Blog

Een leefbare stad begint bij de bakker op de hoek: ‘Praat er niet óver elkaar, maar mét elkaar’

Arko van Brakel ondernemer en voorzitter van Stichting 155. Arko van Brakel ondernemer en voorzitter van Stichting 155.
Arko van Brakel ondernemer en voorzitter van Stichting 155.
Leestijd 5 minuten
Lees verder onder de advertentie

Arko van Brakel

Ondernemer en voorzitter van Stichting 155

Arko van Brakel is ondernemer, auteur, trainer en totaal gefascineerd door innovatie en persoonlijk leiderschap. Zelforganisatie en vertrouwen zitten in zijn DNA. Daarnaast is hij voorzitter van Stichting 155 help een bedrijf.

Een échte bakker, waar je binnenkomt en begroet wordt met een glimlach. Waar je even blijft hangen voor een praatje. Waar je nog de geur van vers brood ruikt, in plaats van de muffe kilte van leegstand. Is er een slager, een boekhandel, een koffietentje met karakter? Dat zijn de echte meetinstrumenten van leefbaarheid. Niet de spreadsheets of beleidsnotities, maar het kloppende hart van een gemeenschap.

Ondernemers willen iets bijdragen aan hun omgeving

Ik heb in mijn leven veel ondernemers gesproken — als coach, spreker, adviseur en vooral als collega-ondernemer. En of je nou werkt in de horeca, de zorg, de retail of de techniek: overal hoor ik hetzelfde. “Ik wil gewoon mijn vak uitoefenen.” Ondernemers zijn vaak geen wereldveroveraars of winstjagers, maar mensen die met liefde iets willen bijdragen aan hun omgeving. Mensen die ‘s ochtends vroeg opstaan, risico’s nemen, mensen aannemen, rekeningen betalen, klanten helpen. Die houden van hun vak én van hun buurt.

Lees verder onder de advertentie

Maar laten we eerlijk zijn: het wordt ze niet altijd makkelijk gemaakt. Het runnen van een onderneming is allang geen vanzelfsprekendheid meer. Zeker niet in de lokale middenstand. Je hebt te maken met personeelstekorten, stijgende kosten, veranderend consumentengedrag, regelgeving die per gemeente verschilt en soms voelt alsof hij bedacht is zonder één ondernemer te spreken. En dat is het gekke: iedereen zegt dat we ondernemers nodig hebben voor vitale steden en dorpen, maar ondertussen vergeten we soms dat ondernemen vooral mensenwerk is.

Lees ook: Verslaving groeiend probleem onder ondernemers in nood: ‘Overdag high, ’s nachts werken’

Babylonische spraakverwarring tussen overheid en ondernemers

Ik zat laatst bij een bijeenkomst van wethouders, beleidsmakers en andere beslissers, in mijn rol als voorzitter van Stichting 155, de hulplijn voor ondernemers in zwaar weer. Het thema: leefbaarheid. Iedereen beaamde: die krijg je niet zonder ondernemers. En toch viel me weer op hoeveel misverstanden er bestaan tussen overheid en ondernemers.

Lees verder onder de advertentie

En ik snap het ook wel. Ondernemers denken in oplossingen, kansen en snelheid. Beleidsmakers denken in processen, risico’s en procedures. Waar de één roept “doen!”, hoort de ander vooral “pas op!”. Het zijn als het ware twee verschillende talen — en die zorgen nogal eens voor Babylonische spraakverwarring.

Toch geloof ik dat die verschillen juist een kracht kunnen zijn, mits je bereid bent nieuwsgierig te zijn naar elkaars wereld. Dat begint met het uitstellen van je oordeel. Een belangrijk inzicht dat ik ooit leerde: ons brein kent het woord ‘niet’ niet. Probeer maar eens níet aan een roze olifant te denken. Of niet aan Donald Trump. Precies: mislukt. Dus niet oordelen? Dat is moeilijk. Wat wél werkt, is oprechte nieuwsgierigheid. Vragen stellen in plaats van stellingen poneren. Luisteren zonder meteen te willen reageren.

Echt luisteren

Als ondernemer heb ik het zelf vaak genoeg meegemaakt. Projecten waarin ik met beleidsmakers samenwerkte en de eerste vergaderingen vooral frustrerend waren. Tot we op een dag besloten eens niet in een zaaltje te gaan zitten, maar ondernemers gingen opzoeken, het land in, de wijk in, strategiediners en events organiseren, bij ondernemers langs. Met maar 1 doel: écht luisteren. Toen ontstond er iets: begrip. Verbinding. En uiteindelijk: versnelling. Want als je elkaar echt leert kennen, kun je bouwen aan vertrouwen. En vertrouwen is het cement onder elke succesvolle samenwerking.

Lees verder onder de advertentie

Een ander stokpaardje van mij: delen is het nieuwe vermenigvuldigen. Kennis is pas waardevol als je ’m deelt. Ideeën krijgen pas impact (én groeien!) als ze gedeeld worden. En dat geldt ook voor het versterken van onze binnensteden. Ondernemers, ambtenaren, docenten, jongeren en investeerders — we hebben allemaal stukjes van de puzzel in handen. Maar we leggen ’m alleen als we stoppen met het voor ons houden van die stukjes en ze op tafel durven te leggen. Dat vraagt lef. Kwetsbaarheid. En een gedeeld doel.

Dat doel kan simpel zijn: een leefbare stad of dorp waar mensen willen zijn. Waar jongeren hun toekomst zien. Waar ouderen zich welkom voelen. Waar werken, leren, wonen en ontspannen in balans zijn. Maar dat lukt alleen als we niet óver elkaar praten, maar mét elkaar. Niet in beleidsjargon of ondernemerskretologie, maar in gewone mensentaal.

‘Laten we meer koffie drinken’

Leefbaarheid is geen Excel-sheet. Het is een ervaring. Een gevoel. Het begint bij de geur van vers brood. De vriendelijke blik van de barista die je naam onthoudt. Het gesprek in de boekhandel waar je zomaar een nieuw boek én een nieuw inzicht vindt. Het begint bij mensen die iets willen maken van hun stad, hun straat, hun leven.

Lees verder onder de advertentie

En daarom zeg ik: laten we meer koffie drinken. Echte koffie, in een echte zaak, met echte mensen. Daar ontstaan de beste ideeën. De mooiste verbindingen. En de leefbaarste steden.

Dus als je de volgende keer denkt: „Wat kan ik doen voor mijn stad of dorp?”, koop dan een brood bij de bakker op de hoek en begin daar een gesprek.

Lees ook: Daarom hebben succesvolle ondernemers plezier in hun werk: ‘Begint bij doen wat je leuk vindt’

Lees verder onder de advertentie