Nieuws Coronavirus
Deze ondernemer vroeg faillissement aan (en dat moeten meer volgens haar doen)
Jantiene Bergs hotel ging failliet door de coronacrisis. Nu is zij het gezicht van een campagne om te voorkomen dat meer ondernemers in de problemen raken. ,,Ik hoef mij niet te schamen, want ik heb juist een krachtig besluit genomen.’’

Jantiene Berg. © Jan Kok | Boomerang Fotografie
Jantiene Berg (49) uit Rotterdam leefde haar droom. ,,Ik had een fantastisch boetiekhotel, maar van de ene op de andere dag vielen alle reserveringen weg,’’ vertelt ze in het AD. De ondernemer probeerde de eerste weken van de coronacrisis door te komen, maar zag haar spaargeld (‘mijn pensioen’) verdampen.
,,Ik heb de rekensom gemaakt, zag wat ik er op toelegde en besloot de stekker eruit te trekken.’’ Haar hotel Stroom was een van de eerste horecagelegenheden in Rotterdam die failliet ging. Nu is Berg ambassadeur voor een campagne om ondernemers aan te sporen hulp te vragen. Volgens haar gaan veel van haar collega’s te lang door en werken zij zich met de week dieper in de schulden.
Lees ook: Horecaondernemer Won Yip: ‘Als ik failliet ga, is 95 procent van Amsterdam failliet’
De gemeente Rotterdam is daar ook bang voor. Die baseert zich op een opmerkelijke statistiek: ondanks alle schrijnende ondernemersverhalen, ontslagrondes en zzp’ers zonder opdrachten melden zich níet meer mensen bij de hulploketten. Vóór de coronacrisis ging armoedewethouder Michiel Grauss (ChristenUnie/SGP) ervan uit dat in 2020 circa 6000 mensen zouden aankloppen voor schuldhulp. Vervolgens brak de zwaarste recessie sinds de Tweede Wereldoorlog uit, maar is de teller halverwege het jaar pas de 2100 gepasseerd.
Ondernemers, zzp'ers en jongeren gaan niet naar hulploketten
De loketten waren misschien wat lastiger te bereiken, zoekt Grauss naar een verklaring. ,,Maar ze zijn wel altijd open geweest.’’ Hij vermoedt dat de mensen die het hardst door de coronacrisis geraakt worden, juist types zijn die niet snel om hulp vragen: jongeren, zzp’ers en ondernemers. ,,We denken dat er in Rotterdam een groeiende groep is met toenemende schulden, maar die problemen zelf wil oplossen.’’
Foto onder: de campagneposter met Jantiene Berg. © Gemeente Rotterdam
Daar komt Jantiene Berg om de hoek kijken. Overal in de stad hangen posters met haar foto en de oproep ‘Kom jij eruit? Voorkom dat je (verder) in de geldproblemen raakt’.
,,Ik hoef mij niet te schamen’’, zegt Berg over het lenen van haar gezicht voor de campagne: ,,Want ik heb juist een krachtig besluit genomen.’’ Het is volgens haar niet fijn om een faillissement aan te vragen. ,,Maar het is beter dan steeds maar doorgaan en elke maand 70.000, 80.000 euro op je zaak toe te leggen.’’
Positieve instelling van ondernemers
Zij begrijpt dat ondernemers doorgaan, omdat het ook voor haar niet makkelijk was om haar droom op te geven. Het hoort bij ondernemers om bij tegenslag te doen alsof er niets aan de hand is, zegt zij. ,,Het zijn positief ingestelde mensen, die altijd lichtpunten zien en zich daaraan kunnen vasthouden.''
Lees ook: Horeca Nederland: gevolgen coronavirus voor hotels zijn ongekend
Er zijn ook horeca-collega’s die het goed doen, zegt zij. ,,Dankzij een groot terras of omdat zij aan een mooie plas zitten.’’ Maar de anderen moeten zich daar niet op blindstaren, zegt zij ook. ,,Als er nu te weinig binnenkomt, dan zal dat over zes maanden niet veranderd zijn.’’
Eenzaamheid na aanvragen faillissement
Op het moment dat zij het digitale formulier voor het faillissement invulde, voelde zij zich eenzaam. ,,Ik denk dat het voor veel mensen prettig is om te weten dat er ook iemand bij de gemeente is die ervoor zorgt dat je er niet alleen voor staat.’’
Liefst gaat Berg weer in de horeca aan de slag, maar daar liggen de banen natuurlijk niet voor het oprapen. ,,Voor het eerst van mijn leven ben ik aan het solliciteren. Ik merk dat mijn leeftijd van 49 niet in m’n voordeel is. Ik voel me energiek en krachtig, maar bij de selectie kijken ze naar het getal. Misschien dat de presentaties die ik geef in het kader van deze campagne me nog wat brengen. Kom maar op.’’