Nieuws Coronavirus
Deze bedrijven gingen failliet door corona, maar maken toch een doorstart
Veel bedrijven bleven ternauwernood in leven dankzij de steunpakketten van de staat. Deze ondernemingen gingen wel failliet door corona, maar beleefden een doorstart.

Foto: Raymond Rutting
2020 was het jaar van de grootste economische krimp sinds de Tweede Wereldoorlog. Toch is, anders dan in eerdere crises, de hoop overeind gebleven. Dat is bijvoorbeeld te zien aan het door het CBS bijgehouden producentenvertrouwen. Na een korte, diepe dip in het voorjaar is het cijfer weer opgeveerd. Niks eindeloze depressie, schrijft de Volkskrant
Het heeft alles te maken met de bizarre achtbaan waarin ondernemers zich bevinden. Aan de vooravond van de corona-pandemie zat Nederland in een hoogconjunctuur. In maart kwam de grote klap. Nederland ging op slot. Zo diep als het dal in die eerste kwartalen was, zo spectaculair pakte het herstel in de zomer uit. Waarna het jaar toch weer onzeker eindigde. Met een nieuwe lockdown – maar ook zicht op het vaccin.
Die stip op de horizon verklaart mede waarom bedrijven massaal weigeren het bijltje erbij neer te gooien – of anders direct een doorstart maakten. Er gingen in 2020 nog minder bedrijven failliet dan het jaar ervoor. Dat is bovenal te danken aan de ruimhartige overheidssteun. De politiek betaalde werknemers in de horeca, cultuur, luchtvaart en andere noodlijdende sectoren door. Zij garandeerde leningen en gaf belastinguitstel.
Toekomstperspectief
Toch kan dit niet het hele verhaal zijn. Want als ondernemers geen toekomstperspectief meer zien, zullen zij alsnog opgeven. Dat blijkt niet het geval. De Kamer van Koophandel noteert zelfs steeds meer startende bedrijfjes. De vraag is of dat terecht is. Aangenomen dat Nederland in 2021 het virus onder controle krijgt, voorspelden de rekenmeesters van het Centraal Planbureau in november nog een groei van bijna drie procent. Eind 2022 zullen de Nederlanders ook per hoofd van de bevolking weer even welvarend zijn als vóór corona. In de tussentijd stijgt de werkloosheid naar verwachting fors en zal ook het aantal faillissementen toenemen.
Zitten we in de stilte voor de storm, of zijn dit de laatste loodjes? Deze ondernemers gaan uit van het laatste. De meesten moesten drastisch afslanken na hun faillissement. Sommigen gooiden het roer om en boren nieuwe markten aan, maar allemaal blijven ze rekenen op betere tijden. Wel een beetje snel graag. (Koen Haegens)
Congressen - Mansveld Expotech
Even geen standbouw op beurzen, de focus ligt op digitale evenementen
Aan het begin van het jaar mocht Mansveld Expotech uit Eindhoven zich rekenen tot de Europese top van de ‘live-communicatiemarkt’. De medewerkers verzorgden op beurzen en congressen het licht, beeld en geluid en bouwden desgewenst ook de bijbehorende stands en decors. Zo boekte het bedrijf met zo’n 120 medewerkers circa 8 miljoen euro omzet per jaar. Vaak balancerend op de grens van winst en verlies, want in de evenementensector is de concurrentie moordend. Maar als dochter van het goed renderende Mansveld Techniek, een Brabantse bedrijvengroep in elektrotechniek en meer, met zo’n 380 werknemers, leek er geen vuiltje aan de lucht. Sterker, per 1 januari was zelfs concurrent TAO ingelijfd.
De evenementensector werd in maart direct keihard geraakt door de coronacrisis. Beurzen en congressen werden in het beste geval uitgesteld, hoewel ze uiteindelijk toch nog moesten worden afgezegd. ,,De vraag ging in een keer naar nul", zegt Expotech-directeur Richard Kluijtmans. En wat erger was: enige verbetering diende zich niet aan, ook al deed het bedrijf nog zo zijn best om coronaproof-evenementen te bedenken. De omzet kelderde tot 2,5 miljoen euro, het verlies liep op tot 1,5 miljoen. Van flexibele krachten was al snel afscheid genomen. Maar op 21 september besloot de directie het faillissement aan te vragen ‘om de rest van het bedrijf niet in gevaar te brengen’. De rechtbank Oost-Brabant stemde daar een dag later mee in.
