Volgens Constantijn, die werkt als belangenbehartiger voor start-ups en innovatie, moeten we niet naïef zijn over de toenemende concurrentie van bijvoorbeeld goedkope producten uit China en de gevolgen daarvan voor de eigen industrie.
Veel bedrijven hebben steeds meer moeite om die concurrentiestrijd aan te gaan. Ondernemersorganisaties zoals VNO-NCW en FME klagen al langer over onder meer de hoge energieprijzen, bureaucratische regeldruk en andere hindernissen waardoor het vestigingsklimaat in Nederland voor industriebedrijven steeds minder aantrekkelijk wordt.
Lees ook: Groei Nederlandse startup naar scale-up loopt vast: ‘Idiote wet- en regelgeving’
The Economist Sustainability Week Europe
Met de verkiezingen in aantocht zegt Constantijn dat er nu te veel inconsistentie is in het beleid, bijvoorbeeld rond subsidies en belastingen. „Iedere keer nieuwe subsidieregelingen, dan weer wel, dan weer niet. Ondernemers moeten kunnen anticiperen op overheidsbeleid als het gaat om investeringsbeslissingen. Ze willen wel, maar zo lukt het niet.”
Iedere keer wordt gekeken naar de korte termijn. Dat zet een rem op ons verdienvermogen
Prins Constantijn
„Waarom zegt Den Haag het ene en wordt het andere gedaan? Iedere keer wordt gekeken naar de korte termijn. Dat zet een rem op ons verdienvermogen”, aldus de prins op The Economist Sustainability Week Europe, georganiseerd door zakenblad The Economist.
Lees ook: Politieke chaos jaagt ondernemers weg uit Nederland: horendol van onzekerheid in Den Haag
Bescherming van Europese Unie
Volgens de speciaal gezant van TechLeap, het expertisecentrum voor start-ups en scale-ups, moet dit ook op Europees niveau worden bekeken. Hij pleit voor beschermingsmaatregelen van de Europese Unie voor de industrie, vooral tegen China dat eigen bedrijven juist enorm steunt.
„We kunnen het anders niet aan. Het is een strategische kwestie, want anders vertrekken bedrijven, werkgelegenheid en capaciteiten uit Europa. Dat kunnen we ons als continent niet veroorloven.”
Lees ook: Verkiezingen 2025: wat beloven de politieke partijen ondernemers?