Er zijn voldoende gekwalificeerde vrijwilligers die de molens in Usselo, Lonneker en Haaksbergen draaiende houden, maar die zijn voor het merendeel inmiddels de zestig gepasseerd. "Molenaar is echt een seniorenberoep", zegt Jan Kuiper uit Glanerbrug. Hij is zelf gepensioneerd en een van de zeven molenaars van de Wissink Möl in Usselo, die zaterdag net als de andere molens meededen aan de Nationale Molendagen. Kuiper is tevens penningmeester van het Gilde, afdeling Overijssel. Landelijk heeft het Gilde ruim tweeduizend leden, die samen honderden molens beheren.
'Rond de 40'De molens in Usselo, Lonneker en Haaksbergen hebben de beschikking over zestien molenaars. "We zitten niet klem", stelt Kuiper, "maar je wilt het liever vóór zijn. Daarom zoeken we vooral molenaars van rond de 40."
SeniorenJaarlijks levert de afdeling Overijssel tien tot twaalf nieuwe molenaars af die de theorie- en praktijkopleiding hebben afgerond. De aanwas van nieuwe aspirant-molenaars is ongeveer even groot: tien tot twintig. Maar de nieuwe lichtingen bestaan voor het grootste deel uit mensen boven de zestig. Kuipers verklaring: "Senioren zijn flexibeler in het indelen van hun vrije tijd, wat een voordeel is bij de opleiding." De molenaarsopleiding duurt al gauw twee jaar.
Molenaar wordenDat het molenaarsbestand vergrijst wil volgens Kuiper niet zeggen dat de jongere generaties niets met molens hebben. "Jong en oud, van lts tot universitair, we hebben ze allemaal in opleiding. Al die mensen zijn gegrepen door molens, door de technieken die al eeuwen oud zijn." De opleiding kan gevolgd worden vanaf 17, het examen kan gedaan worden vanaf 18 jaar. Jan Kuiper is ook instructeur. "We hebben nu een leerling van 23. Die wilde als kind maar één ding: molenaar worden."
Foto: Reinier van Willigen
