Ook moet de hoogste rechter van Nederland beslissen over de berekening van die eventuele huurverlaging. Dat is het gevolg van een vorige week gepubliceerde uitspraak van een Limburgse kantonrechter, schrijft Het Financieele Dagblad.
Lees ook: Uitspraak Haagse rechter over huurverlaging steun in rug horeca
Anders dan in eerdere zaken over coronakorting, besloot deze rechter niet zelf een besluit te nemen over een huurgeschil, maar vragen voor te leggen aan de Hoge Raad. Die moet nu uitleggen welke regels er eigenlijk gelden voor huurkorting tijdens de coronacrisis. ,,Ik ben blij met deze zaak, want nu zal er snel meer duidelijkheid komen voor verhuurders en huurders", zegt huurrechtadvocaat Claudia van Meurs-Janssens van het advocatenkantoor Köster, die niet betrokken is bij deze zaak, tegen het FD. Volgens haar zullen de antwoorden van de Hoge Raad leidend zijn bij onderhandelingen over huurkortingen. De zaak kan zo grote gevolgen hebben voor vastgoedbezitters en horecaondernemers.
Er ontstaan steeds meer huurconflicten
Nu horecazaken het moeilijk hebben vanwege de gedwongen sluitingen, ontstaan er meer en meer huurconflicten. Steeds vaker belanden deze conflicten voor de rechter, aldus het FD. Die zaken hebben tot nu toe verschillende uitkomsten. Zo besloot de rechtbank Den Haag eerder in een bodemzaak dat bazen van een Haags café recht hebben op 50 procent huurkorting tijdens de perioden van lockdown. De uitbaters van een Amsterdams hotel hebben volgens een andere rechter alleen recht op een omzetafhankelijke huurkorting.
De Limburgse zaak ging tussen Heineken en een pandeigenaar. De kantonrechter voelt 'maatschappelijk een zekere behoefte' om de schade te verdelen tussen huurder en verhuurder, aldus het vonnis. Maar het is voor de rechter 'niet helder of en hoe dat juridisch vorm gegeven kan en mag worden'. Vandaar de zogeheten prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.