Voor corona was deze kapper schuldeloos, nu heeft ze 88.000 euro schuld

Er staan momenteel een kleine driehonderd kapsalons te koop in Nederland. Op een totaal van zesduizend kapperszaken met personeel is dat niet eens zo spectaculair veel. „Maar corona zorgt wel voor een versnelling van het verkoopproces. Wie al aan het afscheid nemen was, maakt nu haast. Voor veel kappers is de lol er af”, zegt Gert van Mourik uit Lochem, die met zijn bedrijf DeKapsalonMakelaar al 33 jaar bemiddelt bij transacties in de kappersbranche, in het AD.

„Maar niet iedere kapper die wil stoppen kan ook stoppen”, zegt voorman Maurice Crusio van de Algemene Nederlandse Kappersorganisatie (ANKO). „Kappers die willen stoppen, moeten hun personeel een transitievergoeding betalen en dat kunnen ze vaak niet. Door corona is de kas al leeg. Nagelstylistes en schoonheidsspecialistes zitten in hetzelfde schuitje. Die zijn, net als wij, ook twintig weken dicht geweest in twee jaar en moeten ook vaak grote bedragen aan ontvangen NOW- en TVL-subsidies terugbetalen.”

Onvoldoende omzetverlies voor recht op steunpakketten

Dat kappers in de hoek zitten waar de klappen vallen, komt doordat bij de in de haast opgetuigde steunpakketten voor ondernemers de inkomsten per kwartaal en niet per maand met elkaar worden vergeleken. Voorzitter Crusio van werkgeversorganisatie ANKO: „Die kwartaalsystematiek zit ons gruwelijk in de weg. We hebben het de politiek geprobeerd uit te leggen, maar we zijn roependen in de woestijn. Mijn interpretatie: men snapt het nu wel, maar de wil om de systematiek te veranderen is er niet.”

Probleem is dat het omzetverlies bij veel kappers tijdens de lockdowns net niet tot de 20 procent reikte, het percentage dat nodig is om voor loonkostensubsidie NOW in aanmerking te komen. Hetzelfde geldt voor de bijdrages op basis van de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten, waarvoor een minimaal percentage van 30 geldt. Dat die percentages niet zijn gehaald komt volgens de branche omdat de lockdowns in twee verschillende kwartalen vielen.

December is de beste maand voor kappers, maar niet in lockdown

„Neem de laatste lockdown”, zegt Brigiet Schoemaker, eigenaresse van Styling’S in Hengelo, een kapsalon met elf medewerkers. „Twee weken van de lockdown vielen in de laatste weken van december. Toen moesten we dicht in de periode waarin je normaal de beste omzet van het jaar draait. Maar je mist twee weken in een kwartaal, te weinig om aan die noodzakelijke omzetdaling van 20 procent te komen. Terwijl je juist in december compenseert wat je in de rustige zomermaanden aan omzet mist doordat je klanten en medewerkers op vakantie zijn. Die goede decembermaand hebben we nu al twee jaar op rij moeten missen.”

De laatste lockdown, maar ook de eerste twee van vorig jaar, vielen in twee verschillende kwartalen. „De oplossing is zo simpel: een maand gesloten is een maand vergoeden”, valt ANKO-voorzitter Crusio haar bij. „De gehanteerde rekenmethodiek met kwartalen is niet fair en brengt kappers in de problemen.”

Brigiet Schoemaker: „Bij eerst lockdown in maart 2020 waren we acht weken dicht. Toen we in mei weer open mochten, zijn we natuurlijk als idioten aan het werk gegaan. Want we wilden onze gasten niet nog eens drie weken op een afspraak laten wachten. Dat betekende extra uren voor het hele team. Je zit dan toch met extra kosten.”

Tijdelijk extra pand gehuurd om aan anderhalve meterregel te kunnen voldoen

Het overwerk en de extra bestedingen die de vaste gasten deden leidde ertoe dat Styling’S in drie weken tijd dezelfde omzet haalde die onder normale omstandigheden in vijf weken zou worden gerealiseerd, zegt de eigenaresse. „Ik had bovendien tijdelijk een extra pand gehuurd om aan de anderhalve meterregel te kunnen voldoen, extra geïnvesteerd in desinfectie en in beschermende materialen. Die extra kosten wil je natuurlijk niet doorberekenen aan je klanten, maar werden uiteraard niet vergoed. Dus gaat het ten koste van je marge. En die marges staan bij de kappers als jaren onder druk.”

Met het extra harde werken sneed Brigiet Schoemaker zichzelf in de vingers: het omzetverlies kwam door dat extra knipwerk uit op 19,8 procent. „Dus ik had géén recht op NOW.” Ze moest 24.000 euro ‘te veel ontvangen’ NOW-subsidie en TVL terugbetalen. De uitgestelde belasting meegerekend, staat de teller na drie lockdowns voor Brigiet Schoemaker en haar salon Styling’S op 88.000 euro. „Ik ging schuldeloos de eerste lockdown in en kwam er drie lockdowns later met een schuld van 88.000 euro weer uit. Die moet ik in vijf jaar tijd terugbetalen. Dat betekent voor mij 1500 in de maand netto.”

Oplossing om schuldenlast dragelijk te maken voor branche en perspectief geven

Ze wil geen ‘klaagverhaal’ zegt de Twentse onderneemster. „Want ik ben geen eigen bedrijf begonnen om de hand op te houden. Van huis uit heb ik geleerd dat je moet sparen voor leuke dingen en tegenvallers en dit is dus tegenslag. Ik heb daardoor mijn schuld nog relatief laag kunnen houden en heb alleen schuld aan de Staat. Vijf jaar lang 1500 euro in de maand moeten aflossen, is overkoombaar. Maar er moeten hierdoor wel keuzes worden gemaakt. Daar waar ik altijd twee leerlingen de kans geef om een opleiding bij ons te krijgen, zal het nu voorlopig bij één leerling blijven.”

Een oplossing om de schuldenlast dragelijk te maken voor de branche en perspectief te geven weet Schoemaker wel: „Ik zou het billijk vinden dat ondernemers die de eerst drie jaren aan hun aflossingsverplichtingen voldoen voor de resterende twee jaar kwijtschelding krijgen.”

'Schandelijk dat groep ondernemers in de kou wordt gezet'

ANKO-voorzitter Crusio: „Veel gezonde kappersbedrijven zijn door een oneerlijke rekenmethodiek rond de coronasteun plotseling kwetsbare en wankele ondernemingen geworden. Ik vind dat schandelijk voor een land als Nederland dat deze groep ondernemers zo in kou zet. We blijven knokken voor gedeeltelijke kwijtschelding.”