„De schoonmaker is vaak onterecht het stereotype beeld van de WML-sector”, zegt Ilse Vanhijfte, woordvoerder van brancheorganisatie Schoonmakend Nederland, nadat bekend werd dat de extra verhoging van het wettelijk minimumloon geen meerderheid zal krijgen in de Eerste Kamer. „Wij zijn geen wettelijk minimumloon-sector. We hebben een cao die al jaren boven het WML ligt en waar we trots op zijn. De afgelopen jaren betaalden we gemiddeld 20 procent boven het wettelijk minimumloon. Maar door al die verhogingen van het WML, wordt dat nu natuurlijk wel ingelopen.”
Verhoging minimumloon heeft invloed op de rest
De schoonmaakbranche wil juist concurrerend zijn met de WML-sector. De schoonmaker heeft bij de laatste cao-onderhandelingen 19 procent extra loon gekregen, waarvan de laatste 5,5 procent aanstaande 30 juni. Daarnaast lopen er onderhandelingen voor een nieuwe cao.
„De instapschaal ligt per 1 juli 3,4 procent boven het minimumloon”, zegt Sander Epping, directeur van schoonmaakbedrijf Asko. „Maar wij werken met verschillende schalen en tredes. De meeste medewerkers zitten in de hoogste trede. Als het minimumloon omhoog gaat, heeft dat ook invloed op de rest. We moeten concurrerend blijven, dus ook meegroeien.”
Lees ook: Géén extra WML-verhoging: ‘Politiek is eindelijk wakker geworden’
Vanhijfte: „Het wettelijk minimumloon duwt dan op het loongebouw. Het duwt alle schalen en treden omhoog. Dat helpt niet om ons personeel maatwerk te bieden. Denk aan taallessen, vakopleidingen, een goed pensioen of een vitaliteitsprogramma. Dat wordt moeilijk als alles naar het loon gaat.”
WML loskoppelen van uitkeringen
Daar komt bij dat de kosten voor de werkgevers harder omhoog schieten dan de lonen van het personeel. „Die kosten moeten ze ook weer doorvoeren aan de opdrachtgevers”, zegt Vanhijfte. „Het is te veel van het goede, dus we zijn blij dat deze verhoging niet doorgaat. Wij pleiten er juist voor dat de belasting op arbeid lager wordt, dat voelen schoonmakers echt in de portemonnee. Daar houden ze meer van over.”
„Bovendien kan volgens ons de stijging van het WML niet los gezien worden van de toeslagen. Het WML wordt nu vooral gebruikt als instrument voor verhoging van de uitkeringen (via de koppeling, red). Daarmee wordt het voor ons steeds moeilijker om mensen te laten starten en collega’s meer te laten werken. Dat is het gevolg van het feit dat je de toeslagen buiten beschouwing laat. Hiermee blokkeer je de participatie van mensen op arbeidsmarkt en heeft het per saldo een negatief effect op de werkgelegenheid.”
Lees ook: ‘Extra loonsverhoging was killing geweest voor mkb’
Dat beaamt Epping. „We hadden onlangs een sollicitante die een tijdje uit de roulatie is geweest. Zij kon bij ons een contract krijgen voor 24 uur, maar kwam daar op het laatste moment toch van terug. Ze gaf aan dat zij dan in de knoop zou komen met de toeslagen. Voor haar was het dus niet lonend om te gaan werken. Terwijl het juist interessanter zou moeten worden voor mensen om te gaan werken.”