Zo gaat dat. Ze willen ‘iets leuks’ en een ‘beetje beroemd’ voor een congres, maar ook weer ‘niet te duur’. Ik weet bijna zeker dat het woord ‘spiegel’ valt. Die moet ik hun voorhouden. Ik ben er nooit zelf bij, maar zo zie ik dat voor me: twaalf mensen in een kantoorruimte en de directeur van een middelgrote organisatie luistert naar de directeur van een evenementenbureau.
‘Goed. Dan zijn we er wel, ongeveer. Voor de zekerheid vat ik het nog even samen. We hebben die opening van de show met koorddansen en meteen daarna die jongen met al dat haar op zijn hoofd, die jullie logo met zand op een lichtplaat strooit. Dan hebben we na het eerste blokje sprekers een jazzcombo zonder drummer, want dat is voor veel van jullie klanten te hard, dan hebben we vlak voor de pauze de a-capella Bohemian Rhapsody door Kamerkoor Oude Pingjum.
Na de pauze openen we weer met die zandstrooier, maar nu maakt hij een hertje in de sneeuw, wat weer verwijst naar die ene keer dat jullie een hertje vlak voor het kantoor zagen staan. Dan de resterende sprekers, een interview, de directeur die nog even in het zonnetje wordt gezet en dan Nico Dijkshoorn er achter aan die de hele tijd heeft zitten schrijven en die zegt dan dat jullie achterlijk zijn, dat het allemaal heel anders moet en daarna vindt hij jullie toch een beetje lief. Iedereen blij? Goed, gaan we hem zo uitrollen die motherfucker.’
Nooit heb ik aan een congres meegewerkt zonder te weten wat ik moest schrijven. Altijd staat er wel iemand op het podium die binnen enkele seconden wordt gehaat door de hele zaal.
Ik durf te zeggen dat ik een brede congreservaring heb. Tientallen keren heb ik als een malle eppie aan een tafeltje gezeten, terwijl er vlak naast mij op het podium naar Een Nieuwe Kijk Op Aardgas werd gezocht of men vroeg zich af Waar De Parfumerie In 2027 Zou Staan. Ondertussen konden de mensen naar mij kijken en zagen zij Het Makkelijkste Beroep Op Aarde.
Nooit heb ik aan een congres meegewerkt zonder te weten wat ik moest schrijven. Altijd staat er wel iemand op het podium die binnen enkele seconden wordt gehaat door de hele zaal. Dat is mijn eerste goede raad in deze column: begin je presentatie nooit met de zin: ‘Ik ben hier vandaag om jullie te vertellen dat je het helemaal verkeerd doet.’
Ik heb dat vaak zien gebeuren. Het meest schrijnende voorbeeld: een bekende Belgische wetenschapper die tijdens een congres voor werkgevers in de fastfood business uit kwam leggen dan je per dag een handje rozijnen, zelf gepelde noten en een stukje bitterre chocolade mocht eten en dat je anders dood ging. In de zaal zaten minimaal veertig directeuren die hun geld verdienden met allerlei variaties op de bitterbal en de kaas-soufflé.
Dat zou mijn werk nu kunnen zijn: de congresfluisteraar. Maak een programma, huur mij in, en ik vertel u wat absoluut niet gaat werken.
De sfeer was gespannen. Die Belg kwam aan hun vreten. Daarna heb ik de lucht geklaard met mijn gedicht. Ik stelde de wetenschaps-Belg de volgende vraag: de tijd die ik kwijt ben met het schaven van chocolade, het pellen en verzamelen van noten en het zoeken naar steentjes tussen de rozijnen, is die niet even lang als de tijd die ik dan eventueel extra leef? Zegt u niet eigenlijk: wordt gemiddeld vijf jaar ouder en ga die tijd vullen met het openrammen van walnoten?
Dat was en is mijn functie tijdens congressen: de gezonde onderbuikgevoelens van de mensen in de zaal verwoorden. Daarom schrijf ik ook het liefst midden in de zaal, tussen het publiek. Meestal hoor ik ze om mij heen, na drie misplaatste grapjes van de dagvoorzitter, grommen en zuchten. Ik probeer die gevoelens tijdens mijn eindgedicht te verwoorden. ‘Ontzettend boeiende materie, goede voordrachten, waar we heel veel aan zouden hebben gehad als de dagvoorzitter niet twintig keer stukjes uit zijn eigen zelfhulp-boek had voorgelezen.’
Dat zou mijn werk nu kunnen zijn: de congresfluisteraar. Maak een programma, huur mij in, en ik vertel u wat absoluut niet gaat werken. Een levend dier het podium op laten lopen: nooit doen. De directeur een vreemd dansje laten doen: nee. Een openingsvideo laten maken van 20.000 euro en dat je aan het eind alleen denkt: 'wat een een lelijk gebouw eigenlijk, waar wij in werken’: sla dat over.
Lees hier een van zijn eerdere blogs:Ondernemers, ook Nico Dijkshoorn is te koop
Laat ik u nog één gratis tip geven: verbied sprekers om een powerpoint-presentatie te gebruiken. Werkt nooit. Altijd ontbreekt het geluid, foto’s vallen buiten het scherm, te vaak worden dezelfde schijtlollige youtube-filmpjes getoond, altijd moet midden in een presentatie een man in een stofjas het podium op wandelen om met zijn kont naar het publiek de beamer aan-en uit te zetten of om de afstandsbediening aan de spreker uit te leggen.
Ik heb ook nog een vraag. Als u mij inhuurt, maak het me niet te makkelijk.