Tussen het pikken van een terras en het passen van een jurk even achter het autostuur kruipen? Volgens Maarten Vet van de pas geopende Volvo Studio Rotterdam is dat precies zoals het gaat, vertelt hij in het AD. In de dikke maand dat de winkel aan de Meent nu open is, zijn zo zelfs auto’s verkocht aan mensen die tijdens het winkelen binnenliepen. ,,Dat heeft ons ook wel verrast, want we dachten niet dat de consument al zo ver was.’’ Het idee achter de winkel in het centrum van Rotterdam is in eerste instantie om mensen kennis laten maken met de auto, zegt hij.
Lees ook: Autoshowrooms en merkbeleving anno 2021: zo pakt CUPRA dat aan
Dat kan beter in een drukke winkelstraat dan op een bedrijventerrein. Polestar was het eerste automerk dat zich in de Rotterdamse binnenstad meldde. Cupra volgde op de Karel Doormanstraat en nu is Volvo op de Meent neergestreken, naast Polestar. ,,Nee, dit wordt geen autostraat. Dat wil de verhuurder niet, maar wij ook niet’’, zegt Vet. ,,We willen juist tussen de kledingwinkel van Nikki Plessen zitten en de schoenenzaak van Van den Assem. Die zorgen voor de loop en het publiek dat wij zoeken.’’
Twee auto's in showroom
Marketingman Vet onderzoekt voor Volvo of en hoe de nieuwe binnenstadswinkel aanslaat. Moderne autokopers oriënteren zich op internet, zegt hij. Als zij zich daar hebben ingelezen, willen ze de wagen zien. Dat kan gemakkelijker in de stad dan op een bedrijventerrein daarbuiten. Het hindert volgens hem niet dat in de Volvo-showroom maar twee auto’s staan - meer ruimte is er niet in de voormalige kledingwinkel. Her en der staan in de parkeergarages in de buurt andere modellen waarmee mensen een proefrit kunnen maken.
In 2030 zullen alle door ons verkochte Volvo’s volledig elektrisch zijn
Bert van Esch, Volvo
Een nieuwe auto uitproberen in de drukste winkelstraten van Rotterdam? ,,Zo kunnen we mooi de navigatie en de pilot assist demonstreren,’’ zegt Bert van Es, directeur van Volvo Mobility Centre. Behalve de winkel op de Meent is hij ook uitbater van meerdere Volvo-vestigingen in de Rotterdamse regio.
Flaneerstraat voor bezitters van dure auto’s
De Meent is in meerdere opzichten een opvallende locatie voor een autozaak. Middenin het centrum, een zijstraat van de Coolsingel waar de fietser en voetganger pas meer ruimte hebben gekregen en de heilige koe minder. Het nabijgelegen Hofplein wacht eenzelfde herinrichting. Op de Meent zelf heeft de gemeente maatregelen genomen tegen het gemotoriseerde verkeer, omdat de chique winkelstraat de afgelopen jaren is uitgegroeid tot een flaneerstraat voor bezitters van dure auto’s die bij het passeren van de terrassen vaak het geluid van de uitlaten demonstreren. Nu gaat de Meent ‘s avonds op slot voor vierwielers.
In de Volvo- en Polestar-winkels staan stille elektrische auto’s, reageert Van Es. ,,In 2025 zal 50 procent van de door ons verkochte Volvo’s volledig elektrisch zijn. In 2030 is dat 100 procent.’’
Lees ook: Ook Volvo stapt in e-commerce: ‘Jongere consument wil auto online kopen’
De plek is volgens hem heel bewust gekozen. Om te beginnen opent Volvo alleen centrumwinkels in steden met minimaal 500.000 inwoners. Ook stelt de autofabrikant de nabijheid van een vliegveld als eis. ,,Waarom? Tsja, het zijn de plekken waar het gebeurt.’’ Vervolgens was het een zoektocht in het centrum, waarbij een Zweedse marketingman de ene na de andere locatie afkeurde. ,,Hij keek naar de passanten, de aantallen en hoe ze gekleed waren. Hij keek naar de koopkracht van het publiek. De Meent was het.’’
Auto's bekijken met koffie en appeltaart
De deuren staan wijd open zodat mensen makkelijk binnenlopen. ,,Om even auto’s voelen, ruiken en proeven,’’ zegt Vet. Er staat appeltaart van Dudok voor ze klaar op de houten koffiebar. Van Es: ,,Zweeds design, net als de auto.’’
De directeur van Volvo Mobility Centre verwacht niet dat de dealer in de winkelstraat de autobedrijven buiten de stad helemaal vervangt. ,,Misschien dat de grote showrooms daar kleinere toonzalen worden, maar de auto moet wel ergens naartoe voor onderhoud. Al is dat onderhoud met elektrische auto’s wel minder.’’
