Actueel

Vleesverwerker Goedegebuur volgt trends en culturen

beeld deondernemer
Leestijd 2 minuten
Lees verder onder de advertentie

Het bedrijf begon in 1950 als slachterij. Dat bleef het tot 20 jaar geleden, toen een keerpunt volgde. De vleesmarkt was overvol geraakt en dus kozen de Rotterdammers voor specialisatie: niet meer slachten, maar alleen uitbenen en verwerken. Ze richtten zich in het vervolg op de achtervoet van het vrouwelijk rund, oftewel: de achterste helft van de koe. Daar waar de beste en duurste stukken vlees zitten.

En dat gaat goed. Wekelijks verwerkt Goedegebuur zo'n 750 ton vlees. Daarvan maakt het verschillende producten, letterlijk toegesneden op tal van culturen. Zo'n 90 procent van het vlees gaat de grens over. Dit leverde het bedrijf de prestigieuze Rotterdamse Ondernemersprijs 2015 op.

VoorkeurenDriehonderd producten, ook directeur Michiel Goedegebuur vindt het veel. Hij legt uit dat het om verschillende soorten gaat - bijvoorbeeld biefstuk van de haas - en dat verder gewicht en kenmerken, zoals wel of geen vetrand, meetellen.

Lees verder onder de advertentie

Inspelen op verschillende culturen is in dezen erg belangrijk. "In Spanje houden ze van vet vlees, maar hier niet. En pezen, waar we in Nederland weinig mee doen, verkopen we tegenwoordig aan China. Door goed naar trends en culturen te kijken, ontstaat een bepaald assortiment." Ook veranderen de prijzen, net als bij olie, constant. "Zo levert het soms meer op om totaaldelen te verkopen. Dan splitsen we een deel van het dier niet verder uit. Op andere momenten doen we dat juist wel."ObstakelsAls gevolg is niet alleen het assortiment, maar ook de klantenkring heel divers, die deels vroeger is opgebouwd. "Mijn opa slachtte vroeger overdag de koeien, waarna hij 's avonds naar Parijs vertrok om het vlees te verkopen. Tegenwoordig reizen we veel en staan we op allerlei beurzen."

Toch zijn er obstakels. Zo'n drie jaar geleden wilde Goedegebuur handelen met Rusland. Het kwam er niet van door de handelsboycot. "Frustrerend was dat we voldeden aan de strengste regels ter wereld, maar alsnog door een hele Russische bureaucratische molen moesten."

Slechte naamOok een probleem: de BSE-crisis (rondom de runderziekte) eind jaren 90 heeft de Europese vleesindustrie een slechte naam bezorgd. Dit merkt Goedegebuur vooral in China, waar het - net als andere leveranciers uit Europa - nauwelijks handel mee mag drijven. Het bedrijf heeft 300 medewerkers in dienst en dat houdt Michiel graag zo. "Het succes hangt samen met goede mensen. Wat mij betreft hoeven daar geen robots tussen te komen."

Lees verder onder de advertentie