Horeca en events kritisch op coronabeleid Kuipers: ‘Geen idee waar hij mee bezig is’

Het coronavirus mag langzaam aan een comeback bezig zijn; een gedetailleerde strategie voor een nieuwe golf is er nog niet. Plannen per sector zijn nog niet uitgewerkt, de horeca is er zelfs nog niet aan begonnen. Robèr Willemsen, voorzitter van Koninklijk Horeca Nederland (KHN) op AD.nl: ,,De minister vraagt ons verantwoordelijkheid te pakken, maar zet daar niets tegenover. Wat doet de overheid zelf om de ziekenhuizen beter voor te bereiden, wat wordt de vaccinatiestrategie eigenlijk? We vragen er al maanden naar, maar horen niets.”

Willemsen staat niet alleen, bij evenementenorganisatoren klinkt dezelfde klacht. ,,We hebben geen idee waar Kuipers mee bezig is”, meldt Jolanda Jansen, directeur van Ahoy Rotterdam en woordvoerder van de Alliantie van Evenementenbouwers.

'Corona gaat niet meer weg'

De onvrede spitst zich nu dus toe op de zogeheten sectorplannen. De minister vroeg dit voorjaar tientallen sectoren zélf een plan te maken voor een nieuwe golf. Daarin moeten ondernemers rekening houden met diverse scenario’s, van ‘corona als verkoudheid’ tot een ‘worstcasescenario’. De maatregelen gaan dus van licht naar zwaar, van spatscherm en looproute tot capaciteitsbeperking en de QR-code.

,,Het past bij deze fase, corona gaat niet meer weg”, meldt een Haagse bron. ,,En eerder vroegen ondernemers juist meer ruimte. ‘Wat weten de Haagse beleidstorens nou van de situatie in een theater of café?’ Die ruimte komt er nu.”

Op basis van de sectorvoorstellen wil Kuipers komen tot een doortimmerde en breed gedragen strategie voor het najaar. Die had er al moeten zijn, maar door getreuzel zijn die plannen nog niet tot in detail uitgewerkt. Dat zou voor een belangrijk deel aan individuele sectoren liggen.

Dat schoot bij Jansen ‘echt in het verkeerde keelgat’. ,,We hebben als evenementensector al in april een plan ingediend, met daarbij een aantal vragen voor het kabinet. Daar zijn nooit antwoorden op gekomen, überhaupt geen reactie. En dan zegt Kuipers nu dat het wachten op ons is. Kom nou.”

'Wat zijn de scenario's waar de minister over praat?'

De evenementensector, waarbij ook bijvoorbeeld de KNVB en Mojo zijn aangesloten, wil bijvoorbeeld van de minister weten wat precies de scenario’s zijn waar hij over praat. Wanneer is corona een verkoudheid, wanneer wordt het een worstcasescenario? Ook wil de sector weten welke maatregelen volgens het kabinet effectief zijn. ,,Wat heeft er nou gewerkt tot nu toe en wat niet? Geef ons een beetje handvatten.”

'Pure symboolpolitiek'

Jansen vindt de horecasector aan haar zijde. ,,Andere sectoren leveren misschien wel een lijstje in, maar of hun ideeën effectief en goed onderbouwd zijn, is totaal onduidelijk”, zegt KHN-voorman Willemsen. ,,Het is pure symboolpolitiek. Dan begint Kuipers weer over spatschermen en stickers op de vloer, terwijl het onbekend is of die effect hebben. Ook na twee jaar kunnen ze ons daar nog niks over vertellen. Ik snap dat niet. Het geeft niet de indruk dat er echt controle is.”

Vanuit KHN is er dus nog geen enkel sectorplan opgestuurd naar Den Haag. ,,Wij willen eerst dat Kuipers onze vragen beantwoordt”, zegt Willemsen. ,,Nu hebben we geen idee waar hij dit najaar op gaat sturen. De afgelopen jaren veranderde dat continu. Dan weer waren het de ziekenhuisaantallen, dan weer de besmettingen, dan weer het R-getal. Wij willen weten wat het coronabeleid van het kabinet wordt. We zijn echt wel bereid om constructief mee te denken, dat doen we ook al tweeënhalf jaar. Maar zolang we geen antwoord op onze vragen krijgen gaan we niet zelf met een plan komen.”

Rond het ministerie van Volksgezondheid trekken betrokkenen de wenkbrauwen op bij de teksten van Willemsen. De horecasector heeft zich tijdens de pandemie op diverse momenten nogal impopulair gemaakt, bijvoorbeeld door aan de vooravond van nieuwe harde lockdowns juist te pleiten voor meer ruimte voor de horeca, omdat de meeste besmettingen toch thuis plaatsvinden.

,,Als er één sector is waar veel mensen samenkomen, is het de horeca. Als er straks geen sectorplan ligt, dan kan het OMT bijna niet anders dan algemene maatregelen adviseren. Om de tent te sluiten, of eerder dicht te gaan, of minder bezoekers toe te laten”, meldt een ingewijde. ,,Ik zou het wel weten als ondernemer.”

'In mei 2021 met Fieldlabs al aangetoond veilig open te kunnen'

Maar het steekt de sectoren dat Den Haag het in hun ogen niet voor elkaar krijgt om zélf te leveren op de punten waar dat nodig is. Jansen: ,,In april stond in een Kamerbrief dat een van de pijlers van nieuw beleid het opschalen van de zorg is, en een tweede het bevorderen van een gezonde leefstijl. Het eerste lukt niet, hoorden we deze week. Er komt geen ic-bed bij. En van het tweede punt, de preventieve gezondheidszorg, heeft niemand nog iets gehoord. Ik heb absoluut niet de indruk dat er in Den Haag een goed plan ligt.”

Haar grote angst is dat ze met Ahoy in het najaar weer in hetzelfde schuitje terechtkomt als afgelopen winter, en de winter daarvoor. ,,Dat er weer gehandeld wordt op basis van emoties, angst en symboolpolitiek, en dat we wéér dicht moeten. Terwijl we in mei 2021 met de Fieldlabs al aangetoond hebben dat we veilig open kunnen. Maar ook daar werd toen niets mee gedaan.”

Financiële steunmaatregelen

En dan is er nog iets: financiële steunmaatregelen zullen bij een nieuwe golf niet meer zo riant zijn. Alleen in het uiterste geval - ‘het zwaarste scenario, bij langdurige en volledige sluiting’ - krijgen ondernemers nog ‘gerichte steun’, waarschuwde het kabinet eerder. Vrij vertaald: pas als faillissementen dreigen door wekenlange lockdowns kan er gekeken worden of er steungeld komt.

,,Eigenlijk vragen ze met zo’n sectorplan dus van ons om ons eigen omzetverlies te gaan vormgeven”, zegt Willemsen. ,,Dat is natuurlijk een onmogelijke opdracht.” Jansen noemt het ‘principieel bizar’. ,,Zo zit de wereld gewoon niet in elkaar. Volgens mij wordt het tijd dat we corona gewoon gaan zien als een risico van het leven. Alleen als de zombiecron-variant de kop opsteekt gaan wij nog dicht, zeg ik weleens. Anders niet.”