Het moederbedrijf treurde niet lang. Het meldde zich direct bij curator Reinoud van Oeijen voor een doorstart van het bedrijf als Expotech Projects. Dat gaat zich met tien man concentreren op digitale evenementen. Nog een kleine twintig werknemers gaan voorlopig elders aan de slag, in afwachting van betere tijden. Kluijtmans: ,,We zetten nu in op digitaal, maar hopen volgend jaar september weer bezig te zijn met fysieke evenementen." (Marc van den Eerenbeemt)
,,Ik kreeg zoveel begrip en steun dat ik me toen pas realiseerde hoe sterk ons merk eigenlijk is"
Voeding - Houben Worstenbrood
‘Dit zou ons jaar worden, met een nieuwe winkel en lunchroom’
Het ging goed met Houben Worstenbrood aan het begin van dit jaar. Zo goed dat de worstenbroodjesbakkerij, die in 2014 werd opgericht, van de rand van Eindhoven naar het centrum verhuisde. De deuren van de nieuwe winkel en lunchroom zouden op 14 maart feestelijk openen. ,,Dit zou ons jaar worden", vertelt eigenaar Bart Houben. Maar de lockdown van de dag erna gooide roet in het eten, de bakkerij bleef dicht.
,,Gek genoeg werd ik er rustig van. Ik kon na heel hard werken eindelijk weer ademhalen", zegt Houben. Maar de gemoedsrust was van korte duur: ,,We gingen leveren aan horeca, de groothandel en verkochten broodjes op festivals. Maar toen viel ook die afzet ineens helemaal weg." Houben bleef rekeningen vooruitschuiven. ,,Uiteindelijk leek het erop dat we het met een goed laatste kwartaal nog konden redden."
Met de aankondigingen van nieuwe maatregelen in oktober wist Houben dat ‘het zo niet meer verder kon’. Hij belde alle leveranciers en betaalde wat hij nog kon. Op 20 oktober werd de bakkerij failliet verklaard. ,,Ik kreeg zoveel begrip en steun dat ik me toen pas realiseerde hoe sterk het merk Houben Worstenbrood eigenlijk is." Dat besef, en alle tijd, geld en energie die hij samen met familie en vrienden in het bedrijf stak, was genoeg reden voor een doorstart.
Sinds 1 december is Houben Worstenbrood weer open. In hetzelfde huurpand, maar zonder lunchroom en met maar vijf in plaats van veertien personeelsleden. ,,Ik sta zelf weer in de bakkerij en rijd bestellingen rond." Het ging goed, tot Nederland weer in lockdown ging. De winkel is open, maar klanten blijven thuis. Ook bezorgen zat er niet meer in voor Houben: ,,Als klap op de vuurpijl ben ik positief getest op corona." Toch is hij hoopvol over het komende jaar. ,,We gaan focussen op online, dit gaat me niet nog een keer gebeuren." (Birk Heijkants)
Vervoer Taxi Electric
E-bikes, e-scooters en deelauto’s, dus niet meer alleen duurzame taxi’s
Het was een primeur in 2011: Taxi Electric, het eerste volledig duurzame taxibedrijf van Europa, met twee soorten klanten: de Amsterdamse hotels en bedrijven zoals ING, KLM en PwC. Taxi Electric had zo’n tweehonderd elektrische auto’s op de weg. Het personeel bestond uit langdurig werklozen, vaak 50-plussers uit de financiële wereld, die hun baan hadden verloren in de kredietcrisis. Taxi Electric was op het hoogtepunt goed voor omgerekend zo’n honderd volledige banen.
