vechtersbaas Oubaha overleeft ook deze strijd. Hij kijkt alweer vooruit, zit vol nieuwe plannen. Iets van de bekende branie is er direct weer. Maar, realiseert hij zich: hij zal veel moeten doen om het vertrouwen terug te winnen, van leveranciers, zakenpartners, klanten. Hij wint, maar is niet ongeschonden. En het diepe besef is er: hij had zomaar kunnen verliezen. Alles. Het geluk is nu op. Dat kan niet anders. Niemand wint altijd.