Zo transformeerde Pierre met zijn zoons een verlaten boerderij tot Franse vijfsterrencamping

Inmiddels runnen zijn zonen Thijs en Piet de tent. Over het geheim van deze camping en het ondernemen in Frankrijk spraken we met Pierre en Thijs (32). ,,In het dorp zei men: ‘Die man houdt zich niet aan de regels.’”

22 juli 2022: zoals elke avond bruist het in het centrale gedeelte van Village de la Guyonnière. In de bar met airco hangt een relaxte vakantiesfeer. Op vijf schermen is het EK damesvoetbal vanuit elke hoek te volgen. In het naastgelegen restaurant en op de picknicktafels van het centrale plein worden diners uitgeserveerd, terwijl verderop campinggasten samendrommen voor professionele acts met vuur en acrobatiek, als sluitstuk van een avond vol podiumvertier. Pierre nipt aan zijn espresso.

Kan het contrast groter zijn? Op deze plek stond in 1991 een verlaten boerderij, met de huidige bar als melkstal. Op de door houtwallen afgescheiden velden met ruime kampeerplaatsen, stacaravans, mobil homes en safarilodges domineerde destijds het onkruid. En ergens lag die grote steen waarop Pierre tijdens zijn campingjacht neerstreek en voorvoelde: ‘Dit voelt goed. Hier zie ik mijzelf wel ondernemen.’

Vanuit de mesthopen begonnen

Pierre: ,,De stront lag anderhalve meter hoog in de melkstal, maar er was destijds iets wat me aantrok aan de boerderij ‘Guyonnière’: de rust en de natuur, met tevens een bos en een meer in de nabijheid. De enorme ruimte - vijftig hectare land - zag ik als de belangrijkste sleutel tot succes. De campings aan de Atlantische Oceaan, tien minuten rijden hiervandaan: dat is allemaal hutje mutje. Daar zou ik nooit de tot 250 m² grote, door groen omgeven kampeerplaatsen kunnen realiseren die de Hollanders met hun grote caravans graag hebben.”

,,De keus was snel gemaakt toen mijn vrouw - nu mijn ex - ook enthousiast reageerde. Met onze eenjarige zoon Thijs vertrokken we in 1991 naar Frankrijk. Een jaar na de verhuizing werd Piet geboren. Mijn zonen zijn met de camping opgegroeid, hebben er gewerkt, en hebben meegedacht over de te volgen koers. In 2018 namen zij samen de leiding van het bedrijf over.”

Weinig vertrouwen bij Franse bankiers

De financiën waren die eerste jaren een constante zorg, zo vervolgt Pierre: ,,Ik had 2,5 ton aan startkapitaal uit Holland meegebracht en dacht dat ik schatrijk was. Maar na de aankoop van de boerderij en de grond was ik platzak. Met mijn wilde haardos ging ik naar Credit Agricole. De bank had natuurlijk geen vertrouwen in mij.”

Gevolg: Jaspers kon in twee fases slechts (omgerekend) 30.000 euro aan financiering lospeuteren, waarvan hij onder meer gastenkamers inrichtte. Hij liep daarom de deur plat bij tweedehandszaken voor deuren, tegels etc., en kocht spullen uit faillissementen.

Buiten de lijntjes kleuren

Maar daarnaast verdiende deze optimistische Brabander geld door buiten de lijntjes te kleuren: ,,Ik had de boerderij gekocht zonder gemeentelijke toestemming om een officiële camping te beginnen, ervan uitgaande dat dat wel goed zou komen. Via ‘Kamperen bij de boer’ mocht ik zomers maar vijf plekken verhuren. Aanvankelijk kwam er niemand, maar nadat wij onze eigen oude caravan en tent als lokkertje hadden neergezet, kwam het bezoek snel op gang. Ik zette soms wel vijftien tot twintig huurders neer.”

,,In het dorp zei men: ‘Die man houdt zich niet aan de regels’. Maar ik droeg wel altijd netjes van alle kampeerders de toeristenbelasting af, dus ik bracht geld in het laatje van Saint Julien des Landes, een vrij arme gemeente. Ook gaf ik de mensen uit het dorp voorrang bij het in dienst nemen van personeel, waaronder de dochter van de burgermeester. Daarom gaf de gemeente mij na een aantal jaren toch maar toestemming om een officiële camping te beginnen.”

Tip 1: Lokaal personeel werven en inkopen

Daarmee geeft Pierre een eerste tip aan Nederlanders die in Frankrijk ondernemen: ,,Werf je personeel zoveel mogelijk in Frankrijk, het liefst lokaal. Van de 95 huidige campingmedewerkers komen er maar drie uit Nederland: animateurs vanwege de communicatie met de talrijke Nederlandstalige kinderen. Maar koop ook je materialen lokaal in. Sleep ze niet vanuit Nederland hier naartoe, zoals ik andere Nederlandse ondernemers hier vaak zie doen. Wij werken alleen met lokale, Franse aannemers. Zo creëer je bestuurlijke goodwill.”

