,,Latenwe vooropstellen,” valt Eus Peters met de deur in huis, ,,dat deretailjongens natuurlijk graag hun verantwoordelijkheid nemen. Hetmaatschappelijk belang staat voorop. Tegelijk moet de overheid onsdaarbij wel helpen. Dat wat de minister nu doet, is geen hulp bieden.Nu krijgen we een soort blank canvas en moeten we zelf de maatregelengaan bedenken. Maar die kennis hebben we als detailhandel natuurlijkhelemaal niet. Waar we behoefte aan hebben is dat de overheid komtmet een duidelijke routekaart, om dan samen daaraan de juiste maatregelen te koppelen.Bij hoeveel besmettingen moet een mondkapje op? Werkt een mondkapje eigenlijk wel? Dat moet duidelijk zijn. Vervolgens regelt de overheid het in depublieke ruimte en wij op de winkelvloer.”
Wantdat het een taak is van de overheid om die kaders te stellen, staatvolgens Peters buiten kijf. Dat kun je niet aan winkeliers overlaten,of aan restauranthouders. ,,Nu geeft de overheid het signaal datiedere sector zijn eigen plannen moet maken. Dan kan het ertoe leidendat je in een restaurant wel anderhalve meter afstand moet houden,maar in een winkel of museum niet. Omdat de sectoren zelf de regelshebben bepaald.”
Lees ook: Ernst Kuipers roept op plannen te maken voor nieuwe coronagolf
Besluitvorming anders georganiseerd; ondernemers in 'OMT nieuwe stijl'
Peters heeft zich de afgelopen twee jaar met zekere regelmaat verbaasd over de besluitvorming van de overheid als het ging om pandemiebestrijding. ,,Ik kreeg de indruk dat het vooral politieke besluiten waren, terwijl je een pandemie natuurlijk wetenschappelijk moet oplossen. Zo werden winkels gesloten om mensen thuis te houden, niet omdat daar nou zo veel besmettingen plaatsvonden. Winkels zijn helemaal geen besmettingshaarden, zo blijkt uit de data die wij hebben. Dus de politiek moet wegblijven uit de besluiten.”
Daartoe moet de besluitvorming anders georganiseerd worden, meent de detaillist. ,,Ik wil graag een OMT nieuwe stijl, waarin naast virologen en de gezondheidszorg ook plaats is voor sociologen en ondernemers. Zo kom je tot een afgewogen advies, een balans tussen economie en zorg.” Een advies dat ook kan rekenen op meer draagvlak bij de bevolking, meent hij.
Eus Peters
Directeur Raad Nederlandse Detailhandel
''Wat ons betreft zijn basismaatregelen voldoende en moet het coronatoegangsbewijs van tafel. Maar we stellen voorlopig nog meer vragen dan dat we antwoorden krijgen''
Overheid speelt verstoppertje
Daarnaast moet de overheid ook ondernemers ruimhartig compenseren als het onverhoopt toch weer fout gaat. Want dat corona behoort tot de ondernemersrisico's, zoals voormalig minister van Financiën Hoekstra aangaf, is natuurlijk onzin, zegt Peters. ,,Dat is een vorm van verstoppertje spelen. Je kunt niet zeggen dat de rekening voor politieke besluiten bij ondernemers hoort te liggen. Er is een grens aan dat ondernemersrisico. Er is ook een waarborgfonds voor als fruittelers getroffen worden door hagelbuien. Dat zou bij corona ook zo moeten zijn.”
Graag wil Peters samen met de overheid plannen maken om de samenleving, en daarmee de detailhandel, straks open te houden. De gesprekken zijn al gaande. ,,Gelukkig worden we nu beter betrokken bij beleid. En we leveren ook input. Wat ons betreft zijn basismaatregelen voldoende en moet het coronatoegangsbewijs van tafel. Maar we stellen voorlopig nog meer vragen dan dat we antwoorden krijgen.”
KHN roept op: 'Kabinet, neem voortouw om Nederland coronabestendig te maken'
Het kabinet moet er volgens Koninklijke Horeca Nederland (KHN) voor zorgen dat de zorg maximaal coronabestendig is en een concrete coronastrategie presenteren die per scenario duidelijk aangeeft wat de parameters zijn waarop gestuurd wordt. Die duidelijkheid is nodig om ook vanuit de sectoren bij te kunnen dragen aan een open maatschappij.
Het kabinet heeft verschillende branches gevraagd met een plan te komen voor als het coronavirus weer oplaait. KHN-voorzitter Robèr Willemsen: ,,Uiteraard willen we als horecabranche ook meedenken, maar dan wel onder duidelijke voorwaarden. Denk hierbij aan een gedegen zorgcapaciteit en een goede samenwerking bij het opstellen van plannen. Daar hoort ook bij dat wanneer van de horeca wendbaarheid wordt verwacht, er ook steun wordt verleend wanneer maatregelen aantoonbare impact hebben op de verdiencapaciteit. Steun moet maatwerk worden en afhankelijk zijn van de impact van maatregelen op een bedrijf.”