Nieuws Brexit
Brexit: 'Verenigd Koninkrijk terug naar 19e-eeuwse visie op handel'
Het Verenigd Koninkrijk probeert terug te keren naar een 19e-eeuwse visie op handel. Voorlopig is de score ondermaats. Of, zoals Lennard van Otterloo het in zijn wekelijkse Brexit-column schrijft: ,,Als het verlaten van de EU een weloverwogen en goed doordacht plan was geweest dan zou ik ze een acht voor moed geven. Nu krijgen ze hooguit een acht voor roekeloosheid.''

Hoewel de internationale economie sinds midden twintigste eeuw uit veel meer bestaat dan simpelweg het kopen en verkopen van goederen, lijkt het oude beeld bij veel Brexiters nog steeds dominant. Bij Donald Trump ook trouwens. Handelspartners of concurrenten.
Soms lijken hun denkbeelden zelfs op het ‘mercantilisme’ dat tot de 18e eeuw in Europa de dominante visie was. In dat model waren landen succesvol door zo veel mogelijk producten te exporteren in ruil voor vreemde valuta of goud. Een ‘zero sum game’, waarin de winst van jouw land altijd ten koste moest gaan van andere landen. Landen waren eigenlijk geen handelspartners, eerder concurrenten. Het is dan ook niet vreemd dat die tijd bol stond van kolonialisme en oorlogen.
Van concurrentie naar interdependentie
Het moderne internationaal zakendoen ziet er heel anders uit. Uiteraard concurreren bedrijven en landen nog steeds met elkaar, maar er zijn ook veel meer onderlinge afhankelijkheden. Supply chains zijn steeds complexer geworden en veel concurrerende bedrijven zijn afhankelijk van dezelfde leveranciers.
In een wereld waarin Renault én Volkswagen veel onderdelen van Bosch gebruiken, hebben beide er belang bij dat Bosch het goed doet. Volkswagen gaat zelfs een stukje verder door zijn nieuwe MEB-platform voor elektrische voertuigen ook ter beschikking te stellen aan concurrenten. Het drukt de kosten, terwijl ze op andere vlakken zullen concurreren.
Op een hoger niveau gebeuren zulke zaken eigenlijk ook. Landen groeperen zich in economische blokken als Mercosur, NAFTA, ASEAN, ECOWAS en de EU omdat ook op die schaal samenwerken voordelig kan zijn.
Lees ook: Brexit-column: Boris Johnson verafschuwd én geliefd om zijn leugens
Slechte voortgang met handelsovereenkomsten
Het Verenigd Koninkrijk probeert nu tegen die stroom in te zwemmen. Het verlaat het blok waar het aan drie kanten door omringd wordt en kiest een onzekere toekomst waarin het moet proberen zo veel mogelijk nieuwe handelsovereenkomsten te sluiten om niet al te veel terug te vallen. Rennen om niet al te veel terrein te verliezen.
Het VK heeft 24 landen waarmee het voor meer dan 10 miljard pond zakendoet, 16 daarvan onder een bestaande handelsovereenkomst. Ofwel omdat die landen onderdeel zijn van de EU, ofwel omdat de EU overeenkomsten heeft met die derde landen, zoals Canada, Japan, Noorwegen, Turkije, Zuid-Korea en Zwitserland. Het VK probeert nu zo veel mogelijk de EU-deal te repliceren.
De meest vergaande deal die ze in de pijplijn hebben is die met de 50.000 zielen tellende Faeröer-eilanden. Met Noorwegen, Zwitserland en Zuid-Korea hebben ze een beperkte overeenkomst die slechts een aantal zaken hetzelfde zal houden. Mocht er een No Deal Brexit komen, dan staan deze alsnog deels op losse schroeven. Turkije is dan helemaal uitgesloten.
Lees ook: Deze ondernemer profiteert van Brexit: 'Het toverwoord voor de deal'
Japan en Canada willen goede deal voor zichzelf
Afgelopen week kwam er het slechte nieuws dat Japan en Canada geen van beide van plan zijn om het VK dezelfde deal te geven als de EU. Nu het VK veel zwakker staat in z'n eentje, denken zij dat ze er een voor hen veel gunstigere overeenkomst uit kunnen slepen. En de VS? Donald Trump heeft er wel oren naar, omdat ook hij een verzwakt land ziet. Helaas voor hem heeft het Congres het laatste woord over handelsovereenkomsten en dat eist eerst een oplossing voor de Ierse grens.
Alle bravoure over een ‘global Britain’ dat, eenmaal buiten de EU, een groot handelsland kan worden verliest aan kracht. Zelfs de schade beperken gaat ze niet goed af. Als de EU verlaten een weloverwogen en goed doordacht plan was geweest, dan zou ik ze een acht voor moed geven. Nu krijgen ze hooguit een acht voor roekeloosheid.