Nieuws Familiebedrijf
Dit Twentse familiebedrijf verdient bakken met geld aan afval
Haverkamp spint garen bij de invoering van diftar. Ook particulieren weten hun weg naar het bedrijf aan de Kanaalstraat te vinden. Aldus Tubantia.

Het is een staaltje van vooruitziend ondernemerschap waar de Haverkamp Groep patent op lijkt te hebben. Op 1 januari werd diftar - betalen voor het aanbiedenvan restafval - ingevoerd in Enschede. Sinds dezelfde datum is het eigen afvalbrengpunt voor bedrijven, ook toegankelijk voor particulieren. Die kunnen er tegen scherpe tarieven hun afval storten en zij doen dat in groeiende mate.
„Het begint rond te zingen dat wij over het algemeen lagere tarieven hanteren dan bij de afvalbrengpunten van bijvoorbeeld Twente Milieu”, aldus Manon Haverkamp (28). Met haar broer Bas (26) vormt zij de tweede generatie van de directie. Zij nemen het roer van het bedrijf steeds meer over van hun vader Johan Haverkamp (65), die er overigens niet aan denkt om ooit met pensioen te gaan
Goedkoper
Wie de tarieven vergelijkt, begrijpt waarom de particuliere stroom bij Haverkamp dit jaar enorm is gestegen en de aanhangers en huurbusjes vaak af en aan rijden. Puin stort je bij Haverkamp voor 40 cent per 10 kilo, bij een gemeentelijk brengpunt van Twente Milieu kost dat 1,50 euro. Voor hout geldt bij Haverkamp een tarief van 70 cent, bij Twente Milieu is dat 1,50 euro. Voor restafval wordt op beide adressen 1,50 euro per 10 kilo in rekening gebracht. Het afval wordt op eigen terrein ingezameld, uitgesorteerd en over de weg afgevoerd. Er is sinds 1 januari veel werk bijgekomen, maar dat hoort er bij. „Het is gewoon hard aanpakken.”
Drie jaar geleden bleek het oprichten van een commerciële containertak, Rodebak, al net zo'n gouden idee. „We hadden elke dag veel afval omdat we werken voor onder andere corporaties en zorginstellingen met schoonmaken, asbest verwijderen en ontruimen. Daar moesten we steeds zelf containers voor huren, wat behoorlijk in de prijzen begon te lopen. Daarom hebben we in 2014 zelf een truck met een aantal containers aangeschaft”, legt Manon Haverkamp (28) uit.
Containerverhuur is de vierde tak van het in 1973 opgerichte familiebedrijf, naast onderhoud en schilderwerk, asbestsanering en sloopwerk en vastgoedbeheer. Haverkamp bezit in Enschede een stuk of vijftien (bedrijfs)panden en ongeveer 150 studio’s, appartementen en kamers voor hoofdzakelijk studenten.
Van meet af aan bleek containerverhuur lucratief. Manon Haverkamp: „Vrijwel meteen nadat we onze eerste containers hadden gekocht, kregen we uit onze eigen klantenkring de vraag of we ook voor hen wilden rijden.”
Rodebak
De containers waren aanvankelijk blauw. Manon wist haar vader ervan te overtuigen dat rood beter zou zijn en de handelsnaam Rodebak moest worden. „Veel concurrenten hebben ook rode containers. Als mensen zo’n container zien maar de naam niet meer weten, zullen ze waarschijnlijk gaan googelen op ‘rode bak’. Dan komen wij bij die zoekopdracht als eerste naar boven.”
De naam is geregistreerd bij het merkenregister voor de Benelux, zodat een ander bedrijf het concept niet kan kopiëren. De focus van Rodebak, een handelsnaam van de BV Afvaldienst Twente van Haverkamp, ligt op Twente. Dat stond aanvankelijk ook expliciet op de website. „Maar we kregen al binnen enige maanden bestellingen uit onder andere Amsterdam. Dan kun je twee dingen doen. Of je zorgt dat je website moeilijker te vinden is, of je gaat landelijk.” Het werd het laatste, in 2015.
Groei
Sindsdien gaat het heel hard. De omzet van Rodebak Nederland en Rodebak Twente samen bedraagt inmiddels zo’n 1,5 miljoen euro. Tien personen hebben aan deze activiteiten een volle dagtaak, onder wie chauffeurs, planners en afvalinzamelaars. Daar zal het volgens Manon Haverkamp de komende jaren niet bij blijven. De onstuimige groei noopte tot een aanpassing in de bedrijfsvoering. „Twente blijft ons kerngebied. Daarbuiten doen we het zo gemakkelijk mogelijk, al leveren we natuurlijk wel kwaliteit. We investeren daar alleen niet in reclame en zo.”
Lokale partners
Haverkamp besteedt buiten de regio steeds meer klussen uit aan partners van elders. Dat zijn veelal kleine bedrijven die kapot zullen gaan omdat ze online niet mee kunnen komen. Veelal gaat het dan om kleine familiebedrijfjes, waaronder grondverzetbedrijven, waar opa bij wijze van spreken de telefoon opneemt. „Er zijn wat dat betreft nog genoeg groeimogelijkheden.”