De gemiddelde verkoopprijs ontwikkelt zich volgens de onderzoekers normaal gesproken altijd iets gunstiger in het tweede en vierde kwartaal dan in het voorliggende kwartaal. De stijging op kwartaalbasis van de verkoopprijs in het tweede kwartaal van 2,8 procent, na de daling van 3,1 procent in het vorige kwartaal, past dus in dat seizoenspatroon.
Ondanks dat er van een definitieve ommekeer van de correctie op de koopwoningmarkt nog geen sprake is, zijn er volgens de onderzoekers wel aanwijzingen dat een vrije val van transacties en prijzen niet te verwachten is in de komende maanden. Zo nam de krapte op de koopwoningmarkt in de eerste jaarhelft toch weer iets toe. Daarnaast durven eigenaren hun woning ook weer vaker te koop te zetten. Ook blijkt het vertrouwen in de koopwoningmarkt niet verder meer af te nemen.
Gifbeker nog niet leeg
De daling van de maximale leencapaciteit uit 2022 lijkt in de eerste helft van dit jaar ook te zijn hersteld door de fors gestegen inkomens van huishoudens, met name voor hogere inkomens. In combinatie met de nog steeds enorme vraag naar woningen vormen deze ontwikkelingen volgens de onderzoekers een sterke basis voor herstel van de koopwoningmarkt. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat de verkoopprijzen eind dit jaar al weer kunnen gaan stabiliseren of licht stijgen.
De onderzoekers waarschuwen wel dat de gifbeker op de nieuwbouwmarkt nog lang niet leeg is. De terugval van de woningbouwproductie in de koopsector lijkt zich daarbij te ontwikkelen tot een 'vrije val'. Het zeer geringe aanbod van nieuwbouwkoopwoningen schetsen een zeer somber beeld voor de komende jaren. De val van kabinet-Rutte IV zal, ook wanneer het kabinetsbeleid met betrekking tot de stimulering van de nieuwbouw van woningen niet controversieel wordt verklaard, volgens hen zeker niet helpen om deze neerwaartse spiraal snel te doorbreken.