Nieuws Coronavirus
WE Fashion-topman voorspelt een jaar uitverkoop en einde modebedrijven
Ze zijn allemaal weer open, de tweehonderd winkels van WE Fashion, in vijf landen. En dus ook de 105 winkels in Nederland. Goed nieuws, maar: er komen nog diverse zware uitdagingen voor een van de grootste modeketens van ons land. Een gesprek met ceo Joris Aperghis over anderhalve-metermaatregelen, een ophanden zijnde uitverkoopoorlog van misschien wel een jaar en een minstens zo zwaar gevecht om de huur.

Joris Aperghis, ceo van WE Fashion.
JORIS APERGHIS IN 'DE ONDERNEMERSTAFEL'
Ceo We Fashion
Humberto Tan presenteert woensdag 16 september De Ondernemerstafel, de nieuwe interactieve online talkshow van De Ondernemer. Topondernemers Elske Doets, Joris Aperghis en Derrick Neleman vertellen onder meer hoe je uit de crisis te investeren, blikken terug op Prinsjesdag en: kijkers kunnen zélf via Zoom live met hen in gesprek. Heb je een vraag, zoek je advies? Meld je dan nu aan voor een van de drie exclusieve Zoom-sessies.
,,Het is een heel uitdagende tijd. Wij hebben als modebedrijf al te maken met uitval van de vraag en de zorg voor ons personeel en onze klanten. Tel daarbij op de beperkte houdbaarheid van ons assortiment en de afprijzingsoorlog die dat misschien wel het komende jaar met zich meebrengt", vertelt Joris Asperghis, sinds 2015 ceo van WE Fashion. ,,De mogelijkheid om geld te verdienen staat heel erg onder druk.”
Uitverkoop is niet goed voor je marge.
,,Nee. Er is een paar weken geleden door de Rabobank becijferd dat de meeste modebedrijven bij een omzetdaling van tien procent verlieslatend zijn. Kun je nagaan als je een geprojecteerd omzetverlies hebt van een procent of dertig! Dan giert het wel heel erg uit je handen en gaan alle alarmbellen af.”
Geldt dat ook voor jullie, dertig procent?
,,De Rabobank gaf een omzetprognose voor de modebedrijven van min veertig procent voor het tweede kwartaal en min twintig procent voor het derde kwartaal. Dan zit je gemiddeld op een percentage van circa dertig procent. In die inschatting kan ik mij vrij aardig vinden.”
'Een belangrijk deel van de winkels in de winkelstraten gaat dit niet overleven'
Komt dat wel goed?
,,Dat is kijken in een glazen bol, op dit moment. Het nieuwe normaal is natuurlijk niet meer zoals het was. We hebben geen idee waar het naartoe gaat. Als je de anderhalve-meterrestricties plakt op een gemiddelde winkelstraat, zeker de drukkere straten zoals in Rotterdam, dan kan daar nog maar twintig procent van het normale aantal winkelende mensen doorheen. Het geeft een enorme beperking op onze verdiencapaciteit, nu en in de komende maanden. Dat is ongelofelijk zorgwekkend. Een belangrijk deel van de winkels in de winkelstraten gaat dit niet overleven, ook niet met de goedbedoelde korte-termijnhulp van de overheid.”
Online verkoop is onvoldoende?
,,Online kun je het niet recht trekken. Online is voor een gemiddeld kledingmerk met winkels en een webshop nog geen twintig procent van de totale omzet. Dus als je winkel dicht valt en je verliest 80 procent van je omzet, dan maak je dat zelfs met een online verdubbeling bij lange na niet goed.”
Wat is er online gedaan toen je besloot de winkels te sluiten?
,,Wij doen dertig procent van onze omzet in Nederland online. Maar wij hebben dan ook een geoliede omnichannel-machine, met goede beschikbaarheid van voorraad. We waren er klaar voor en hebben bepaalde productgroepen die online hard gingen uit winkels terug gehaald voor online verkoop. Dat voorraadspel moet je goed spelen.”
Lees ook: Dalend consumentenvertrouwen, ‘juist geen tijd voor aanbiedingen’
Heb je online ook meer marketing ingezet?
,,Wij hebben een goed klantenprogramma, met 3,8 miljoen mensen. Een belangrijk deel daarvan kunnen we goed bereiken. Wat we zien is dat we vooral de omnichannel-klant die zowel in de winkel als online koopt het meeste kunnen laten groeien. Bij hen lukt het om ze uit de winkels naar online te krijgen. Daar is de marketing ook op gericht. Het grootste deel van onze klanten is natuurlijk nog steeds winkelklant, die koopt gewoon niet online. Die marketing is bevroren.”
Wat heb je voor je personeel kunnen doen?
,,We hebben gebruik gemaakt van de NOW-regeling, waardoor een belangrijk deel van de loonkosten wordt doorbetaald. We hebben uit eigen beweging de winkels op 19 maart gesloten en onze mensen via eLearning de gelegenheid geboden om vaardigheden bij te spijkeren, bijvoorbeeld op het gebied van warenkennis. Van die modules is massaal gebruik gemaakt. Verder was er tijd voor zaken waar je normaal gesproken weinig tijd voor hebt: je backoffice opnieuw organiseren, winkels schoonmaken. In Nederland zijn we zo’n vier weken dicht geweest.”
Maar open zijn betekent nog niet terug naar normaal.
