Nieuws Actueel

Duitse baas voor het IJspaleis

Nieuwe werkgever bofrost is net als het IJspaleis een familiebedrijf met een historie van ruim vijftig jaar, bericht BN/DeStem.

Jos Hack | Foto: Edmund Messerschmidt 2 maart 2016

Ijspaleis Duits

Nog een paar weken. Dan verdwijnt er met de auto's van het IJspaleis een stukje historie voorgoed uit het straatbeeld. Het is een gevolg van een verdergaande samenwerking met het net achter Venlo gevestigde Duitse familiebedrijf bofrost dat sinds gisteren 25 chauffeurs van de Sprundelse onderneming heeft overgenomen.

Het is een koerswijziging waar directeur Wally Gijzen (48) van het IJspaleis met pijn in het hart voor heeft gekozen, maar door veranderingen op de markt was er volgens hem geen andere mogelijkheid dan uitbreiding van de samenwerking met de Europese marktleider. IJspaleis wordt daar niet slechter van en voor de vaste klanten verandert er eigenlijk niks. "Die zien nog steeds dezelfde chauffeur aan de deur. Alleen rijden die mannen nu in andere auto's en hebben ze een nog groter assortiment aan vriesverse produkten bij zich. Ze vertrekken niet meer vanuit Sprundel, maar vanaf een depot in Breda", legt Wally Gijzen uit.

Begin 2015 is de aanloop naar deze verandering al op gang gekomen. Het IJspaleis moest van de leveranciers te grote hoeveelheden afnemen en dat vond de directie onverantwoord. "Of het nou leuk is of niet, daar moet je mee leven en meegaan met die veranderende markt. In bofrost hebben we nu een partner die met 5.500 auto's de Europese markt bedient en een veel grotere inkoopkracht heeft dan wij", zegt Gijzen.

FamiliebedrijfNet als het IJspaleis is ook de Duitse onderneming een familiebedrijf met een historie van 50 jaar. IJspaleis is vijf jaar jonger. "Wij blijven na deze verandering een gewone onderneming. Alleen hebben we nu door het vertrek van de chauffeurs een onderdeel minder. Dan hoor je om je heen de meest onzinnige verhalen. Het IJspaleis zou failliet zijn. Niks ervan. Met de 70 overgebleven werknemers blijven we in Sprundel 500 verschillende produkten maken. Dit jaar verwachten we zelfs een omzetstijging van 12 procent. Nou, voor zo'n resultaat zou ik elk jaar wel willen tekenen", zegt de directeur.

Hij weet nog hoe door zijn opa Wout in 1942 de basis is gelegd voor het bedrijf zoals het nu is geworden. "In de voorkamer van een doodgewone woning in Sint Willebrord is het allemaal begonnen met een ijssalon. Later, in 1958, werd dat een cafetaria", zegt Wally Gijzen.

Zijn eigen vader ging in de jaren zeventig weer een stapje verder. Die begon in 1970 met produceren en de verkoop van verpakt ijs. Uit die activiteiten is uiteindelijk weer de ijsfabriek ontstaan die al vanaf 1974 aan de Rucphensebaan is gevestigd.

"In die periode reden er zeven auto's naar particuliere klanten. Door de opening van de Europese grenzen groeide dat aantal in 1991 naar 120 auto's. Wij kregen er Duitsland en België bij. Tot de eeuwwisseling hebben we gouden tijden doorgemaakt. Daarna is het onder meer door de concurrentie van webwinkels stabieler geworden. Onze Belgische klanten hebben wij begin 2000 verkocht aan het IJsboerke en ook in Duitsland hebben we de boel van de hand gedaan", zegt Gijzen.

15 procent kwijtNa 2010 is het opnieuw minder geworden. "Wij zijn de laatste jaren 15 procent van onze omzet kwijtgeraakt. Dan kun je niet achterover blijven leunen, maar moet je naar oplossingen zoeken. Door de verkoop van de diepvriesthuisdienst aan bofrost met behoud van banen voor onze chauffeurs en met behoud van dezelfde service aan de klanten, denk ik dat we er het maximale hebben uitgehaald", vindt de directeur.

Tot Pasen is er in de winkel aan de Rucphensebaan nog een algehele uitverkoop van diepvriesartikelen. Daarmee is een stukje historie afgesloten. "En gaan we op een gezonde manier door", zegt Gijzen.