Een groep van 27.800 personen en 457 gemeenschappen uit Nigeria wilde het Britse olieconcern aanklagen vanwege de schade die ze ondervonden door de gelekte olie. Ze zeggen dat hun landbouwgrond en waterwegen vervuild raakten, met ernstige gevolgen voor boeren, vissers en drinkwater.
Daarbij wilden ze ook aantonen dat het lek van ruim elf jaar geleden blijvend overlast veroorzaakt, waardoor de normale verjaringstermijn van zes jaar niet zou gelden. Maar het Britse hooggerechtshof gaat niet mee in die redenering, waarmee het oordeel van twee lagere rechtbanken in stand blijft.
Vaker aangeklaagd
Shell spreekt zelf tegen dat de gelekte olie aan land schade heeft veroorzaakt. De olie kwam vrij tijdens het vullen van een olietanker, zo'n 120 kilometer van de Nigeriaanse kust, maar zou de kustlijn nooit hebben bereikt. "Hoewel het Bonga-lek zeer betreurenswaardig was, werd het snel ingedamd en op zee opgeruimd."
Het olie- en gasbedrijf is vaker aangeklaagd voor lekkages in Nigeria, waar Shell zijn activiteiten wil terugschroeven om alleen nog op zee naar olie te boren. Britse rechters oordeelden dat tienduizenden Nigeriaanse boeren en vissers uit de Ogale- en Bille-gemeenschap Shell in het Verenigd Koninkrijk mogen aanklagen vanwege lekkages.
Shell trof eind vorig jaar een schikking met Milieudefensie voor de afhandeling van vier verschillende lekkages in Nigeria tussen 2004 en 2007. Als onderdeel daarvan betaalt Shell gedupeerde partijen in het land 15 miljoen euro, maar het gaat volgens de olieproducent niet om erkenning van aansprakelijkheid.