‘Zijn wij nou zo stom?’, zo verwoordde horecadeskundige Ton Lenting het sentiment dat hij proefde bij verschillende horecaondernemers.
Zij zagen dat het horeca-imperium van Oubaha - 24 clubs en feestcafés in Nijmegen, Arnhem en Enschede - werd gered door de rechter. Die stemde in met een schuldenakkoord dat Oubaha sloot met zijn schuldeisers, waaronder de Belastingdienst en bierbrouwer AB Inbev, meldt het AD. Oubaha moet een deel terugbetalen en is daarmee verlost van een schuldenlast van 17 miljoen euro, opgelopen in coronatijd.
Lenting omschreef de deal vorige week als ‘een cadeautje’ dat andere horecaondernemers ook wel zouden willen krijgen. ,,Als je een grote mond hebt, krijg je kennelijk dingen voor elkaar.”
Ik wilde mijn schulden in vijftien jaar terugbetalen. Maar de regel werd: binnen vijf jaar. In mijn geval onmogelijk
‘Faillissement Oubaha dreigde’
Oubaha wijst erop dat zijn schuldenakkoord is getoetst door een onafhankelijke rechter. ,,Na een lange, intensieve periode waarin mijn bedrijf in surseance van betaling verkeerde en een faillissement dreigde. Er was een door de rechter aangewezen bewindvoerder bij betrokken die allereerst de belangen van de schuldeisers diende. Dat heeft allemaal niks met mijn grote mond te maken.”
Oubaha zegt mee te voelen mee met andere ondernemers die nog steeds hun coronaschulden aan het afbetalen zijn. ,,Ik had zelf ook liever willen aflossen. Maar ik kreeg de kans niet.”
Hij doelt op het gegeven dat de Belastingdienst in de zomer van 2023 beslag wilde leggen op al zijn zaken, vanwege betalingsachterstanden. Vanaf toen werd het noodgedwongen het een juridische strijd, stelt hij. ,,Ik wilde mijn schulden in vijftien jaar terugbetalen. Maar de regel werd: binnen vijf jaar. In mijn geval onmogelijk. Een groot deel van mijn bedrijf is nightlife en deze sector is in coronatijd het állerhardst getroffen. Ja, ik heb cafés met terrassen, op die terrassen mochten op een gegeven moment wél mensen komen in coronatijd, maar in mijn clubs en feestcafés gold dat niet. Ik kon geen kant op.”
Mensen behielden hun baan, maar mijn vaste lasten van 1,1 miljoen per maand liepen tijdens de lockdowns gewoon door
‘Andere regels’
Ook niet omdat de regels veranderden, zegt hij. ,,Waardoor ik niet mocht reorganiseren: de werktijdverkorting werd afgeschaft. Mensen behielden hun baan, maar mijn vaste lasten van 1,1 miljoen per maand liepen tijdens de lockdowns gewoon door.”
Oubaha zegt te begrijpen hoe lastig het voor de overheid was om de juiste maatregelen te treffen om ondernemers zo goed en eerlijk mogelijk te helpen. ,,Maar sommige dingen begrijp ik nog steeds niet. Ik vind bijvoorbeeld dat álle ondernemers die in coronatijd zijn getroffen, geen rente zouden moeten betalen over de opgelopen schulden - omdat we móésten sluiten.”
Lees ook: Scheve gezichten na redding van horeca-imperium Oubaha: ‘Zijn wij nou zo stom?’