De economie werd ook getroffen door autofabrieken die hun gebruikelijke zomerse onderhoudsbeurten naar voren haalden. Door ze al in april te plannen, hoopten ze de dreiging van onderbrekingen van de levering rond de oorspronkelijke brexitdeadline te voorkomen.
De Britse industrie kromp uiteindelijk met meer dan 2 procent. Dat is sterkste achteruitgang in ongeveer tien jaar. De consumptie van huishoudens ging wel wat omhoog, geholpen door de lage werkloosheid en loonstijgingen. Daarentegen kreeg de economie geen steun van de dienstensector. Ook de handel nam af.
Intussen blijft Brexit voor onzekerheid zorgen. De Britse regering heeft er afgelopen weekend bij de leiders van de Europese Unie op aangedrongen om de Brexitovereenkomst te heronderhandelen omdat "de politieke realiteit" zou zijn veranderd. Premier Johnson, die May eind juli opvolgde, stelt dat hij op 31 oktober de Europese Unie wil verlaten, met of zonder akkoord met Europa.