Michiel Hordijk is directeur Instituut voor het midden- en kleinbedrijf.
Het komende kabinet staat voor serieuze uitdagingen: van energietransitie en vergrijzing tot krapte op de arbeidsmarkt. Deze vraagstukken zijn niet alleen de verantwoordelijkheid van het grootbedrijf.
Sterker, het zijn juist de tienduizenden micro- en kleinbedrijven (dus van 2 tot 10 en van 10 tot 49 medewerkers) die met hun wendbaarheid de sleutel tot de oplossingen zijn, stelt Michiel Hordijk in zijn opinie in AD.
Minister voor kleinbedrijf noodzakelijk
Maar dan moeten ze wel ruimte krijgen. Uit een recente enquête van het Instituut voor Midden- en Kleinbedrijf (IMK) en Stichting 155 onder ruim 600 ondernemers gaf maar liefst 90 procent aan dat een minister voor het kleinbedrijf noodzakelijk is. En wel omdat ze vinden dat hun issues nu te veel buiten beeld blijven in Den Haag. Beleid wordt gemaakt voor het grote ‘middenbedrijf’, tussen 50 en 250 medewerkers, en niet voor de specifieke noden van de kleinere ondernemer.
Op dit moment worden de belangen van het mkb versnipperd over meerdere ministeries. Het ministerie van Economische Zaken richt zich op een breed spectrum, maar de aandacht ligt vaak bij grote spelers. Het resultaat? Inconsistent beleid, een overdaad aan regels en een gebrek aan synergie. Kleinbedrijven, die 96 procent van alle mkb-bedrijven in Nederland vormen, zien zich geconfronteerd met een doolhof aan voorschriften.
Regelgeving, administratie en subsidieaanvragen
Beleidsmakers onderschatten systematisch wat kleinbedrijven aankunnen op het gebied van regelgeving, administratie en subsidieaanvragen. Voorbeelden zijn legio, in de honderden. Het verplichte twee jaar doorbetalen van zieke medewerkers, een ervan, is voor veel kleine ondernemers nauwelijks op te brengen. Een ander punt is dat de toegang tot leningen in Nederland voor het kleinbedrijf dramatisch is. Nederland bungelt onderaan de lijst van Europese landen die de eigen kleine bedrijven van krediet weten te voorzien.
In andere Europese landen zijn er al jaren bewindslieden, juist voor het kleinbedrijf
Daarnaast heerst er onvrede onder ondernemers over onvoorspelbaarheid en onzekerheid van beleid, zoals de plannen rond de Wet DBA. Een minister voor het kleinbedrijf kan een aanzet geven tot een verandering. Zo’n minister zou niet alleen als centraal aanspreekpunt fungeren, maar ook als pleitbezorger binnen het nieuw te vormen kabinet. Hij of zij kan de verschillende beleidsonderdelen coördineren en ervoor zorgen dat de impact op het kleinbedrijf altijd wordt meegenomen in de besluitvorming.
Lees ook: Tweede Kamerverkiezingen: VVD meest populair bij zzp’ers, D66 volgt op korte afstand
Sociaal bindmiddel van Nederlandse samenleving
Het kleinbedrijf is niet alleen de ruggengraat van onze economie, maar ook een sociaal bindmiddel van onze Nederlandse samenleving. Zij zorgt voor lokale werkgelegenheid, innovatie en voor de sfeer in de winkelstraat. Die winkelstraat en dus de sfeer in onze binnensteden die we met z’n allen zeggen te koesteren. De aanstelling van een minister voor het kleinbedrijf zou een krachtig signaal zijn dat de overheid de waarde van deze ondernemers erkent.
Zo’n aanpak is overigens niet een Nederlands idee, elders in Europa wordt al zo gewerkt. In zowel Ierland als het Verenigd Koninkrijk zijn al jarenlang bewindslieden met specifieke aandacht voor de belangen van het kleinbedrijf. Tijd om de retoriek van de afgelopen jaren om te zetten in actie. Om die veelgeroemde motor van de Nederlandse economie eindelijk de stem te geven die hem toekomt.