1995: het jaar van de doorbraak

We schrijven 1995: alles verandert nadat Pierre Jaspers in zee gaat met Credit Maritime. ,,Deze bank ging zich minder op de visserij en meer op het toerisme richten. Er kwam een man met een lange leren jas langs. Ik leidde hem rond, maar wat ik hem liet zien was drie keer niks, want er was nog bijna niks. Ik vertelde wat ik op al die lege velden van mijn vijftig hectare grond wilde gaan bouwen, maar hij zweeg in alle talen. Ik dacht: ‘Dat wordt niks’. Tot mijn stomme verbazing zei hij binnen, aan de koffie: ‘Ik denk dat we gaan samenwerken.’ Vanaf dat moment hebben wij elke winter projecten uitgevoerd om de camping uit te breiden en te verbeteren. 27 jaar later werken we met vijf kredietverstrekkers samen, waaronder nog altijd Credit Maritime. Ze staan nu voor ons in de rij.”

Generatieverschillen

Anno 2022 is Village de la Guyonnière een vijfsterrencamping, met een nieuwe generatie aan het roer. Die wisseling van de wacht verliep niet zonder slag of stoot, zo bekent Pierre: ,,Die camping, dat is mijn baby. Die moest ik loslaten, want ik wil Thijs en Piet niet blokkeren in hun ondernemerschap. Ik heb soms ruzies met ze, maar steeds minder frequent. Ik zie dat ze het - op hun manier - heel goed doen, zelfs beter dan ik. Zo deed ik graag investeringen met een ‘low budget’, en het liefst ‘no budget’, door alles zelf te doen. Maar zij investeerden net na ‘Corona’ gemakkelijk 100.000 euro in een nieuwe keuken voor de snackbar. Ik dacht er het mijne van, maar achteraf bleek het een goede beslissing.”

Tip 2: Volg de Franse regels

Zoon Thijs Jaspers reageert: ,,Mijn vader was vanuit het verleden niet anders gewend. Maar wij zijn geen boerencamping meer, maar een vijfsterrencamping. Je kunt nu niet meer de dingen zoals vroeger doen. De visie van Piet en mij is dat wij investeren in kwaliteit.”

Daarmee verwijst Thijs ook naar de omgang met de Franse ambtenarij. Want waar Pierre ook geregeld lokale bestuurders in de gordijnen joeg door alvast funderingen aan te leggen en beton te storten voor nog niet vergunde gebouwen zoals nieuw sanitair, daar gaan Thijs en Piet voorzichtiger te werk.

Thijs, met een knipoog naar zijn vader: ,,Je kunt maar beter volgens de Franse regeltjes werken. Natuurlijk: dingen moeten in deze seizoensgebonden branche voor de zomer af zijn. Maar eerst faciliteiten al gedeeltelijk bouwen en niet de vergunningverlening afwachten heeft in het verleden veel schade berokkend aan onze relaties met de lokale en regionale politiek. Piet en ik steken veel energie in het onderhouden van die politieke relaties. Dan volgen die vergunningen wel. Verder proberen we op de Franse administratieve traagheid te anticiperen door vroegtijdig over nieuwe projecten na te denken en plannen in te dienen.”

Tip 3: Denk niet alleen maar aan geld

Een filosofie die Thijs en Piet juist delen met hun vader is het laten prevaleren van klantgerichtheid boven korte termijn winstmaximalisatie. Pierre: ,,Wij zijn een luxe camping met stevige tarieven. Maar als je hier eenmaal binnen bent, hoef je voor bijna niets extra te betalen: van gekoeld drinkwater tot het elektrisch opladen van je auto. Als je alleen maar aan geld denkt, dan gaat de klantgerichtheid daaronder lijden. Maar als je de klant serieus neemt en tevreden stelt, dan volgen die inkomsten vanzelf. Niet voor niets hebben we hier veel terugkerende gasten.”

Tip 4: Ga voor kwaliteit in plaats van kwantiteit

Thijs: ,,Ook Piet en ik geloven in dat beleid van economische duurzaamheid. Ondertussen blijven we meebewegen met nieuwe trends, zoals de groeiende behoefte aan luxe en comfort. Omdat we bovendien op onze maximale capaciteit draaien, willen we niet meer groeien in kwantiteit, maar in kwaliteit. Zo zullen we in de komende jaren onze hoogst gelegen kampeerplaatsen - met uitzicht - opgeven voor de bouw van safarilodges uit het absolute topsegment. En sowieso blijven we elk jaar investeren in kwaliteit. Deze camping staat nooit stil.”