Een sociale onderneming als succesverhaal, tot maart van dit jaar. Door corona viel 90 procent van de omzet weg. Bedrijven gingen massaal over op thuiswerken, hotels sloten de deuren. Directeur-eigenaar Wouter Deelman voorzag dat NOW-steun onvoldoende soelaas zou bieden. Met de bodem van de kas in zicht kwam er een bliksem-doorstart. Goede Vrijdag 10 april werd het faillissement van Taxi Electric aangevraagd. Uit de tien geïnteresseerden koos de curator voor het bod van Deelman. Op 1 mei ging Taxi Electric verder als Travel Electric.
Na de doorstart gaat het niet meer alleen om duurzame taxi’s, maar om het hele mobiliteitsbeleid van bedrijven. Dat verandert door corona ingrijpend: meer thuiswerken, minder leaseauto’s, minder OV en meer e-bikes, e-scooters en deelauto’s. Via een app kan elke trip van iedere medewerker geboekt en betaald worden, zonder gehannes met bonnetjes. ,,Een soort Booking.com voor alle vormen van duurzaam vervoer", zegt Deelman.
Na herstel in de zomer was Travel Electric op weg naar break-even, tot de tweede lockdown van deze maand. Weer is bijna alle omzet weggevallen. Deelman, die eerder een Europees softwarebedrijf opbouwde en verkocht, vult de tekorten zelf aan. Hij en de tien overgebleven vaste medewerkers kunnen niet wachten tot de regels weer versoepeld worden. (Wilco Dekker)
Industrie - Hoppmann Machines
‘Dat virus hadden we al vroeg in beeld: machines mochten China plots niet in’
Nog maar twee jaar geleden stond Rob Spekreijse trots in attractiepark Slagharen, want de directeur van het industriële bedrijf Rollepaal was genomineerd voor de titel Ondernemer van het jaar van Ommen en omstreken. Hij greep net mis, zegt hij lachend, ‘omdat wij nauwelijks mensen in de zaal hadden en de andere genomineerden wel’, maar het evenement onderstreepte zijn reputatie.
Vlak daarna zette de grootaandeelhouder Rollepaal te koop. Spekreijse besloot voor zichzelf te beginnen met een onderdeel uit de groep, Hoppmann. Die bedrijvengroep bouwt machines voor de farmaceutische en voedingsmiddelenindustrie, met klanten als Bayer en Danone. De overname werd gefinancierd met een lening van 1,2 miljoen euro door Wadinko, een investeringsmaatschappij van de provincie Overijssel en een legertje aan gemeenten. Verder verstrekte Spekreijses eigen financieringsmaatschappij Rosman Beheer een lening van vier ton.
Helemaal soepel liep het al niet met Hoppmann, blijkt uit de cijfers in het eerste verslag van de curator. In 2019 kromp de omzet al, van 5,4 naar 4 miljoen euro, en het bedrijf leed een groeiend verlies: drie ton in 2018, een miljoen in 2019. En toen kwam corona. Hoppmann wist al van het virus voordat dat in Europa algemeen bekend werd. ,,We zouden in China een machine leveren, maar we mochten er niet naartoe. Vanwege een virus."
Sindsdien is het uitleveren van machines vrijwel onbegonnen werk. ,,Voor een machine wordt pas betaald als de klant hem heeft getest. Maar zo'n test kan alleen als de klant naar ons toekomt. Dat ging niet meer, en dus kwam er geen geld meer binnen." De genadeklap kwam toen investeringsmaatschappij Wadinko zijn krediet van een miljoen opeiste.
De curator verkocht Hoppmann voor een nog onbekend bedrag aan de PM-Group in Dedemsvaart, een industrieel conglomeraat in de metaal, machinebouw en lucht- en ruimtevaart. Het bedrijf is wel weer verder geslonken: 22 man van de 35 mochten mee naar de nieuwe eigenaar. (Gerard Reijn)
Offshore - SeaVsat
Belastinguitstel en de Now-regeling konden uiteindelijk het bedrijf ook niet redden
Ook op boorplatforms en offshoreschepen is een internetverbinding tegenwoordig noodzakelijk voor de bedrijfsvoering. De Urker ondernemer Sjoerd de Boer richtte in 2002 daarom SeaVsat (uitgesproken SieVieSat) op, een bedrijf in Lelystad dat als wederverkoper aan dit soort schepen internetverbindingen verkoopt.
