Aan de hand van de feiten en omstandigheden die ten grondslag liggen aan de uitspraak van de Hoge Raad van 17 juni 2016 volgt hieronder een korte uitleg hoe winstafdracht in zijn werk gaat.
In deze kwestie werd door de verhuurder aan huurder een sociale huurwoning verhuurd tegen een huurprijs van € 307,24 per maand. Volgens de huurovereenkomst was de huurder verplicht het gehuurde als woonruimte te gebruiken. Op enig moment bracht de verhuurder een bezoek aan de woning. De verhuurder constateerde dat de ruimte niet daadwerkelijk door huurder werd bewoond, maar door huurder als huisartsenpraktijk in gebruik was. De verhuurder is daarom naar de rechter gestapt.
In rechte werd vastgesteld dat de huurder jegens de verhuurder wanprestatie heeft gepleegd door de woning als huisartsenpraktijk – en aldus in strijd met de overeengekomen woonbestemming – te gebruiken. De verhuurder vorderde winstafdracht, bestaande uit het verschil tussen de huurprijs voor kantoorruimte en hetgeen door huurder aan huur is betaald, hetgeen werd onderbouwd aan de hand van een deskundigenrapport. Deze vordering is door het Hof toegewezen en door de Hoge Raad in stand gelaten.
Ook bij onderhuur zonder toestemming van de verhuurder kan winstafdracht worden gevorderd. Deze wordt bepaald door het voordeel dat huurder verkrijgt door de onderhuur. Een voorbeeld: indien huurder aan verhuurder een huurprijs van € 650,00 per maand verschuldigd is, dan kan bij illegale onderverhuur tegen een huurprijs van € 800,00 per maand een winstafdracht van € 150,00 per maand worden gevorderd door de verhuurder.
De mogelijkheid tot winstafdracht in het huurrecht is bij veel verhuurders onbekend. Toch is het een stevig instrument om schending van de huurovereenkomst door de huurder tegen te gaan. Doe er dus uw voordeel mee.