Tussen de weilanden van het Zuid-Hollandse Nieuw-Lekkerland staat een onopvallende loods. Van buiten lijkt er weinig bijzonders, maar eenmaal binnen stap je een tropisch klimaat binnen, gevuld met duizenden tsjirpende sprinkhanen. „Oeps, er is er eentje ontsnapt”, zegt Eysbrand Rozendaal lachend tegen het AD terwijl hij langs de bakken met sprinkhanen loopt.
Het idee voor deze kwekerij ontstond toen Peter Stam in Ethiopië op een veehouderij werkte. Daar ontmoette hij een insectenboer. De drang om iets nieuws te proberen liet hem na zijn terugkeer in 2016 niet los. Samen met zijn zwager en jeugdvriend Eysbrand besloot hij het idee om sprinkhanen te kweken op te pakken. „We dachten: laten we het gewoon proberen.”
Lees ook: Frank maakt burgers van insecten, maar die zie je niet
De eerste experimenten van Joy Bugs
In een oude container werd de eerste testkweek opgezet. „Stekker erin, en als het niet werkt, trekken we de stekker er weer uit”, vertelt Peter lachend. Dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan. „Het heeft ons drie jaar gekost voordat we het een beetje in de vingers hadden. Nog steeds lopen we tegen dingen aan die we niet eerder zagen. Maar inmiddels weten we beter aan welke knoppen we moeten draaien om de kweek goed te laten verlopen.”
De sprinkhanen worden gehouden in een tropisch klimaat dat hun natuurlijke omgeving nabootst. Omdat het groepsdieren zijn, leven ze dicht op elkaar. „Dat klinkt misschien tegennatuurlijk, maar voor sprinkhanen is dat juist beter. Ze voelen zich veilig in grote groepen”, legt Eysbrand uit. Het oogsten gebeurt door de dieren terug te koelen. „Ze zijn koudbloedig. Als ze afkoelen, vallen ze in slaap en sterven ze op dezelfde manier als in de natuur.”
Je moet beginnen bij voorlichting. Mensen bewust maken: proef eens even
Eysbrand Rozendaal mede-eigenaar van Lokus
Sprinkhanen als gimmick
Inmiddels werken ze al zo’n acht jaar met sprinkhanen. In die tijd waren er nauwelijks voorbeelden in Nederland. „We zagen dat sommige ondernemers sprinkhanen als gimmick gebruikten, bijvoorbeeld op een broodje of op een lolly”, vertelt Eysbrand.
„Wij willen juist dat sprinkhanen een volwaardig alternatief worden naast kip, rund of varken. Geen hele insecten meer, maar echt vleesproducten.” Daarom verwerken ze de sprinkhanen tegenwoordig tot gehakt, burgers, borrelballen en in loempia’s. Deze producten verkopen ze onder de naam Lokus, een verwijzing naar de Europese sprinkhaan: de Locusta.
Sprinkhanenvlees heeft volgens de kwekers een nootachtige, kipachtige smaak. Het bevat nauwelijks vet of koolhydraten, maar juist veel eiwitten, alle essentiële aminozuren en omega 3, 6 en 9. Ook vitamine B12 zit er volop in. Qua voedingswaarde doet sprinkhanenvlees niet onder voor rund of kip, integendeel. „In kilocalorieën is het de helft van rundergehakt, maar met méér eiwitten,” zegt Eysbrand.
Ook wat betreft duurzaamheid zijn de voordelen groot, benadrukken de kwekers. Sprinkhanen vergen veel minder water en land dan koeien of varkens, produceren minder CO₂ en leveren nauwelijks restafval op. „Je kunt zo’n 90 procent van het dier gebruiken”, geeft legt Eysbrand aan. „In één container kweken we 250 kilo sprinkhanenvlees per maand. Van dat vlees kunnen we 40.000 loempia’s maken.”
Wij willen juist dat sprinkhanen een volwaardig alternatief worden naast kip, rund of varken
Eysbrand Rozendaal
Sprinkhanenvlees ‘mentale uitdaging’
Als sprinkhanen zo gezond en duurzaam zijn, waarom zijn ze dan nog niet een vast onderdeel van onze maaltijden? De grootste hindernis blijkt een psychologische: veel mensen hebben weerstand tegen het idee van insecten eten.
Volgens de kwekers komt dat vooral door gewenning. „Mensen zijn gewoontedieren”, verklaart Eysbrand. „Als je ze blind een hap geeft, zegt bijna iedereen: lekker! Maar zodra je vertelt dat het sprinkhaan is, haken sommigen af. Je moet daar even overheen stappen, maar niet iedereen krijgt die schakel omgezet.”
Tv-programma’s waarin insecten eten als een extreme uitdaging wordt neergezet, zoals Expeditie Robinson, helpen volgens hem niet mee. Daarom zetten de ondernemers volop in op voorlichting en proeverijen. Ze staan regelmatig op markten en organiseren open dagen. „Je moet beginnen bij voorlichting. Mensen bewust maken: proef eens even.”
Bij Eysbrand thuis staat er wel elke week een gerecht met sprinkhanenvlees op het menu. „Meestal loempia’s, omdat het makkelijk is”, zegt hij. „Maar je kunt er veel meer mee maken. De Pulled Lokus, dat is een soort gehakt, kun je heel goed in een taco doen of door de macaroni.”
Lees ook: Protix zet insecten op de (menu)kaart
Strenge wetgeving humane consumptie
Dat Joy Bugs de enige Nederlandse kweker voor humane consumptie is, komt door de strenge wetgeving. Insecten vallen in Europa onder de zogenoemde novel foods. Slechts vier soorten zijn toegestaan voor consumptie, waaronder de sprinkhaan. Omdat de zwagers zich al in 2018 aansloten bij een Europees dossier, mogen ze hun producten legaal verkopen. „Toen deden tien partijen mee. Inmiddels zijn wij de enigen die overblijven”, zegt Eysbrand. „Dat zegt iets over hoe moeilijk dit pad is.”
De twee hebben grootse dromen voor hun kwekerij. „We willen hier een volwaardige kwekerij neerzetten met een proeflokaal, waar je een duurzame lunch kunt eten met producten van lokale boeren en natuurlijk onze sprinkhanen”, zegt Eysbrand. „En tegelijk mensen voorlichten over voedsel en duurzaamheid.”
Toch blijven ze bewust klein. „We willen pas opschalen als de vraag groeit”, legt Eysbrand uit, die ervan overtuigd is dat het eten van sprinkhanen de toekomst heeft. „We doen het met kleine stapjes.”