De zesde periode bestrijkt de maanden juli tot en met september. Werkgevers bij wie de inkomsten in die periode met meer dan 20 procent dalen, kunnen het UWV vragen om een deel van hun loonkosten op zich te nemen.
Het maximale omzetverlies dat ze kunnen opgeven, is ditmaal beperkt tot 80 procent. De overheid blijft wel, net zoals in de voorgaande periodes, 85 procent van de loonsom vergoeden. Een groot deel daarvan maakt het UWV als voorschot over. Het definitieve bedrag waarop werkgevers recht hebben, wordt later vastgesteld.
De overheid blijft wel 85 procent van de loonsom vergoeden. Een groot deel daarvan maakt het UWV als voorschot over
UWV: in de vijfde NOW-periode was er veel minder behoefte aan de loonsubsidies
Het UWV merkte dat er in de vijfde NOW-periode veel minder behoefte was aan de loonsubsidies dan in voorgaande periodes. In totaal werden 45.000 verzoeken om financiële steun goedgekeurd, goed voor voorschotten van zo'n 1,4 miljard euro. In de vierde periode ging het nog om 74.000 toegekende aanvragen en 3,2 miljard euro aan voorschotten.
Lees ook: Ondernemers kunnen weer beroep doen op versoberde loonsteun