Blog Maatregelen
Rijk in de lockdown: dit is het verhaal van een kleine, getroffen ondernemer
Uit het hart. Oprecht. Indrukwekkend. Bas Pronk, ondernemer bij fit20 Rotterdam Overschie/Rhoon, stuurde ons zijn ondernemersverhaal. Om kort te gaan: lézen.

Ondernemer Bas Pronk, met zoontje Mats. Rijk in de lockdown.
Met een glimlach loop ik dinsdag mijn gesloten bedrijf binnen. Rechte rug, blik op standje krachtig. Gemotiveerd om motivatie uit te stralen. Ik kijk naar mijn oudste werknemer, midden vijftiger. Hij is zichtbaar aangeslagen. Ik probeer hem gerust te stellen, amper 12 uur na de onheilsboodschap van de premier. Is er overheidssteun, vraagt hij? Ik schud nee. We maken er vooralsnog geen aanspraak op, tenzij de lockdown ons ook na 20 januari nog treft. Dan misschien, afhankelijk van het heropeningsmoment. Botte pech.
Hij kijkt geïrriteerd. ,,Hoe kan dat nou, je leest overal over overheidssteun?” Ik knik. Het is frustrerend. Maar, zeg ik, we hebben goed gedraaid dit jaar. Had een stuk beter gekund trouwens, na de eerdere opgelegde sluiting in het voorjaar. ,,Maak je geen zorgen, wij gaan niet om”, zeg ik, strijdbaar. Het lijkt maart wel. Weer sta ik positiviteit te verkopen.
Je bent toch ondernemer. Dan mag je niet alleen profiteren, maar ook incasseren, lees ik wel eens. Dat zijn teksten van mensen in loondienst. Misschien hebben ze gelijk.
Ik kijk naar mijn werkneemster, die haar man vorig jaar verloor, als veertiger. Een dieptepunt waar we hechter van werden als klein team. Mijn hoopvolle boodschap is ook aan haar gericht. En aan die twee managers, die vrienden zijn geworden de laatste jaren. Vrienden die een inkomen nodig hebben. De één is gescheiden en alleenwonend met zijn dochter van tien jaar en de ander is net een maand vader.Got this, wil ik uitstralen. Ik laat jullie potdomme niet vallen. Ik sta garant voor salaris, met of zonder overheidssteun. Het (omzet)verlies in januari alleen al zal tussen de 10.000 en 15.000 euro uitkomen, of mogelijk hoger.
Je bent toch ondernemer...
Je bent toch ondernemer. Dan mag je niet alleen profiteren, maar ook incasseren, lees ik wel eens. Dat zijn teksten van mensen in loondienst. Misschien hebben ze gelijk. Ik moet sterk zijn voor hen, mijn werknemers. Mijn zorgplicht, voor mensen die een plek in mijn hart hebben veroverd. Ik neem het serieuzer dan mijn jaarcijfers.
Ik moet ook pijn pakken, zoals ik ook de geneugten van ondernemen ondervind op andere momenten. Klopt. Enige nuance is wel dat ondernemers niet alleen miljonairs zijn. Ik voel me als Nederlander rijk, en ben het ook net als vele miljoenen anderen in dit rijke land. Maar mijn Kia is ook gewoon acht jaar oud -een prachtauto trouwens- en ik bekritiseer mijn vrouw als er online kleertjes zijn gekocht voor onze drie jaar oude peuter. Ik ben 'een kleine werkgever', schreef de Belastingdienst mij vorige week. Een 38-jarige kleine ondernemer dus die pas vijf jaar ondernemend bezig is, die een paar kleertjes van 60 euro serieus geld vindt. Kun je je voorstellen wat ik van 10.000 tot 15.000 euro vind?
Lees ook: Fitnessondernemer Han de Hair over de toekomst van de branche en vitaliteit in coronatijd
Het is makkelijk boos worden, over het onrecht wat ik ervaar, nu mijn bedrijf voor de tweede keer wordt lamgelegd. Waar een ander gewoon de zekerheid van salaris heeft. Het is begrijpelijk boos te worden, over het onrecht wat we allemaal ervaren. Want we leven allemaal in onze eigen realiteit. De één geniet van het thuiswerken, en vindt die horecagasten maar een stel zeikerds. Ze krijgen toch overheidssteun van mijn belastingcenten, las ik. Oef, dat is hard... Daar hebben ze dat bijzondere woord polarisatie voor uitgevonden geloof ik.
Egocentrische benadering
Mijn prachtige bedrijf biedt een gezondheidstraining aan, wat bedrijfsmatig niet als sportschool-uitoefening wordt beschouwd maar er in de beeldvorming tegenaan schuurt. Belachelijk dat die sportscholen open waren, zegt de één. Een schande dat ik nu niet meer kan sporten, zegt de ander. Dat er gezinnen achter die sluiting zitten, met bijvoorbeeld een verlieslijdende ondernemer met een acht jaar oude Kia als eindpunt, komt bij geen van beide critici op.
