Nieuws Regio
Doorgaan na je 65ste
Het is een heet hangijzer voor de verschillende politieke partijen. De AOW-leeftijd. Moet deze verder stijgen naar de vorig jaar vastgestelde 67 jaar en drie maanden of terug naar 65? De PVV, SP en 50Plus zijn er glashelder in: de AOW-gerechtigde leeftijd moet 65 blijven. Terwijl de drie christelijke partijen (CDA, ChristenUnie en SGP) meer op de lijn zitten dat de AOW-leeftijd moet stijgen met de levensverwachting. Paul Gemke van De Amersfoortse over doorwerken na je 65ste.

De stijgende AOW-leeftijd. Hoe gaan we daar mee om?
De stijgende AOW-leeftijd vraagt werkgevers en werknemers om een mentaliteitsverandering. We moeten langer doorwerken, maar we zijn ook fitter dan vroeger en leven langer. De vraag is niet alleen hoe we de periode na het arbeidzame leven gaan financieren, maar ook of we die verlegde eindstreep als werkende kunnen halen. Voor veel zware beroepen is dat niet eenvoudig en is het gevaar op uitval voor die tijd gewoon levensgroot. En dan? Als de AOW-leeftijd wordt verhoogd en een werknemer kan niet langer doorwerken, ontstaat een gat in het inkomen tussen het einde van het werkzame leven en de ingang van de AOW. De werknemer die de eindstreep niet haalt, moet dan een beroep doen op de sociale arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen en dat was nu ook weer niet de bedoeling van het verhogen van de AOW-leeftijd. Dat is het verschuiven van lasten. De vraag is hoe we dit gaan voorkomen. Ik kijk dan graag naar verschillende preventieve oplossingen om de risico’s op arbeidsongeschiktheid te verkleinen. Je moet je in de eerste plaats richten op het vergroten van de duurzame inzetbaarheid van werknemers, zodat het risico op uitval afneemt.
En hoe zie jij die duurzame inzetbaarheid voor je?
Een periodiek medisch onderzoek is dan niet voldoende. We moeten meer doen dan een formulier invullen voor de arts. Het geeft geen volledig beeld van de levensstijl van een werknemer. De privacy van werknemers staat buiten kijf, maar werkgevers en werknemers zijn veel meer geholpen met een levenslange ‘fit for the job’ benadering. Ik ben voor een integrale aanpak om gezondheid en fysieke weerbaarheid bij werknemers te bevorderen.
Kun je voorbeelden geven van zo’n integrale aanpak?
Ik zie dat werkgevers extra aandacht geven aan werknemers boven de 50 jaar. Alleen, dan heeft een eventueel gezondheidsissue zich vaak al ontwikkeld. Het slijtageproces bij een werknemer die zwaar lichamelijke arbeid verricht, begint al op jonge leeftijd. Arboconvenanten (overeenkomst om de arbeidsomstandigheden te verbeteren) zorgen wel voor basisveiligheid, maar de jonge werknemer die denkt dat hij de hele wereld aankan, moet er wel voor zorgen dat zijn lichaam op oudere leeftijd ook kan presteren. Start bijscholen met de juiste trainingen al op jonge leeftijd. Dan wordt een gezonde levensstijl een automatisme. Daarin heeft de werknemer een rol, maar de werkgever zeker ook.
Die duurzame inzetbaarheid kun je als werkgever op allerlei manieren vormgeven. Van lifestyle-adviezen tot concrete aanwijzingen waarmee je de werkhouding verbetert. Of rustmomenten en regelmatige wisseling van werkzaamheden stimuleren. En geen roofbouw plegen op het lichaam, dat hem of haar op latere leeftijd gaat opbreken. Bewust en gemotiveerd hier aan werken is een verantwoordelijkheid van zowel de werkgever als de werknemer. Voor een ZZP-er is dat niet anders. Het gaat erom dat de werknemer gezond blijft en niet dat we pas in actie komen als hij of zij is uitgevallen. Gezondheid - ‘fit for the job’ zijn - bestaat uit een complex geheel van factoren. Hoe dan ook, samen zorgen we ervoor dat je zolang mogelijk kunt doorgaan.
Paul Gemke is manager werkgeversverzekeringen bij De Amersfoortse en heeft veel te maken met werkgevers, adviseurs en de ‘AOW-kwestie’.