Blog Maatregelen

Media-expert Tonie Broekhuijsen over de mondkapjesplicht: 'Ik doe wat ik doe!'

Nederlanders zijn eigenwijs, dus is het lastig om hen te winnen voor een mondkapjesplicht. Mediaspecialist Tonie Broekhuijsen ziet daarin een monsterlijke uitdaging voor de afdeling communicatie van de overheid om ons te overtuigen van zoiets simpels als de wettelijke plicht voor het dragen van een mondkapje.

Tonie Broekhuijsen 9 december 2020

Mondkapje griffin wooldridge crop unsplash

Mondkapjes: lastig maar noodzakelijk. Foto: Griffin Wooldridge (Unsplash)

Het stinkt, zeker als je net hebt gegeten. En wat je ook doet, je bril beslaat: ook al druk je de goede kant van het kapje strak tegen je neusbotje aan. Het gehannes met wat boven en onder is, daar kom je altijd pas achter als-ie omgekeerd verkeerd om aan je oren hangt. Vanaf de fiets met je mondkapje de supermarkt inlopen, is een avontuur, want je loopt minimaal – hijg, hijg – vijf minuten door een mistig landschap. Waar hebben ze de aardappelen verstopt?

Ik zeur niet. Ik draag het mondkapje trots en afgezien van mijn onhandigheid, geheel tevreden. Ik doe het niet voor mezelf, maar voor u, de ander, het collectief, de gemeenschap. Zelfs voor de mensen die de afgelopen weken – voor de wettelijke verplichting - met zo’n agressief nonchalante blik van ‘Kijk mij nou rebels zijn’ zonder kapje de winkel instapten. Want één ding is zeker: er sterven nog steeds mensen aan corona. Lees de necrologieën in de kranten maar.

Lees ook: Grapperhaus: geen mondkapjesboete voor winkelier

Dus ik ben blij met die mondkapjesplicht. Tegelijkertijd benijd ik de overheid niet om ons aangelijnd te krijgen. De gemeenschap is en blijft in Nederland een ernstig en moeilijk begrip. Wij zijn van: ,,Ik doe wat ik doe, en vraag niet waarom." En zo hebben we onze kinderen ook allemaal opgevoed. Als je maar gelukkig wordt. Waarbij we ons niet altijd direct realiseerden waar die kleine mensjes nu exact gelukkig van zouden worden. Ons heimelijke volkslied rept niet voor niets over ,,15 miljoen mensen, die schrijf je niet de wetten voor, die laat je in hun waarde". Dus is het een monsterlijke uitdaging voor de afdeling communicatie van de overheid om ons te overtuigen van zoiets simpels als de wettelijke plicht voor het dragen van een mondkapje.

Het begint natuurlijk met de onverschilligen. Kan mij het schelen! Mondkapje, ben je gek, daar heb ik toch geen zin in. Dan krijg je de uitzonderingen. Er zijn mensen die vanwege longklachten zo’n mondkapje niet kunnen dragen. Die kan je toch niet dwingen? Nee. Maar hoe toon je als longpatiënt aan dat je geen mondkapje kunt dragen? Hoe vertel je het aan een boa of winkelier om een boete van 95 euro te voorkomen? Minister Hugo de Jonge vindt dat je dan je puffertje moet laten zien. Lijkt me een wat mager advies. Er zijn ook mensen die vanwege psychische klachten het mondkapje niet kunnen verdragen. Hoe toon je dat dan aan?

"We oordelen net zo snel over mensen zonder mondkapje als de tafelgasten bij Op1, Pauw of Beau"

Tonie Broekhuijsen, mediaspecialist

In mijn krant stond afgelopen week het schrijnende verhaal van iemand met psychische problemen, die in winkels werd uitgescholden omdat ze geen kapje droeg. Want zo zijn we dan ook wel weer! We oordelen net zo snel als al de tafelgasten bij Op1, Pauw of Beau. En inderdaad, ik betrapte me erop dat ik deze mensen net zo makkelijk veroordeel.

Dan hebben we naast de fysieke en psychische beperkingen ook nog te maken met gelovigen: mensen die oprecht denken dat het coronavirus waanzin is, een complot van de overheid tegen de eigen burgers. Hoe bereik je deze heidenen?

Lees ook: Mondkapjesplicht van kracht: hoe handhaaf je dat als winkelier?

In al je wanhoop kun je dan als communicatie-expert van de overheid denken: was ik maar een aardappelboer. Maar zo makkelijk kom je er bij mij niet vanaf. Want de boodschap 'koop mijn aardappelen' stuit uiteindelijk op net zoveel onverschilligheid. Boeiuh! En dan heb je natuurlijk de uitzonderingen: mensen die geen aardappels kunnen verdragen. Of ze hebben last van aardappel-intolerantie. Of, wat niet hetzelfde is, Coeliakie: een glutenintolerantie. En het ergste hebben we dan nog niet achter de rug, want er zijn legio mensen die helemaal niet van aardappelen houden. Frietjes misschien nog wel, maar niet de aardappel die jij net uit de klei hebt getrokken en wilt gaan verkopen. Koop deze lekkere aardappel! Ja, doei, verzin mooi maar wat anders.

Wat dat betreft is een wettelijke verplichting in zo’n onsamenhangende samenleving als de onze eigenlijk een heel effectieve manier om iedereen aan het denken te zetten. Daar kan geen reclamecampagne tegenop.

Tonie Broekhuijsen

Mediaspecialist

Mediaspecialist Tonie Broekhuijsen vertaalde de klassieke communicatiebijbel Propaganda van Edward Bernays naar het Nederlands, en voorzag het van een uitgebreid voorwoord. Uitgeverij The Social Newsroom, € 18,90. Te bestellen bij Bol.com