Dat is niet zielig hoor, welnee. Het zegt iets over onze egocentrische benadering. We oordelen ten aanzien van virusverspreiding of iets wat ons wordt ontnomen. De één rent om die reden nog vlak voor de lockdown naar de Ikea of Primark, terwijl de ander zich in de handen wrijft dat bouwmarkten- en tuincentra als potentiële superspreaders eindelijk sluiten. Zit er achter die lokale Primark, Hema of BasicFit ook een groep werknemers en een ondernemer? Met huren en hypotheken, dure luiers, kinderkleren, met baby’s, met overleden partners, met… Denkt iemand daaraan?
Het is makkelijk boos worden, over het onrecht wat ik ervaar, nu mijn bedrijf voor de tweede keer wordt lamgelegd. Waar een ander gewoon de zekerheid van salaris heeft. Het is begrijpelijk boos te worden, over het onrecht wat we allemaal ervaren.
We denken aan onszelf, net als ik dat doe. Ook ik leef mijn realiteit en benader de ellende vanuit eigen perspectief. Thuis hebben de corona-jackpot, grapte ik in het voorjaar. Mijn vrouw heeft een bedrijf in de reiswereld. De omzet is nul, de zakelijke spaarpot heeft het nulpunt bijna bereikt, maar… het is druk. Men oriënteert zich op reizen in voorjaar en zomer, maar niemand boekt nog. Wel is er perspectief, en moet mijn vrouw in touw om haar 'omzetloze' bedrijf te redden.
Terug naar maandagavond. Twaalf uur voor ik in mijn bedrijf mijn rug rechtte, deed ik het thuis. Ik oefende vast op de blik op standje krachtig. Ik keek haar aan, na het horen dat ook de kinderopvang dicht gaat, en we 7 dagen per week 24 uur per dag onze peuter, vol ongelimiteerde energie, om ons heen hebben. I got this, straalde ik naar haar uit. Ik ben er voor Mats, en leid mijn gelockte bedrijf -waar nog verrassend veel werk in zit- vanaf mijn telefoon in een natte speeltuin.
Ik wil niet boos zijn
Ik wil niet boos zijn. Niet op Rutte, De Jonge, Van Dissel, zelfs niet op paniekzaaiende virologen of virusgekkies (dat laatste kost véél moeite, als je de gevolgen zelf zo ervaart). Het zou wel begrijpelijk zijn, net als dat het begrijpelijk is vanuit ieders positie om boos te zijn, of bedroefd. Zoals een vriendin die ik toevallig vandaag tegen kwam in de speeltuin, die zich druk maakte over kerst en Oudejaarsavond. Zij heeft gewoon inkomen, haar partner ook. Ik voelde een steek van onrecht, maar niet lang. Want voor deze vergaande lockdown mij zakelijk een strop om de nek legde, maakte ik me ook druk om triviale sociale zaken. Iets waar een wanhopige horeca-ondernemer op dat moment ook vast niets van had begrepen.
Elk leed is relatief. En zolang ik een zeker verlies van tienduizend euro als leed ervaar en zij een verloren kerstfeest, moeten we niet boos worden. Want het is namelijk geen leed. Lijden doen ze op de IC’s.
Elk leed is relatief. En zolang ik een zeker verlies van tienduizend euro als leed ervaar en zij een verloren kerstfeest, moeten we niet boos worden. Want het is namelijk geen leed. Lijden doen ze op de IC’s. Wat het dan wel is? Hooguit vervelend. Of een kans. Voor mij een kans om als kleine ondernemer -die zich in koude en natte speeltuinen vandaag heel alleen voelde- groot ondernemerschap te laten zien. Zeg het alsjeblieft niet tegen de Belastingdienst, ik zie hen er ooit misbruik van maken.
Bij deze corona-situatie past eigenlijk alleen maar inlevingvermogen
Maar serieus: daar past geen boosheid bij, heb ik besloten. En ook geen zieligdoenerij over cijfers en koude speeltuinen. Bij deze corona-situatie past eigenlijk alleen maar inlevingsvermogen, en van daaruit goed 'virusgedrag'. Omdat mijn en ieders inlevingsvermogen ertoe leidt dat we ons gedragen, zoals onze sterke premier ons opdraagt. Als we maar willen zien wat een ander voelt. Als we de IC zien, houden we voortaan wel anderhalve meter afstand. Als we lezen over mijn corona-jackpot en angst van mijn werknemers ten aanzien van hun toekomst misschien ook wel. Niet voor jezelf, maar voor de ander, om hem of haar niet nog meer te schaden. Of het nu medisch of economisch is. De meeste mensen deugen, heet het bestsellerboek van Rutger Bregman. Dat moet dan nu toch blijken? Rutger?
Lees ook: Online work-outs van Olympisch kampioen: Mark Tuitert houdt thuiswerkers fit
Ik ga tot die meeste mensen behoren. Ik beheer als ondernemer de zakelijke spaarpot -die we met elkaar hebben gevuld- en kan op die manier sterk zijn om het financiële welzijn van mijn werknemers te beschermen, en heb ook nog de luxe om de hele dag met kleine Mats te spelen, dat ventje waar ik zo onbeschrijfelijk veel van hou. De kans om hem zindelijk te krijgen, heb ik mezelf opgelegd als doel de komende weken. Naast het afstand houden en het volgen van alle coronaregels. Ik ben niet boos. Ik deug en ben rijk in lockdown.
Bas Pronk
Ondernemer bij fit20 Rotterdam Overschie & fit20 Rhoon
Auteur “Verander” & “Obsessie”