Nieuws Regio
Zo haalden twee sportautofabrikanten miljoenen mondkapjes naar Nederland
Waar Iwan en Dimitri Göbel normaal gesproken sportwagens bouwen hielden de Zutphense broers zich de afgelopen maanden bezig met het importeren van mondkapjes. Het lukte hen mede dankzij hun contacten en zakelijke ervaring in China.

Iwan Göbel © Jeroen Jazet. Onder: Iwan en Dimitri Göbel in een van hun Burtons © Burton Car Company
Miljoenen speciale en eenvoudige kapjes brachten de broers Göbel naar verschillende zorginstellingen in Nederland, staat te lezen in het AD. Ze gebruikten daarvoor hun netwerk in Azië, dat ze opbouwden in de jaren dat ze van Burton de grootste sportwagenfabrikant van Nederland maakten.
Zakelijke etiquette in Azië
,,Zaken doen in Azië werkt niet zoals wij het gewend zijn. Daar moet je langdurig in investeren.’’ Iwan Göbel (47) draait er niet omheen. Samen met zijn broer Dimitri haalde hij miljoenen gespecialiseerde én gecertificeerde mondkapjes naar Nederland. Voor hem niet veel werk. Dit in tegenstelling tot de overheid en zorginstellingen zelf, die in de coronatijd belazerd werden en deals keer op keer zagen stuklopen.
,,Iemand uit China wil je kunnen vertrouwen. In Nederland vragen we een prijsopgaaf. Daar onderhandel je wat over of die betaal je en klaar. Een Chinees werkt niet zo’’, zegt Göbel tussen de Burtons. Tussen die tientallen sportwagens op het industrieterrein in Zutphen staan nog dozen vol met mondkapjes. Zo'n 25.000 gespecialiseerde mondkapjes heeft hij in dozen van 1200 nog liggen. De restanten van zo'n anderhalf miljoen gecertificeerde mondkapjes die gebruikt worden op intensive cares en miljoenen zogenoemde chirurgische kapjes, de wat simpelere en goedkopere mondkapjes.
''Een Nederlander wil gelijk een prijs. Dan heeft diegene alle reden om je te belazeren.''
,,Als je zaken wil doen met een Chinees dan bouw je een band op. Je gaat mee naar een karaokebar, drinkt samen drankjes en praat over kinderen. Ik heb gezongen met ze. Als je dat durft dan vertrouwt een Chinees je. Een Nederlander wil gelijk een prijs. Dan heeft diegene alle reden om je te belazeren.’’
Binnen 24 uur deal voor mondkapjes
De contacten deed hij met z'n broer de afgelopen jaren op. Voor onderdelen van de sportwagens kopen de broers Göbel in 26 landen over de hele wereld in. De Burtons zelf verkopen ze in 86 verschillende landen. ,,Aan het begin van de coronacrisis kwam een collega naar me toe. Zijn vrouw werkte in het Rijnstate ziekenhuis in Arnhem. Ze hadden daar zo weinig mondkapjes dat ze nog maar twee dagen konden opereren. Die collega vroeg of wij niet wat konden regelen met al die contacten.’’
Zo gezegd, zo gedaan. Göbel belde één van zijn contacten in China en binnen 24 uur had hij een deal voor tienduizenden mondkapjes. 80.000 mondkapjes - type FFP2 - tikten ze op de kop. Ruim 2 euro per stuk, exclusief btw. Voor de kostprijs verkochten ze de kapjes door aan ziekenhuizen, tandartsen en huisartsen. ,,We hebben er geen winst op gemaakt. Bovenop de inkoopprijs rekenden we de transportkosten en verzekeringskosten, maar dat was het dan ook.’’
Stormloop op mondkapjes en sportwagens
Göbel deelde het succes enthousiast op Facebook. Zorginstellingen met een tekort konden zich bij hem melden. ,,Dat liep wat uit de hand. Zonder te overdrijven. Ik kreeg bijna elke minuut wel een berichtje van organisaties of instellingen die naar kapjes op zoek waren. Er is behoorlijk wat tijd in gaan zitten en dat bovenop het extra werk met onze sportwagens. Dat werkte namelijk net als een bouwmarkt. Mensen hadden niets te doen dus wilden wel een oude eend opknappen. Alleen daarmee hadden we al 30 procent extra werk. En dan dus nog die mondkapjes.’’
Snel na die eerste bestelling mondkapjes liep zelfs Göbel tegen de problemen aan om de kapjes in Nederland te krijgen. ,,Er lagen Amerikanen letterlijk voor de fabriek daar en bij de douane. Als een werknemer naar buiten liep boden ze drie keer zoveel voor een doos. Uiteindelijk heb ik een contact van me bij de fabriek neergezet. Hij sliep daar en hield alles tot verzending in de gaten.’’
Lees ook: Michiel Muller (Picnic): ‘We zitten nu tussen de oren van de mensen’
Omhoogschietende verzendkosten
Daar bleef het niet bij, somt Göbel op. ,,Er werd ineens 70 procent meer gevraagd. Dat kan je dan betalen of je krijgt niets. Uiteindelijk hebben we dat niet gedaan. We zijn vliegensvlug naar een ander contact gegaan. Daarnaast werd verzenden steeds duurder. In de eerste week kostte het 2500 euro om de mondkapjes te versturen. In vijf weken tijd schoot dat omhoog naar 18.000 euro.’’
Een oorlog, daar vergelijkt Göbel de strijd om de mondkapjes mee. ,,Als het oorlog is dan pak je alles wat je pakken kan. Dat gebeurde nu ook. Alle landen vlogen op de mondkapjes af. Dan heb je ondernemers nodig. Ondernemers met goede contacten daar. Wij hadden qua mondkapjes makkelijk kunnen opschalen. We hadden wel 5 tot 10 miljoen kapjes per week kunnen regelen. Daar hadden we het geld alleen niet voor.’’
Voorschotten zelf betaald
De eerste 650.000 euro aan inkoopkosten schoten de broers voor uit hun bedrijfskapitaal. ,,Die rek was er op een gegeven moment uit. Toen hebben we zorginstellingen gevraagd om het bedrag voor te schieten. Als we niet konden leveren zouden ze het geld terugkrijgen. Die manier van werken is niet gebruikelijk bij zorginstellingen, maar we konden niet anders.’’
Lees ook: Beterboeken.nl start crowdfunding: op weg naar 750.000 euro
Eén van die klanten tipte de broers Göbel bij het Ministerie van Volksgezondheid. ,,Wij hadden willen samenwerken om te kunnen helpen, maar dat liep op niets uit. We kregen een standaard mail. Onze contacten moesten we dan inleveren en dan zouden zij contact opnemen. Zo werkt dat niet. Dat doen we niet.’’
Hulp bij eventuele tweede coronagolf
Als er een tweede coronagolf uitbreekt staat Göbel er wel weer voor open. Hoewel de broers de laatst overgebleven mondkapjes deze maand voor een scherpe prijs proberen te slijten, sluiten ze nieuwe inkoop niet uit. ,,Als er paniek ontstaat ben ik beschikbaar hoor. Het heeft veel werk gekost, maar ik ben trots op wat we hebben kunnen doen. Het was heel dankbaar om te doen en het was ook best positief voor de uitstraling van het bedrijf. Waar zo'n opmerking van een collega al niet toe kan leiden.’’