Aangeboden door EY Hengelo
Branded Content Regio
Familiebedrijven zijn innovatiever dan vaak gedacht
Innovatie en familiebedrijven. Dat klinkt tegenstrijdig als je afgaat op het imago van (Nederlandse) familiebedrijven onder studenten en start-ups.

Onderzoek toont aan dat starters familiebedrijven zien als: behoudend en voorzichtig, met weinig investeringsbereidheid als het gaat om disruptieve technieken en werkwijzen en als terughoudend bij het werken met tech start-ups. Daartegenover staat een apert positief beeld van familiebedrijven als het gaat om de aanwezigheid van kapitaal en gerichtheid op de lange termijn.
Uit gesprekken met vertegenwoordigers van familiebedrijven blijkt echter dat deze wel degelijk de bereidheid hebben om te investeren in innovatie en daar ook volop mee bezig te zijn. De drang om generatie-overschrijdend te denken, dwingt familiebedrijven na te denken over innovatie binnen hun bedrijf. De veranderingen zijn meestal niet disruptief, maar is dat anders bij ondernemingen die niet in handen zijn van een familie? Innovatie wordt in de volksmond (te) vaak in verband gebracht met baanbrekende, technische vindingen. Veel ondernemers zien dat anders.
Zij passen hun werkwijzen, productiemethoden, klantbenadering en productportfolio wel degelijk en weldoordacht aan het verwachtingspatroon van hun klanten en prospects aan. Onderzoek en ontwikkeling doen ze het liefst aan de randen van het primaire proces en zonder hun blik af te wenden van de 'hoofdrijbaan' waar het geld wordt verdiend. Als je dan, na een periode van vijf jaar terugkijkt, kan zo'n ogenschijnlijk traditioneel familiebedrijf wezenlijk zijn veranderd. De ondernemer zelf ziet dit niet als innovatief maar als 'business as usual', noodzakelijk om mee te gaan met de tijd.
Als EY Hengelo hebben we recent een aantal ronde tafelgesprekken met familiebedrijven uit Twente georganiseerd, waarbij hen hebben laten inspireren door (tech) start-ups met baanbrekende visies. Ook hebben we hier gevraagd of de gevestigde ondernemers bereid zouden zijn te investeren in of samen te werken met deze of andere start-ups om het familiebedrijf 'toekomstbestendig' te maken.
De bereidheid tot samenwerking bleek groot. De meningsverschillen over de geschetste vergezichten ook. Misschien wel de grootste plus was de imageswitch van het familiebedrijf bij de start-ups. Geen van de aanwezige start-ups had nog een negatief gevoel over de innovatiebereidheid bij de aanwezige familiebedrijven. Om samenwerking te bevorderen moet men elkaar kennelijk vaker spreken en zien. Weinig disruptief, wel zeker effectief.
Arnold Poelstra is partner bij EY Hengelo. Meer informatie: arnold.poelstra@nl.ey.com