Nieuws Brexit

Brexit-column: ‘Chumocracy’ is de oorzaak en de doodsklap van de Brexit

Op vriendjespolitiek en loyaliteit kun je geen goede managementstructuur bouwen. Je kunt er ook geen land mee door een moeilijke tijd loodsen.

Lennard van Otterloo 8 januari 2019

Lennard van otterloo

Het kerstreces is afgelopen, het parlement is weer terug en dus schakelt de dynamiek hier ook weer van reflecterend en analyserend terug naar de chaos van de dag.

Vlak voor Kerst had Theresa May de stemming over de deal uitgesteld aangezien ze hem niet leek te gaan winnen. Ze leek te hopen dat de feestdagen wat bezinning zouden brengen (én toenemende zorgen over een dreigend No Deal scenario) zodat een stemming over de deal in het nieuwe jaar makkelijker zou gaan. Het parlement is net een dag terug, de stemming is nu waarschijnlijk volgende week, maar het valt nog te bezien of twee weken bezinning veel uit heeft gemaakt.

Lees ook: Brexit-column: 'Death by a thousand cuts'

Zonder referendum, nieuwe verkiezingen of verdere onderhandelingen met de EU27 moet alle beweging nu vanuit Westminster komen. De enige mensen in het land die nu verandering in de impasse kunnen brengen zijn een betrekkelijk kleine groep parlementariërs, met name die in het lagerhuis. En daar lopen we dan direct tegen een probleem aan. Dat lagerhuis is een ander universum.

De pogingen om het lagerhuis wat meer te laten lijken op de man of vrouw in de straat lijken amper gelukt. Op sommige vlakken is er een hoop bereikt, een foto van het huidige lagerhuis naast die van dertig jaar geleden zal flinke (oppervlakkige) verschillen laten zien, bijvoorbeeld qua huidskleur en geslacht. Wat die foto niet zal laten zien is dat vrijwel alle parlementsleden desondanks uit slechts één of twee economische groepen komen en vrijwel allemaal aan dezelfde paar Britse topuniversiteiten hebben gestudeerd. De tijd dat een voormalig postbode het tot minister kon schoppen (Alan Johnson, Labour) lijkt lang geleden.

Lees ook: Brexit-column: de opmerkelijke brief van de Belastingdienst

Dit is deels verklaren door het betrekkelijk recente fenomeen van de beroepspoliticus. Mensen worden hier tegenwoordig, vaak direct uit de exclusieve topuniversiteit, op jonge leeftijd partijmedewerker met de hoop om ooit parlementslid en daarna ooit minister of minister president te worden. Ministers zijn hier tegelijk ook parlementslid (wat in Nederland niet is toegestaan is hier min of meer verplicht) en zonder parlementslid te zijn wordt je hier nooit minister.

Dit levert parlementsleden op die nooit ergens anders dan in de politiek hebben gewerkt. Het levert mensen op die in het lagerhuis zitten als opstap naar het ministerschap, niet omdat ze het volksvertegenwoordigerschap als roeping zien. Het levert mensen op die meer een afspiegeling zijn van elkaar dan van de maatschappij.

Lees ook: 10 zaken die je geregeld moet hebben als er geen Brexit-deal komt

Koppel dit aan de grenzeloze arrogantie die Britse elitescholen stimuleren en het creëert een eigen universum. Een universum waar een beroepspoliticus doodleuk de directeur van een transportbedrijf kan uitleggen dat extra douaneformaliteiten of lange wachttijden geen probleem zijn.

Bovendien is de Britse samenleving, zowel in politiek als bedrijfsleven, vrij hiërarchisch. Een hogere positie of loyaliteit zijn doorslaggevender dan competentie of kennis van zaken. Dat komt de kwaliteit van de beslissingen meestal niet te goede. Ik ken wel wat bedrijven waar het management vooral bestaat uit studievrienden of mensen geselecteerd op ‘likeability’, niet uit mensen geselecteerd op hun kwaliteiten. Dat zijn meestal bedrijven waarmee het niet zo lang goed gaat. Eén van de veelgehoorde verklaringen voor de opvallend lage arbeidsproductiviteit (Bruto Binnenlands Product gedeeld door totaal aantal gewerkte uren) in het Verenigd Koninkrijk is de lage kwaliteit van het management in Britse bedrijven.

De Britten noemen hun landsbestuur wel eens een ‘chumocracy’ (chum is Engels voor goede vriend). Als je politiek vooral als een spelletje ziet dan heb je daar misschien geen moeite mee. Helaas gaat het mis als je vanuit een zwakke positie moet onderhandelen met partijen waar competentie belangrijker is dan een grote mond. Of als je besluiten moet nemen waar de complexiteit niet verdwijnt met wat bluffen. Misschien moesten de Britten bluf eens bottelen en exporteren, daar is vast geen exportverklaring voor nodig.

Over Lennard van Otterloo

Lennard van Otterloo is ondernemer en woont sinds 2006 in Londen. Hij is mede-oprichter van het De Ruyter Netwerk (voor Nederlanders in de creatieve, media of startup sector in Londen), lid van het Startup Mentoren Netwerk van de Nederlandse Ambassade en werkt als strategie consultant voor technologiebedrijven. Lennard schrijft voor De Ondernemer vanuit Londens perspectief wekelijks een column over Brexit, onder meer over de zekere en mogelijke gevolgen voor ook Nederlandse ondernemers.