Blog

Ondernemende kerstgedachte van Arko: Iedere ondernemer heeft iemand nodig die het volste vertrouwen in je heeft

Arko van Brakel ondernemer en voorzitter van Stichting 155. Foto: eigen beeld Arko van Brakel ondernemer en voorzitter van Stichting 155. Foto: eigen beeld
Arko van Brakel ondernemer en voorzitter van Stichting 155. Foto: eigen beeld
Leestijd 7 minuten
Over de expert:
arko van brakel
Arko van Brakel
Ondernemer en voorzitter van Stichting 155
Lees verder onder de advertentie

Achteraf gezien was dit gesprek levensveranderend.

Voor mij heet die iemand: Fred Ensel.

Het is voorjaar 1995. Internet is nieuw, spannend en voor de meeste mensen vooral verdacht. Ons bedrijf, EuroNet, levert internetverbindingen. We waren de eerste ter wereld die internet als softwarepakket in de winkel verkochten. We groeiden hard, maar maakten verlies. Zoals dat hoort bij pionieren. Af en toe stond het water niet aan de lippen, maar tot over onze kruin.

Internetpakket als cadeau

We hadden als eerste internetprovider een helpdesk, zeven dagen per week. Dat kwam vooral door Astrid, onze helpdeskmanager, of eigenlijk, Astríd wás onze helpdesk. Ze werkte zeven dagen per week en kende iedere klant persoonlijk. Fred, een van onze klanten, had af en toe technische hulp nodig, en Astrid verleende die met eindeloos geduld, humor en warmte.

Wat wij niet wisten: Fred was directeur bij ABN AMRO. Zijn kinderen hadden hem een internetpakket van ons cadeau gedaan. Zo kwam Fred eerst bij Astrid terecht, en later bij ons.

Lees ook: ‘Beste Rob Jetten, Nederland is het land dat de zee versloeg, laten we onszelf niet verliezen’

Lees verder onder de advertentie

In gesprek met Fred

Op een dag zag Fred op zijn bankafschrift dat onze automatische incasso’s liepen via zijn eigen district. Hij dacht: die gasten wil ik leren kennen. En wij dachten: dat komt mooi uit, want we hebben geld nodig.

We gingen goed voorbereid naar dat eerste gesprek. Cijfers op orde, antwoorden paraat over investeringen, inbelpunten, modem-banken en marketingratio’s. Maar we waren ook cowboys. Mijn compagnon Simon trok bewust zijn ripped jeans aan, want hij wilde eruitzien alsof hij geld nodig had. Ik trok mijn beste pak aan. Classic good cop, bad cop.

Het gesprek was warm, open en menselijk. En we konden alle vragen van Fred beantwoorden. We kenden elk detail van onze business. Wisten precies wat we deden. Vooral Freds nieuwsgierigheid naar Internet, naar de trends en innovaties was opvallend. Aan het einde zei Fred bijna achteloos: „Laten we beginnen met een kredietlijn van 50.000 gulden.”

We liepen naar buiten alsof we de loterij hadden gewonnen. Maar eerlijk is eerlijk: het was niet genoeg. We hadden geen 50.000 nodig. We hadden een miljoen nodig. Maar dat durfden we niet te vragen. Dus vroegen we iets laf-ambitieus: een half miljoen.

Fred knipperde niet eens met zijn ogen.

Hij zei alleen dat hij dit niet alleen kon beslissen. Dit moest langs de kredietcommissie. Of we over twee weken terug konden komen.

Shit”, zei Simon. “We should have asked for a million.” Maar dat hadden we niet, dus gingen we vol energie voor wat wel binnen bereik lag. Die twee weken duurden een eeuw. En bleken ook nog eens ongelukkig getimed.

Lees ook: ‘Maak elkaars padje af’: wat Arko als 16-jarige tomatenplukker al leerde over samenwerken als ondernemer

Bill Gates gooit roet in het eten

Die dag was Bill Gates in Nederland. De kersverse rijkste man ter wereld. Hij sprak een zaal vol beslissers toe en zijn boodschap was glashelder: Iedere investering in internet is zinloos.

En laat nou een flink deel van de ABN AMRO-top op de derde rij hebben gezeten. Geloof me: bankiers zijn bovengemiddeld gevoelig voor de mening van de rijkste man ter wereld. Dus toen Simon en ik die middag bij Fred binnenliepen, dit keer voor de zekerheid allebei strak in pak, voelde ik het meteen: dit was een ander gesprek. Hij had in feite van de rijkste man ter wereld te horen gekregen om niet in internet te investeren. En een paar uur later kwamen er twee internetondernemers om een investering vragen.

