Nieuws Horeca

Ooit telde dit dorp dertien cafés, nu sluit de laatste

Ooit telde het Zeeuwse dorpje Hansweert dertien cafés. Eind dit jaar valt voor de laatste kroeg definitief het doek. Uitbater Ad Linders is met café Zeelandia tegen wil en dank de langstzittende kroegbaas van het dorp geworden. Maar als slimme zoon uit een Rotterdams arbeidersgezin had hij heel andere dromen. Een carrière als hoogleraar aan de faculteit economie van de universiteit, dat leek hem wel wat. ,,Het is anders gelopen. Geleidelijk ben ik de horeca steeds meer als een roeping gaan zien.”

Joeri Wisse 1 september 2021

Kroeg cafe zeelandia

Ad Linders van café Zeelandia is de laatste kroegbaas van Hansweert. Eind dit jaar sluit de zaak. Foto: AD/Johan vd Heijden.

De naam van de kroeg staat in ouderwetse ingekleurde letters op een grote gevelsteen gekerfd. Rechtsboven in een wat frivoler handschrift een jaartal: 1592. ,,Een grapje van mijn zwager”, lacht Linders. Het pand is lang niet zo oud, maar heeft wel een rijke historie die bijna honderd jaar teruggaat. Behalve een café heeft Zeelandia ook een feestzaal. Het is de trots van Linders.

Hoewel er bijna niets meer wordt georganiseerd en de dansvloer langzaam gevuld raakt met spullen voor de aanstaande verhuizing, laat Linders de eigenhandig verbouwde ruimte nog graag even zien. Het podium met zware gordijnen, een plateau met een disco-installatie, de bar met dakpannen, de geschilderde portretten van Laurel en Hardy op de wand - waar vind je het nog? ,,Zonde dat zo’n zaal verloren gaat voor Hansweert. Dit heeft veel meer sfeer dan het dorpshuis. En toch gaan mensen liever daarnaartoe voor een feestje.”

,,Corona heeft veel veranderd”, zegt hij na een korte stilte tegen AD.nl. ,,Doordat alle zaken een jaar moesten sluiten, hebben horecaondernemers ervaren dat er meer is dan alleen werken. Voor ons wordt het ook lichamelijk steeds zwaarder. We doen het nog graag, maar mijn vrouw en ik krijgen steeds meer mankementen. Ik word volgend jaar 70. Ik heb nog wel energie, maar ben ‘s avonds vaker afgemat. Het ligt na aan mijn hart hoor, maar op een gegeven moment moet je een grens trekken.”

"Ik zit hier nu veertig jaar. Onvoorstelbaar, want ik heb Zeelandia in een impulsieve bui gekocht en wilde het zo snel mogelijk weer kwijt. Op dat moment was ik al anderhalf jaar aan het zoeken naar een horecapand"

Aan uw tongval te horen, stond uw wieg niet in Zeeland.

,,Ik groeide op in een arbeidersgezin in Kralingen. Mijn vader en moeder knoopten met veel moeite de eindjes aan elkaar, maar hadden alles over voor hun kinderen. Ik wilde per se hogerop, niet zo hard werken als mijn vader. Hij had een jutenzakkenreparatiebedrijf waar het altijd keihard werken was. Op school haalde ik goede cijfers, ik kon na de hbs-A mooie banen krijgen: luchtverkeersleider, kapitein op de grote handelsvaart... Toentertijd werd je door bedrijven en overheden nog zelf benaderd, ik vond het allemaal prachtig maar kon niet van huis af. Ik was heel erg gehecht aan mijn ouders.”

Uiteindelijk koos u voor een studie bedrijfseconomie aan wat nu de Erasmus-universiteit is.

,,Ik wilde hoogleraar worden maar dat is er helaas niet van gekomen. Door ziekte verloor ik mijn concentratie en moest ik mijn studie afbreken. De decaan vond dat ik het weer moest oppakken, maar omdat ik weer was gaan werken kon ik dat niet opbrengen. De dienstplicht was er nog, dus ik moest het leger in. Door mijn jeugd had ik een grote hekel gekregen aan alcohol en cafés. Maar doordat mijn maten mij meevroegen te stappen, leerde ik het caféleven toch kennen. En omdat ik destijds geen doel had, haalde ik mijn horecadiploma’s maar.”

Toch was het helemaal niet uw doel om cafébaas te worden. Laat staan in Hansweert.

,,Ik zit hier nu veertig jaar. Onvoorstelbaar, want ik heb Zeelandia in een impulsieve bui gekocht en wilde het zo snel mogelijk weer kwijt. Op dat moment was ik al anderhalf jaar aan het zoeken naar een horecapand. Dit pand had ik maar vluchtig bekeken, want ik vond het veel te ouderwets. Door de druk van thuis heb ik het toch gedaan. Mijn vader vond dat ik eens aan de slag moest. Dus zei ik tegen m’n moeder: bel de eigenaar maar dat ik het doe. Voor Rotterdamse begrippen was het een schijntje. Ik dacht: Als ik het over twee jaar heb opgeknapt, verkoop ik het weer.”

Maar dat viel behoorlijk tegen?

,,De noodverlichting, nooduitgangen, gas, licht, alles moest aangepakt worden. De koelingen waren roestig, niks was meer goed. In anderhalf jaar tijd heb ik samen met mijn vader de boel gerenoveerd. Op 18 maart 1983 kon het café open. Met de inkomsten daaruit kon ik verder met de renovatie van de zaal, want daar had ik m’n zinnen op gezet. Nog voor alles af was, ging de zaal al af en toe open voor plaatselijke verenigingen. Tussen het puin werd Sinterklaas gevierd.”

