Voor een wand met speelgoed mijmeren over die ene set lego of nieuwe barbiepop; we hebben allemaal wel herinneringen aan de speelgoedwinkel uit onze kindertijd. Toch is dat voor nieuwe generaties niet meer zo vanzelfsprekend. Jarenlang daalde het aantal fysieke speelgoedwinkels in Nederland in rap tempo. Van 1.375 in het jaar 2008 tot nauwelijks nog de helft (705) in 2021, zo blijkt uit cijfers van het CBS.
Tot een paar jaar geleden. Sinds 2023 is er landelijk voor het eerst zelfs een lichte stijging te zien. Niet geheel toevallig opende afgelopen zaterdag in Helmond een vestiging van Intertoys en in Arnhem werd eerder dit jaar een XXL-speelgoedwinkel van de Ierse keten Smyths geopend. Met een vloeroppervlak van 2500 vierkante meter is het misschien wel de grootste speelgoedwinkel van ons land. Smyths heeft nu vier hyperstores in Nederland en is naar eigen zeggen op zoek naar locaties in de top 20-winkelsteden van Nederland.
Dat er een verandering gaande is, ziet ook Dirk Vinken van de Organisatie van Nederlandse Speelgoedleveranciers (Ornes). ,,Naast de komst van Smyths naar Nederland is ook Intertoys weer aan het uitbreiden en is ToyChamp aan de weg aan het timmeren”, aldus Vinken in het AD.
Lees ook: Na 27 jaar moet Henk noodgedwongen zijn speelgoedwinkel sluiten: ‘Valt niet meer tegenop te boksen’
Nieuwe speelgoedwinkels
Maar waarom investeren deze ketens in nieuwe vestigingen, in een tijd waarin we steeds meer online bestellen? Volgens Vinken is het kopen van speelgoed vooral een beleving. ,,Je wilt het speelgoed ontdekken, rondkijken in een winkel en verrast worden. Het geeft je een bepaalde emotie. De trend dat we alles online bestellen is aan het keren. Mensen zoeken de winkel weer op omdat ze willen voelen en zien. Die ervaring krijg je online niet.”
Fabrikanten richten zich steeds vaker op volwassenen
Dirk Vinken Organisatie van Nederlandse Speelgoedleveranciers
Ook retaileconoom Gerarda Westerhuis van ABN Amro signaleerde eerder al dat er een nieuw evenwicht is ontstaan. ,,Na corona zijn mensen teruggekeerd naar de winkel. Dat zie je bij kleding, maar ook bij speelgoed. Mensen willen winkelen omdat ze het op internet minder gezellig vinden. Eerder waren er te veel winkels en was er te weinig vraag. Maar door al die winkelsluitingen en faillissementen de afgelopen jaren zijn er gaten gevallen, waardoor hier en daar plek is voor nieuwe zaken.”
Lees ook: Introductie speelgoedketen Smyths bewijst: klant wil weer meer fysiek winkelen
Speelgoedwinkel is al lang niet meer voor kinderen alleen
Volgens Vinken zijn er ook nieuwe doelgroepen ontstaan. ,,Spelen blijft leuk, voor alle leeftijden. Fabrikanten richten zich dan ook steeds vaker op volwassenen. Denk bijvoorbeeld aan constructiespeelgoed als Lego, verzamelkaarten en de populariteit van bordspellen. Daarmee is de markt groter geworden. En de invloed van films op speelgoed groot. Dan wordt er een hele wereld omheen gebouwd.” Een andere ontwikkeling is de (online) beschikbaarheid van goedkope ‘troep’ uit landen als China, die lang niet altijd aan de eisen voldoet. ,,In de winkel kun je ervan uitgaan dat het getest, veilig en geen namaak is.”
Of de komst van hyperstores de kleine ondernemer in de verdrukking brengt? Vinken denkt dat daar altijd plek voor zal blijven. ,,Ik geloof dat er mensen zullen blijven die vanuit hun passie een speelgoedzaak beginnen. Speciaalzaken die zich richten op een specifieke categorie zoals games of bordspellen.” Zo opende Sabine Verschuren (52) tijdens de coronaperiode nog een Disneywinkel. Een succes, vanuit het hele land weten Disneyfanaten haar winkel in Helmond te vinden. Of wat dacht je van Paul Bouwman, die in zijn winkel alleen maar Barbies verkoopt.