Fred zat achter zijn bureau. Bril laag op zijn neus. Intelligente ogen die ons onderzoekend aankeken. Zonder iets te zeggen liet hij zijn blik naar zijn bureaublad glijden. Daar lagen twee kranten. Zelfde kop, groot op de voorpagina:

Bill Gates: ‘Iedere investering in internet is zinloos’

Pas toen stond hij op om ons te begroeten.

Het gesprek was stevig. Kritisch. Spannend. Maar aan het einde liepen we naar buiten met een getekende kredietofferte.

Een half miljoen!!! We konden door!

De rente was iets hoger, dank je wel, Bill Gates, maar dat interesseerde ons geen biet. Dit was het verschil tussen vooroplopen of achterop raken. Tussen concurreren of creperen. Tussen winnen of verliezen. Achteraf gezien was dit gesprek levensveranderend.

Fred geloofde in ons. Vertrouwde ons.

Want als Fred dat krediet niet had verstrekt, eerlijk is eerlijk: puur op onze blauwe ogen, dan was EuroNet waarschijnlijk een stille dood gestorven. Dan was ik geen internetondernemer geweest, had ik niet geleerd wat het van jou als ondernemer vraagt om snel te groeien. Dan had ik deze column niet geschreven. Dan had ik niet de mensen ontmoet die nu zo belangrijk voor me zijn. Dan had ik niet geleerd wat ik nu weet.

‘Ik geloof in je, nu even niet opgeven’

Fred verdween ook daarna niet uit mijn leven. Hij werd commissaris bij PuntEDU, hielp bij de verkoop, zat in mijn Raad van Toezicht bij De Baak. We runden samen een stichting. Hij was er toen het misging en toen het goed ging. We reisden samen, lachten samen, huilden samen. Fred is nog steeds degene die ik bel bij grote besluiten.

Het grappige is: ik ben inmiddels ouder dan Fred was toen hij ons dat krediet gaf. En hoe ouder ik word, hoe vaker ik zelf een Fred ben voor andere ondernemers. Ik ben geen bankier. Maar ik kan wel vertrouwen geven. Mijn netwerk openen. Soms investeren. Ik heb zelfs een bedrijf gehad, samen met Ricardo Semler, dat volledig gebouwd was op vertrouwen.

Diezelfde gedachte zit ook achter Stichting 155. Ondernemers die andere ondernemers helpen. Niet vanuit spreadsheets of protocollen, maar vanuit ervaring, vertrouwen en gelijkwaardigheid. Soms is één gesprek genoeg. Eén luisterend oor. Eén iemand die zegt: „Ik geloof in je, nu even niet opgeven.”

Iedere ondernemer heeft af en toe een Fred nodig. Iemand die het lef heeft om jou vertrouwen te geven. En vroeg of laat komt iedereen op het punt dat hij zélf die Fred kan zijn voor een ander. Dan voel je pas hoe groot die verantwoordelijkheid is.

Er was trouwens één detail dat Fred lange tijd niet wist. Het eerste wat Simon deed na een grote deal? Een blauwe Porsche 928 kopen. Een dag later zei Fred tegen ons:

„Wat ik zo mooi vind aan jullie, is dat jullie zo normaal zijn gebleven en niet meteen naar de Porsche dealer zijn gerend.” Oeps. Dat was dus precies wat we gedaan hadden…

Het duurde lang voor we hem dat durfden te vertellen. Toen we het eindelijk deden, schaterde hij het uit. Dat is óók wat vertrouwen doet.

Lees verder onder de advertentie

Voor wie ben jij volgend jaar een Fred?

Ja, soms word je teleurgesteld als je vertrouwen geeft. Dat heb ik meegemaakt. Maar ik ben minstens zo vaak teleurgesteld als ik alles en iedereen probeer te controleren. Bovendien kost dat meer energie. Ik geloof dat het leven leuker, relaxter en beter is als je durft te leven vanuit vertrouwen.

Dat brengt mij bij de essentie van deze kerstcolumn. Want hoe zou de wereld eruit zien als we allemaal net iets vaker durven te zijn zoals Fred? Met een beetje meer Freds in deze wereld, of liever: met een beetje meer mensen die een Fred dúrven zijn, gaan we beter samenwerken, meer innoveren, wordt het leven leuker. En… lossen we misschien veel van de problemen op waar we ons zorgen over maken.

Dat is voor mij de ware ondernemende kerstgedachte. Ik wens je prachtige kerstdagen en een fantastisch 2026. Vol vertrouwen. En als je toch goede voornemens maakt, bedenk dan eens: voor wie ben jij volgend jaar een Fred?

Lees ook: Een leefbare stad begint bij de bakker op de hoek: ‘Praat er niet óver elkaar, maar mét elkaar’