Wat waren uw dromen met de zaal?

,,Ik wilde er een discotheek van maken, zoals ik die daarvoor ook net over de grens in Essen had gehad. Die was ik kwijtgeraakt, omdat alles in brand was gestoken. Ik had niets met Zeeland, maar volgens m’n zwager hadden ze hier nog geen disco. De zaal van Zeelandia leende zich ervoor, dacht ik. Om een vergunning van de gemeente te krijgen moesten de grote ramen van de oude concertzaal worden dichtgemetseld. Ook moest er een geluidwerend plafond in. Om de oud-Hollandse sfeer er in te brengen, heb ik al die steentjes van mijn afgebrande pand in Essen overgereden. De zaal werd een soort kopie van de dancing daar. Maar in de praktijk werkte dat hier niet, Hansweert bleek meer een cafédorp.”

"Als ik met mensen een goed gesprek kan voeren, ben ik in m'n nopjes. Ik waardeer ontzettend dat mensen genieten, want dan geniet ik zelf ook. Als ik me nog helemaal fit had gevoeld, was ik nooit gestopt. Het is mijn leven geworden"

Hoe bent u in België beland?

,,Nadat ik een jaar op de computerafdeling van Unilever centen had gespaard, kon ik een café kopen in Belgisch Limburg. Na anderhalf jaar hield ik het voor gezien. Het was niet mijn stijl om elke dag tot diep in de nacht door te werken. In Essen kocht ik een weekenddancing. Dat pand was volledig kapot en heb ik helemaal zelf opgebouwd. We noemden het de Copacabana - het interieur was deels oud-Hollands, deels tropisch. Vanaf het eerste weekend liep het als een trein, elke zaterdag en zondag was het volle bak met vijfhonderd man. Het was 4,5 jaar lang mijn lust en mijn leven, maar de burgemeester wilde niet dat de zaak herbouwd zou worden. Doordat het was afgebrand kon hij mij onteigenen. Het heeft lang geduurd voordat ik dat verwerkt had. Tot voor kort kwam ik elke week in Essen, nu nog om de veertien dagen. Bij mijn oude bierhandel ontmoet ik nog steeds oude klanten. ‘Ben jij Ad?’, hoor ik dan. Schijnbaar ben ik niet veel veranderd.”

Waarom bent u Zeelandia toch trouw gebleven?

,,De horeca ben ik steeds meer als een roeping gaan zien. Toen ik begon waren hier nog zes cafés. Geleidelijk aan verdwenen ze allemaal en bleef ik als enige over. Op de een of andere manier kwamen de mensen toch graag bij ons. Klanten vinden het gezellig, ondanks dat ik ook een norse kant heb. Ze zeggen vaak dat ik chagrijnig ben. Dat is helemaal niet zo, maar dan ben ik druk bezig of in gedachten.”

Wat vindt u zo mooi aan het caféleven?

,,Als ik met mensen een goed gesprek kan voeren, ben ik in m'n nopjes. Ik waardeer ontzettend dat mensen genieten, want dan geniet ik zelf ook. Als ik me nog helemaal fit had gevoeld, was ik nooit gestopt. Het is mijn leven geworden. Ik heb ook voor veel mensen klaargestaan. Een luisterend oor geboden of geholpen als ze in de problemen zaten. Zo deed ik voor verschillende klanten belangeloos de boekhouding of belastingaangifte, ik blijf meer een financiële man dan een kroegbaas. Ik ben goed van vertrouwen, daar is ook veel misbruik van gemaakt. Dat heeft mij veel verdriet gedaan.”

Vanaf 1997 bent u ook beheerder van dorpshuis Kaj Munk. Hield u nog tijd over?

,,We hebben eigenlijk te weinig genoten. Vooral ik heb alleen maar aan werken gedacht. Precies zoals mijn vader deed... Gemiddeld werkte ik zo’n zestien uur per dag , zes dagen per week. In de goede tijden gingen we om tien uur open en ‘s nachts om vier uur dicht. Dagen van 18 uur, dat waren geen uitzonderingen. Dan vinden de mensen het gek dat je weleens moe bent. Het was zelfs zo gek dat ik weleens stond te slapen achter de toog.”

Is het nu rustiger voor jullie geworden?

,,Zeelandia is nu nog maar twee dagen open, de laatste tijd zijn we vooral druk met Kaj Munk, van ’s ochtends tien tot ’s avonds acht. In het dorpshuis komt een heel ander publiek, maar het is ook één sociaal gebeuren. Ik hoef de deur maar open te doen en ik heb mensen binnen. Mede omdat het ook een caféfunctie heeft, is het een van de best lopende dorpshuizen in de streek. Op 31 december 2022 stop ik ook met Kaj Munk. Dat doe ik expres nog een jaar langer zodat ik niet in een zwart gat val. Misschien dat ik af en toe nog ergens een dag ga werken om het contact niet te verliezen. Horeca is gewoon mijn passie.”

Komt u daarna terug als gast aan de andere kant van de toog om een biertje te drinken?

,,Misschien eens een enkele keer en dan niet om een biertje te drinken. Ik heb nooit alcohol gebruikt, af en toe een wijntje bij het eten - meer niet. Ik heb ook nooit gerookt, wel veel in de rook gestaan. Ze zeggen vaak dat ik een voorbeeld ben voor anderen. Dat treffen ze nergens, een café-eigenaar die niet drinkt. Als ik 90 word en ze vragen wat mijn medicijn is om gezond oud te worden dan zeg ik: niet drinken en niet roken. Ja, dat zou ik dan waarschijnlijk antwoorden.”

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws voor ondernemers.

Ontvang dagelijks onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste ondernemersnieuws