Het betreft een heuse wereldprimeur. Nergens anders zijn veehouders al begonnen met kweekvlees als nieuwe bedrijfstak. Het doel van Corné van Leeuwen en zakenpartner en initiatiefnemer RespectFarms is duidelijk: gehakt, burgers, nuggets of worstjes maken zonder nog een dier te hoeven slachten.
Het voedselwonder moet straks gebeuren in ‘het oventje’, zoals Corné het in Tubantia noemt. In een nieuw gebouw naast de melkveestal is moderne apparatuur geplaatst, waaronder een bioreactor, die nog het meest lijkt op een flinke magnetron. Hierin groeien straks dierlijke cellen uit tot spier- en vetweefsel, op basis van voeding, zuurstof en warmte.
„Ik sta er helemaal achter en vind het een logische toevoeging om naast kaas op het eigen erf te maken”, zegt de vijfde generatie melkveehouder op de weidse plek in Midden-Delfland. Een groot raam in de nieuwe productielocatie maakt het proces transparant voor bezoekers. Er is niets geheims aan. „Zoals mijn vader zei: ‘Zolang je het kunt uitleggen, verdient het een plek.’”
Minder grote sprong dan melkrobot
Ook de ouders van boer Corné waren al voorlopers. Op het erf vlak bij Schipluiden herinnert een bordje aan de Lely-melkrobot die hier in 1993 is geplaatst. De allereerste van Nederland. Nu steekt de familie opnieuw haar nek uit. Corné benadrukt dat je als ondernemer ‘lef moet durven tonen’.
Kweekvlees mag voor velen futuristisch klinken, de stap die melkveehouder Corné maakt is volgens hem minder groot dan de sprong die zijn ouders waagden met de melkrobot. Want die robot, waarbij koeien zelf beslissen wanneer ze worden gemolken, tornde aan de kern van het bedrijf.
Corné: „Uit bedrijfsoogpunt is kweekvlees eigenlijk minder bijzonder, omdat het gewoon een extra bedrijfstak is. Naast onze melkkoeien, de kaasmakerij en horecalocatie De Paardenstal. Al begrijp ik dat kweekvlees maatschappelijk gezien een grotere revolutie is.”
Innovatie in het bloed
Het concept om kweekvlees op de boerderij te produceren komt van het Nederlandse RespectFarms. Onder het motto: waarom zou kweekvlees uit de fabriek moeten komen, als voedsel normaal ook van het boerenerf komt? Het bedrijf legde contact met boeren in Gelderland, Brabant, Friesland en Zuid-Holland. De primeur ging uiteindelijk naar Schipluiden.
„We waren op zoek naar een jonge agrarische ondernemer, die open staat voor vernieuwing en verbreding van het bedrijf”, vertelt Ralf Becks, medeoprichter van RespectFarms. „Het sprak ons aan dat deze familie al vaker als koploper heeft gefungeerd. Boer Corné heeft innovatie in het bloed.”
Het voeden van levende cellen en die laten groeien is toch hoe boeren altijd voedsel maken?
Corné van Leeuwen
Voor Ira van Eelen, ook medeoprichter van RespectFarms en dochter van kweekvleespionier Willem van Eelen, wordt met deze stap haar visie realiteit. Ze ijvert al jaren voor kweekvlees zonder daarbij de rol van de boer uit te schakelen. Ira: „Het voeden van levende cellen en die laten groeien is toch hoe boeren altijd voedsel maken?”
Ook voor melkveehouder Corné voelt kweekvlees niet als hogere wiskunde. „Voor het maken van eigen kaas heb ik ook een cursus gevolgd. Dat is straks voor kweekvlees ook het geval.” RespectFarms begeleidt het proces en schrijft een handboek voor boeren die met kweekvlees willen beginnen.
Kweekvlees op de markt
Je tanden erin zetten kan nog niet. Voordat consumenten het kweekvlees van Corné daadwerkelijk kunnen braden, ruiken en proeven gaan nog wel enkele jaren voorbij. Eerst perfectioneert men het productieproces en zal men goedkeuring aanvragen van Brussel om het vlees als voedsel te mogen verkopen in de EU.
„Ik ga ervan uit dat we tussen 2028 en 2030 naar de markt gaan”, zegt Ira. In de tussentijd doet men op het erf tests met bioreactoren van 20 tot 200 liter. In 2028 moet er een volledig werkende proefboerderij staan, waar boeren, studenten en bezoekers kunnen zien hoe kweekvlees wordt gemaakt.
Productie in andere landen niet op boerderij
Wie niet wil wachten, moet naar bijvoorbeeld Singapore, Israël of de Verenigde Staten. Daar tref je op je bord al wel nuggets, burgers of worstjes aan van gekweekte dierlijke cellen. Maar daar vindt de productie plaats op meer industriële wijze buiten het landelijk gebied, niet op de boerderij.
Toen mijn ouders begonnen met de melkrobot, klonk er onder boeren veel kritiek. Nu zijn melkrobots de standaard
Corné van Leeuwen
Corné is zeer benieuwd naar de reactie van burgers, maar ook van zijn collega’s. „Toen mijn ouders begonnen met de melkrobot, klonk er onder boeren veel kritiek. Waarom zou je zoiets willen? Inmiddels weten we beter, melkrobots zijn de standaard in de melkveehouderij.”
Diervriendelijk en beter voor milieu
En wie zal het straks gaan kopen? Kweekvlees is aantrekkelijk voor consumenten die hechten aan dierenwelzijn: jaarlijks worden nu nog zeshonderd miljoen dieren geslacht in Nederland. Maar ook qua milieu biedt deze vorm van vlees voordelen: er is 93 procent minder land voor nodig en de uitstoot van stikstof en methaan ligt vele malen lager.
Corné: „Vanuit ons bedrijf kun je Den Haag, Delft en Rotterdam zien liggen. Er wonen 2,3 miljoen burgers om ons heen. Er is ongetwijfeld een doelgroep die vlees wil eten van een dier dat nog nooit gestorven is.”