Vorig jaar stapte De Boer eruit. En op 23 november dit jaar werd een faillissement uitgesproken, waarna over de schuldvraag veel onderling gekissebis ontstond tussen de oude en nieuwe bestuurders. Daarover is het laatste woord niet gezegd.
Maar curator Elsa Bruggink moest wel zo snel mogelijk voor een doorstart zorgen, omdat anders de continuïteit van de allerlei noodzakelijke diensten in gevaar zou komen. Daarvoor is internet onmisbaar.
"Voor een machine wordt pas betaald als de klant hem heeft getest, maar klanten konden daarvoor niet meer langskomen"
Castor Marine in Utrecht, dat wereldwijd satelliet-internet op zee regelt via een zijn eigen grondstations en infrastructuur, nam deze diensten, inclusief een aantal medewerkers van de curator over. Raymon Lubbers, directeur verkoop van Castor Marine, zegt dat ‘het een welkome aanwinst is voor ons bedrijf’. En ook de klanten worden er beter van, omdat ze nu rechtstreeks bij de bron zitten in plaats van bij een wederverkoper.
De oorzaak van de ondergang van SeaVsat, is velerlei. Het bedrijf leed al in 2019 verliezen. ,,De marges in deze bedrijfstak zijn laag. In een goede markt gaat dat nog wel, omdat door de cashflow de leveranciers konden worden betaald. Maar toen door corona daar de klad in kwam, ging het mis."
Belastinguitstel en de NOW-regeling konden uiteindelijk het bedrijf ook niet redden. De terugloop van de olie- en gaswinning op zee speelt zeker ook een rol. Deels wordt dat gecompenseerd door de exploitatie van de windmolenparken in de hele wereld en de alsmaar toenemende vraag van internet op zee door nieuwe generaties zeevarende en nieuwe internet gedreven technologieën als big data en autonoom varen. (Peter de Waard)
Voeding - Maître Paul
‘Ik had graag meer banen willen behouden, maar dat zat er niet in’
Eind september ging Maître Paul in Tilburg, één van de grootste gebaksproducenten in Nederland, failliet. Tweehonderd medewerkers, die dagelijks op industriële wijze vele tienduizenden taarten en tompoucen maakten, stonden op straat. Een maand later kon Maître Paul een doorstart maken onder dezelfde eigenaar, het Japanse concern Châteraisé.
Curator Bart van Logtestijn zegt dat dat de beste oplossing was. De Japanners, die zelf het faillissement hadden aangevraagd, boden het meest voor de boedel, zodat de transactie in het belang van de schuldeisers was. En het was ook de beste oplossing voor het personeel omdat Châteraisé bijna de hele productie in Tilburg afneemt en verkoopt in zijn 450 zaken in Japan. ,,Inmiddels draait het bedrijf weer met 30 tot 50 werknemers. Ik had graag meer banen willen behouden, maar dat zat er niet in. Mogelijk zullen het er in de toekomst weer meer kunnen worden", aldus Van Logtestijn.
Van Logtestijn zegt dat hij gewoon heeft gedaan wat binnen de faillissementswet mogelijk is. En dat moet hij als curator ook doen. Hij onderzoekt nog wel de oorzaak en mogelijk de schuldvraag. Corona heeft hoogstens zijdelings een rol gespeeld. De belangrijkste oorzaak lijkt een grote brand in de fabriek die ertoe leidde dat in 2019 de productie bijna een half jaar stil lag. Hierdoor verloor Maître Paul een aantal belangrijke klanten in Engeland en Duitsland. Maar daarvoor had Maître Paul al forse verliezen geleden die waren gefinancierd door het Japanse moederbedrijf.
Châteraisé kocht het bedrijf dat daarvoor in handen was van Meneba en Nestlé, in 2012 in de hoop daarmee vaste voet te krijgen op de Europese markt. ,,Maar al gauw bleek dat veel Japanners zelf het gebak uit Tilburg lekkerder vonden dan dat van de eigen producenten", zegt Van Logtestijn. De bedoeling is dat Maître Paul in de toekomst uitsluitend nog voor de Japanse eigenaar gaat produceren. (Peter de Waard)