,,Niet bepaald. We houden in de winkels goed rekening met de verplichte maatregelen. We hebben het aantal vierkante meters per klant met vijftig procent verhoogd van tien naar vijftien vierkante meter per klant. Voor het extra winkelgevoel. We communiceren alles bij de deur en daar staat iemand die het aantal klanten in de gaten houdt. We hebben kuchschermen bij de kassa’s en de pashokken om en om afgesloten. Zodat klanten het gevoel hebben dat ze iets meer afstand van elkaar hebben. Wat je ziet is dat schuchtere klanten nog steeds niet komen. Klanten die zich minder zorgen maken zijn er wel weer. Ze vinden het fijn dat ze weer kunnen shoppen.”
'De winkelstraten kleuren rood. Van de sale-borden'
Zeker als er uitverkoop is.
,,Ja, ik noemde het een uitverkoopoorlog en dat wordt het ook wel. De winkelstraten kleuren rood. Van de sale-borden.”
Er gingen stemmen op om die uitverkoop te verbieden om nog wat te kunnen verdienen.
,,Verbieden is geen oplossing. Dan duurt het probleem nog langer, want dan komen we niet van die voorraden af. Onze voorraad is maar beperkt houdbaar, je kunt er niet van uitgaan dat je zonder dat prijsinstrument die voorraad kunt verkopen. Er is zoveel in verhouding tot wat je normaal in de winkels hebt. Je moet het kwijt. Anders haal je het niet.”
Over welke collecties gaat het nu?
,,Zomerkleding ligt nu in de winkels. Maar het winterseizoen begint al in juni. En al die kleding is al gekocht, onderweg of in ons bezit. We kunnen niet zoveel meer doen. Een beetje verschuiven naar het begin van het najaar. Dan begin je in juni al een beetje met herfstkleuren, maar duw je de rest wat verder in elkaar. Met als gevolg dat we voor het najaar hele blokken van producenten eruit hebben gehaald om ruimte te creëren en omdat we zuinig moeten zijn op onze cash. Je moet het allemaal financieren en dat is heel taai.”
En zo heeft de hele keten er last van.
,,Producenten worden ook benadeeld. Die zien hun afzet ook opdrogen. Maar we kunnen niet anders. Door het jarenlange uithollen van de margeketen is er weinig vet op de botten bij een gemiddeld modebedrijf. We gaan natuurlijk niet meer bestellen dan we kunnen verkopen.”
"At the end of the day zul je zien dat de massa zich toch laat leiden door de laagste prijs."
Hoe los je dit op?
,,De sleutel ligt bij de consument. Als de consument besluit om het huis en de tuin op te knappen en geen kleding te kopen, dan gaan er banen verloren in het verre oosten. Die korrelatie is 1 op 1. En zonder sociaal vangnet in die landen. Het gaat bij ons natuurlijk vooral over de eigen werkgelegenheid, maar we hebben ook invloed op de situatie in andere landen.”
Je hoort vaak dat deze crisis ons tot inkeer brengt, een duurzamere toekomst.
,,Er is zeker een toegenomen interesse in duurzaamheid bij klanten. De snelheid van kleding kopen kan op een ander niveau komen te liggen, waardoor je meer oog voor kwaliteit en duurzaamheid krijgt. Maar dat zal echter op beperkte schaal zijn. At the end of the day zul je zien dat de massa zich toch laat leiden door de laagste prijs.”
Lees ook: Patrick Wessels: 'Besluit winkeldeuren te sluiten staat voor betrouwbaarheid en daadkracht'
Is er wel een toekomst voor modebedrijven?
,,Voor modebedrijven zal er een shake out komen. Een aantal zal het niet redden en dat betekent weer leegstand in binnensteden en dat zal weer leiden tot meer beleid om het daar toch gezellig te houden. Er zullen ook andere relaties met vastgoedverhuurders moeten ontstaan. Nu wordt het risico eenzijdig op de huurder afgewenteld. We hebben vaste huurcontracten.”
Waar wil je naar toe?
,,Wij proberen een veel meer gelijke verdeling van voor- en nadeel af te spreken, bijvoorbeeld door de introductie van omzet-huurconstructies: als het goed gaat profiteer je daar beide van en als het minder gaat deel je samen de pijn. Het is een gigantisch probleem. We hebben alleen al in Nederland 105 winkels. De discussies over hoe om te gaan met de huren in deze pandemie is ons meest explosieve dossier waarin wij inzetten op het verdelen van de pijn.”
Hoe gaat dat aflopen?
,,Ik denk dat het niet anders kan dat uiteindelijk de overheid ingrijpt en zegt: ‘jongens, verdeel dat nou fiftyfifty. Het kan niet anders. In de meeste gevallen is fiftyfifty voor ons nog steeds een raw deal. Omdat je op sommige plekken maar 10 procent van vorig jaar doet. In grote steden is het winkelende publiek een fractie van wat het normaal is. Daar ga je niet meer dan dertig procent van de omzet van vorig jaar halen. Als je dan vijftig procent van de huur betaalt, is dat op je exploitatie een rottig verhaal. Maar het is wel het beste wat wij kunnen bereiken. Vastgoedverhuurders hebben verschillende panden, ook kantoren en andere ketens dan modebedrijven. Die draaien door en leveren geld op. Mode en horeca hebben het zwaar, ze hebben andere afspraken nodig.”
Nog eens: hoe gaat het aflopen?
,,Ik durf het niet te zeggen. Ik denk dat we in 2021 nog onder 2019 zullen presenteren. En dat vraagt heel veel.”